Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

10 capittel

Samuel die nam een luttel oly ende goetse Saul op sijn hoeft ende custe hem ende seide: "God, die Here, die salft u een prince over die kinder van Ysrahel. Ende gi selt sijn volc verlossen uut die handen haerre vianden. Ende dit geve ic u tot enen teyken, dat u God gesalvet hevet tot enen prince: als gi van mi gaet, so sel gi 2 mannen sien bi Rachels graf. Die sellen u seggen dat die ezelen gevonden sijn. Als gi vandaen gaet ende coemt bi Thabor, daer sel gi drie mannen vinden die sellen gaen ter tabarnakel in Bethel. Die een sel dragen drie geyten, die ander sel broet dregen ende die dorde sel dragen een vlesch mit wijn. Ende als si u grueten, so sellen si u geven twee broden. Neemt die van haren handen. Ende daerna sel gi comen bi den berch Gods. Ende als gi dan coemt voer een stede, so sel daer comen een scaer propheten. Ende voer hem sel men singen, bongen ende herpen. Ende dan sel die geest Gods in u comen ende gi selt mede propheteren. Ende gi selt verwandelen in enen anderen man. Ende als u dese teykenen voircomen, so sel in u

[Folio 114ra]
[fol. 114ra]

macht comen, want God is dan mit u. Ende gaet voir mi in Galgala. Ic sel daer tot u comen ende sacrifici doen ende offeren. Ende ontbeit mi daer seven dagen, waent ic tot u come. Ende dan sel ic u openbaren wat gi doen sult."

Doe Saul van Samuel sciet, doe verwandelde God sijn hert. Ende hem gescieden die saken die Samuel voirseit hadde. Ende doe hi quam bi den berch, doe quamen hem die propheten jegen ende die geest Gods quam in hem. Ende hi propheteerde mede onder die ander propheten. Ende doe si dat hoerden die hem gisteren ende eergisteren kenden, dat hi propheteerde mit den propheten, doe seiden si tot malcander: "Is dit niet Saul, Cijs soen, die daer propheteert?" Ende het verwonderde hem. Doe liet Saul sijn propheteren of ende ginc tot sinen vader.

Doe seide sijn vader tot hem ende tot sinen knecht: "Waer heb gi geweest?" Doe seide Saul: "Om die ezelen te soken. Ende doe wise niet en vonden, doe ghingen wi tot Samuel. Ende hi seide ons dat si gevonden waren." Mer wat hem meer gesciet was, daer en seide Saul sinen vader niet of.

Ende doe quam Samuel in Masfat ende riep alle die geslachten van Ysrahel tesamen ende seide: "Dit seit God, die Here van Ysrahel: Ic heb u uut Egipten geleet. Ende Ic bescermde u van die handen der Egiptien ende van al den coninghen die u

[Folio 114rb]
[fol. 114rb]

wouden deren. Mer mit God en genoechde u niet. Gi wilt enen coninc hebben ende versmaet God, die u verlost heeft van al u ver driet. Nu elc geslacht scict hem bieen om te besien wie God tot enen coninc set." Doe viel dat loth op Benyamins geslacht. Ende doe loten die maechscappen, doe vielt op die maechscap van Metry. Ende doe quamt op Saul, Cijs soen. Ende doe socht men hem ende men conde hem norgent vinden. Doe vraecht men Gode raets of hi daertoe toecomen soude. Doe seide God dat hi in sijn huys verborgen was. Doe liep daer een deel volcs ende haelden hem vandaen. Doe stont Saul midden onder dat volc ende was boven den scueren langer dan enich mensche die daer was. Doe seide Samuel tot den volc: "Nu moech gi voert weten dat God desen vercoren heeft, want onder al den volc en is sijns gelijc niet." Doe riep al dat volc: "God houde onse coninc levende." Doe seide Samuel tot den volc die wet des conincs ende screef dat in enen boec ende leide die in haren tempel daer si offerden. Doe beval Samuel al dat volc thuys te gaen. Ende Saul die ghinc tot sinen huse in Galaath. Ende daer

[Folio 114va]
[fol. 114va]

ghinc mit hem een groet scaer van volc diet lief was dat hi coninc was. Mer Belyals kinderen die seiden: "Dese en mach ons niet bescermen." Ende si versmaden hem ende en wouden hem geen giften geven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken