Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

7 capittel

Doe maecte coninc Salomon een huys, een sael ende cameren in te wonen voir hemselven buten Jherusalem. Ende dat maecte hi 100 cubitus lanc, 50 cubitus wijt ende 30 cubitus hoech, beneden van stenen ende boven van cederbomenhout. Ende langes dat huys waren geordiniert 15 pylaernen tot drie steden voer dat huys. Ende voir dat huys was

[Folio 156ra]
[fol. 156ra]

een poertael gemaect 50 cubitus lanc, 30 cubitus wijt. Ende die sael ende dat poertael was wonderlic gewrocht ende versciert mit menigherhande vorwen van poertertuer. Midden in der salen daer was een tabarnakel gemaect, 30 cubitus wijt op pylaernen, ende daerin een sitten, verheven ende versciert, aldaer coninc Salomon selve op te rechte sat, als daer grote dinghen te rechten quamen.

Ende in dat eynde van dien huys was conincs Salomons woninghe, wonderlic versciert, ende alle die wegen mit goude bedect ende wonderlicheit in dat gout gewrocht. Ende in die woninghe was een troen ende sitten gemaect op een gulden calf. Ende an elken side stont een gulden leeu. Ende dat was wonderlic gewrocht ende versciert. Ende men ghinc tot op dat sitten mit ses trappen ende waren van yvorien been. Ende dat huys ende al die sael was verciert mit sconen glasen ende mit sittenen ende gepaveyt mit sconen marmarsteen.

Doe dede coninc Salomon sijn coninghinne een huys maken, alsoe groet ende also wijt als sijn selfs huys was, ende dede dat verscieren gelijc sijns selfs huys. Ende aldaer woende sijn coninghinne in, des conincs Farons dochter van Egipten, mit haer huysgesin ende haer dienaren.

Doe dede coninc Salomon noch een huys maken in der busscaelgen; dat was oec 100 cubitus lanc ende 50 cubitus wijt

[Folio 156rb]
[fol. 156rb]

ende 30 cubitus hoech.

<Quod> cubitus geometricus differt a cubito vel cubitum (lees: cubitu) nostro usuali habetur per hos versus:

Hic mensura fuit geometrica qua facit arcam.

Non aliter caperet tanta tot illa simul.

Hic cubitus, quo mensor habet geometricus uti,

senes sive novem fertur habere pedes.

Sed cubitus noster quem communis tenet usus,

ex uno constat dimidioque pede.

Cubitus dat is een maet.

Omdat menichsins gescreven staet

- die een seit dus, die ander seit so -

daerom en doe ick erof noch toe.

Ic weet dattet hier een maet bediet.

Hoe groet of hoe cleyn dat en weet ic niet.

 

Ende dat huys dede hi beneden stenen maken ende daer was onder een kelnaer; daer leyd men den dranc in ende cruden ende froeyt ende ander specien, omdat si daer langhe duerden ende guet bleven. Ende boven was dat huys van cederhout gemaect. Ende daer woenden die somme van sinen dienres in. Ende Salomon hadde doen maken 200 scilden van goude, 200 glavyen van goude ende 200 bokelaren van goude, die somme ront ende die somme driecant.

Ende als coninc Salomon tot eniger steden reysen woude, so waren daer jongelingen

[Folio 156va]
[fol. 156va]

toe geordiniert, die te paerde voer den coninc reden ende voerden die gulden glavyen, bokelaren ende scilden voer den coninc. Ende die jongelingen was haer haer lanc tot den gordel toe ende gevorwet als gout. Ende si waren versciert mit sonderlingen clederen. Ende daer quam Salomon anriden op enen verscierde wagen mit sinen ander gesin, dat ontallic was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken