Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

18 capittel

In die tijt en wasser coninc noch rechter in Ysrahel. Ende dat geslacht van Dan die en hadden geen lant dat si besaten. Doe senden si vijf sterke mannen uut om een lant te verspien, daer si in wonen mochten. Doe quamen die vijf mannen tot Mycha ende bleven daer een corte tijt.

Ende si kenden den levijt ende seiden: "Hoe coem gi hier te wonen?" Doe seide die levijt: "Mycha die hevet mi gehuert, dat ic sijn priester ben." Doe baden si hem dat hi God raets vragen soude, waer si best trecken mochten, dat si wat vercrigen souden. Die levijt seide: "Trect in vreden; die Here sel uwen wech ansien."

Die vijf mannen togen voert ende quamen in Lachis. Ende si sagen dat dat volc ledich ghinc, sonder vresen ende sonder sorgen. Doe togen si weder tot haren geslacht in Astahol. Ende si seiden hem wat si verspiet hadden, ende seiden: "Staet op ende laet ons gaen. Wi hebben een lant verspiet dat seer guet is ende seer vruchtbaer. Laet ons gaen ende besitten dat lant." Ende doe vergaderden si 600 mannen die sterc waren ende

[Folio 102rb]
[fol. 102rb]

wel te harnasch. Si togen alle tesamen ende quamen tot Mychaen huys. Doe seiden die vijf mannen die daer geweest hadden, tot haer ander volc: "Siet, in dit huys sijn sulveren beelden ende biscopsgewaden. Behaechtet u, wi nemense mit ons."

Doe ghingen die vijf mannen in dat huys ende grueteden den levijt mit soeten woerden. Ende die ander mannen bleven buten staen. Ende die vijf mannen die namen die sulveren beelden ende die siden clederen ende alle die cyerheit die daer was. Doe seide die jongelinc: "Wat wil gi doen?" Doe seiden die mannen: "Swijcht ende gaet mit ons ende weest onse priester. Het is beter een priester te wesen van enen geslacht dan van enen huse." Ende doe sweech die jongelinc ende ghinc mit hem. Doe namen si Mycha sijn juweelen, sijn beesten ende al dat hem diende ende drevense voer hem. Dat gesin van den huse ende die daeromtrent woenden, die volchden hem ende si liepen tot Mycha ende seiden hem wat daer geschiet was. Doe liep hem Mycha na ende riep seer lude. Doe seiden die mannen: "Wat roep gi ons na?" Doe seide Mycha: "Gi hebt mijn goden genomen die ic gemaect hebbe, ende al mijn beesten ende mijn priester ende al dat ic

[Folio 102va]
[fol. 102va]

hebbe. Ende gi vraecht wat mi is." Doe seiden die mannen: "Wacht u dat gi ons niet te voel na en roept, so en comen wi tot uwen huse ende destrueren al dat gi hebt." Doe Mycha sach dat si voel stercker waren dan hi was, doe sweech hi ende ghinc thuuswaert.

Doe quamen die 600 mannen in Lachis ende vonden dat volc sonder weer. Ende si verslogense al mitten swaerde ende verbarnden die stede. Ende daer was een ander stede bi; die wonnen si. Ende daer bleven si in wonende ende si noemden die stede Dan.

Ende daer setten si in sulveren beelden. Ende si hadden een, genoemt Jonathan, van Moyses geslacht; die was daer priester ende na hem sijn kinderen, totdat si gevangen worden. Ende doe was die tabarnakel Gods in Sylo. Ende in die tijt en was daer geen rechter in Ysrahel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken