Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[10]

Die stat van Babylonien die hadde 72 milen ommegaens. Ende elke myle was acht stadien. Elke stadie was also veer, als die grote Harculus mocht lopen mit enen adem. Die muer van Babylonien was 200 cubitus hoech ende vijftich cubitus dicke van balcken, van steen

[Folio 213va]
[fol. 213va]

ende geleit in bytumen, dat niet en vergaet. Ende daer waren 100 poorten an. Ende die doren waren van metael. Also deedse maken Semyramis. Ende haer man hietede Nynus; die dede Nynyve maken.

Darius was coninc van Meden ende Tyrus coninc van Persen. Die quamen tesamen ende belagen Babylonyen, mer men mocht die stede nyet winnen mit craft noch mit engyen. Mer doer Babilonyen daer liep een ryvyer van Effraten onder doer die muer. Ende coninc Tyrus die lach daervoer. Ende hi dede grote diepe graften delven ende dede daer die ryvyer in lopen buten om die stede.

Op een tijt doe maecte die coninc Balthasar een grote worscap binnen der stede ende en achtede daer niet op dat hi belegen was ende meende: men mocht hem niet doen. Ende hi worscapte mit sinen heren ende was frolic ende dede voir hem brengen alle die vergulden vaten die sijn oudevader uut den tempel te Jherusalem genomen hadde. Doe dranc hi mit sinen wiven ende mit sinen amyen uut die heilige vaten, die nyement handelen en most na die wet Gods dan levyten. Doe Balthaser in deser hovaerdien sat, daer sach

[Folio 213vb]
[fol. 213vb]

hi dat een hant quam ende screef an die weech van der salen: "Mane thecel phares." Doe Balthaser die hant so wonderlic sach comen ende scriven, doe was hi vervaert ende ontboet sine meesters ende seide: So wie dat scrift conde beduden, hi soude hem grote gaven geven. Mer nyement van sine meesters en condet hem beduden.

Doe wort Daniel daer gehaelt. Ende doe hi dat scrift sach, doe seide hi: "Here coninc, God van hemelrijc die gaf u oudevader dit conincrijc. Ende hi verhief hem daerin ende en dancte dat den almachtigen God niet. Daerom verloes hi sijn verstant ende wort een beest. Ende gi sit nu in hovaerdien ende ontsuvert die heilige vaten mit uwen onsuveren wiven. Mer den almachtigen God en danc gi niet, noch en loeft gi niet. Daerom sel ic u dat scrift beduden. Mane dat beduyt `tgetal'. U dagen sijn getellet ende vervolt. Tecel beduyt `gewicht'. Gi selt min leven dan u toegescict was. Phares dat beduyt `versceiden'. U rijc dat sel van u versceiden worden an Parcen ende an Meden." Doe gaf Balthaser Daniel grote giften ende gaven, mer die coninc was bedroeft. Ende binnen dier nacht so wort die graft doirdolven ende die rivier die wort boven der steden in anderen graften geleet,

[Folio 214ra]
[fol. 214ra]

sodat Darius ende Tyrus in die graft reeden onder die muer ende onder die brugge doir in die stede mit haren volc ende vondense alle slapende. Ende si slogen den coninc Balthaser doot ende alle die mogenste van der stede. Aldus ghinc dat rijc van Babylonien teniet ende oec dat conincrijc van Assierien ende quam an Percen ende an Meden. Doe destrueerden si die steden ende namen al des conincs juweelen ende sijn rijcheit ende oec die gulden vaten die Nabugodonosor uut den tempel genomen hadde. Ende hi voerde die scyerheit mit hem in Meden. Ende voel van den gevangen joden voerde hi mede in dat lant van Meden ende van Persen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken