Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

22 capittel

"Est dat gi uwes evenmenschen os of ezel siet dwalen, gaet daer niet verbi, mer leetet tot uwen evenmensche. Ende en woent die mensche niet bi u dies die dwalende beest is ende en ken gi hem niet, so leet die beest in u huus ende laetse bi u bliven also lange, waentse uwen evenmensche soect ende geeftse hem dan.

Ende sie gi uwes evenmenschen ezel of ander beesten in een put vallen, gaet daer niet verbi, mer trect die beest uut ende wijstse te wege. Ende also sel gi doen van clederen ende van allen dingen. Wat gi vint, dat sel gi te wege wisen ende brengen.

Ende een wijf en sel geen manscleder andoen ende een man en sel geen wijfsclederen andoen; so wie dat doet, die doet dootsonde voir God.

Ende als gi wandert bi den wege ende vint gi

[Folio 75va]
[fol. 75va]

daer op den bomen of in der aerden een nest mit vogelen, nemet die moeder niet mit den jongen, mer laetse vliegen ende vanct die jongen, opdattet u wel mach gaen ende gi lange moecht leven op der aerden.

Ende als gi een nyeu huys tymmert, so maect die mueren ende dac stenen, opdat daer geen bloetstortinghe in u huse en gesciet.

Ende en saeyt uwen wijngaert niet mit menigerhande saet, opdat, alst gewassen is, so soud men dat tesamen heiligen.

Eert u lant niet mit enen os ende mit enen ezel tesamen.

Doet geen cleder an die van wolle ende van lynnen tesamen gemaect sijn.

An die 4 hoken van uwen mantel so sel gi an die somen frangen hangen.

Est dat een man een wijf mint, ende ist dat hise daerna haet ende wilse quijt wesen ende soect saken daer hise mede besculdigen wil ende seit hoer lelicheit op voer haer vader ende voer haer moeder ende seit dat si geen maecht en was doe hise nam, so sellen die vader ende die moeder die dochter nemen ende ledense voer dat gerecht van dier stede. Ende dan sel die vader seggen: Ic gaf mijn dochter desen man tot enen wiven ende nu haet hise ende seit haer lelicheit op, dat si geen ma\get

[Folio 75vb]
[fol. 75vb]

en was. Ende siet, ic sel u teykenen der maechdelicheit tonen.' Ende dan sel hi die cleder ontdoen voir den rechter. Ende dan sellen die rechteren die man nemen ende doen hem slaen ende wisen hem of te geven 100 sulveren penningen. Ende die sel hebben die vader van den wive, omdat hi die maecht van Ysrahel die lelicheit opseide. Ende hi sel dat wijf wedernemen ende houden also lange als hi leeft. Ende ist dat die man waerseit ende dat wijf geen maecht en was, so sel mense verdriven uut haers vaders huus ende oec van den man.

Ende ist dat een man slaept bi een ander mans wijf, si sellen beide sterven, man ende wijf.

Est dat een man een maecht nimt tot enen wive ende vint hi dat enich man bi haer slaept, men selse beide uut der stat leden ende stenense ter doot.

Est dat sake dat een wijf is in den acker die een man heeft, ende comt daer een man diese vercraften wil ende roept dat wijf: `Help!' ende nyement en siet of en hoert dat diese verlossen mach, die man sel alleen sterven. Ende dat wijf en is niet sculdich der doot, want gelijc een moerdenaer, so heeft hi dat wijf vercraft.

Ende comt een man bi een maecht die genen man en hevet ende slaept daerbi ende die vader van der maecht dat voer recht brenct, die man sel die vader van der maecht geven 50 penningen van sulver ende

[Folio 76ra]
[fol. 76ra]

hi sel dat wijf houden tot enen wive also lange als hi leeft."


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken