Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 6 (1962-1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 6
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 6

(1962-1963)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]


illustratie

‘Il n'est possible, en quelques lignes, que de donner une impression d'ensemble des Poètes contemporains des Pays Bas. Cette poésie semble avant tout picturale. Chez la plupart des poètes se retrouvent les traits des grands peintres qui firent la gloire des Pays Bas, de Van Eyck à Van Gogh. Certains peignent d'un pinceau délicat, aussi fin que le pinceau chanté par Pierre Kemp, une louange à la Mater Amabilis - O Engelman! - et l'on songe à l'Agneau Mystique. D'autres décrivent de frais paysages évocateurs de Ruysdael. Avec Van Nijlen, de comiques personnages s'agitent qui semblent sortis d'une toile de Frans Hals. Leo Vroman, transporté au pays où tout est machine en tire un fantastique qui fait penser à Jeroen Bosch. Cette même impression de poésie colorée se renforce quand on lit les poèmes nombreux inspirés par Van Gogh et qui rendent si parfaitement le génie de cet halluciné. Les poètes des Pays Bas font intervenir très souvent la grande poésie des Nuages et de la Mer. Le murmure des eaux sert de fond musical à leurs vers. L'habitude des grands horizons, comme le remarquait Henriette Roland Holst, prédispose aux méditations profondes. On retrouve le tragique du Hollandais volant, dans les poèmes de Dirk Opperman, l'Afrikaner.

 

Travail parfois ardu que de repenser et de rendre en une langue plus limpide ces poèmes plus rugueux où le rythme joue un plus grand rôle. Mais cet exercice d'adaptation procure un enréchissement dont le Poète doit exprimer à ses frères de Flandre, de Hollande et de l'Afrique du Sud sa reconnaissance.’

 

ANDRE PIOT

[pagina 67]
[p. 67]

de vertaler andré piot

Sinds het najaar van 1959 werkt André Piot, door zijn in opdracht van de redaktie gemaakte vertalingen, praktisch aan elk nummer van dit tijdschrift mee. Ik beken graag dat hij een van onze trouwste medewerkers is. Daarvoor wil ik hem op deze plaats nog eens oprecht dank zeggen.

 

Ononderbroken heeft Piot sinds 1959 voor dit tijdschrift Nederlands- en Afrikaanstalige poëzie ‘omgezet’, zoals hij dat graag noemt. In het werk van de Noordnederlanders A. Roland Holst, Pierre Kemp, Jan Engelman, Leo Vroman, Anton van Duinkerken en Martinus Nijhoff; van de Afrikaners N.P. van Wyk Louw, Elisabeth Eybers en Dirk Opperman; en van de Zuidnederlanders Marcel Coole, Hubert van Herreweghen, Anton van Wilderode, André Demedts, Jan van Nijlen en Jos de Haes heeft Piot zich met sukses verdiept. Zijn bewerking van het meesterlijke ‘Het Uur U’ van Martinus Nijhoff toont aan met welk een intensiteit Piot zich inleeft in het oorspronkelijke vers om het daarna als het ware te her-dichten in zijn moedertaal, het Frans. Hiermee wil niet gezegd zijn dat poëzie gemakkelijk te vertalen is. Niemand zou dat trouwens durven te beweren. Dat André Piot van zijn bewerkingen poëzie weet te maken, vormt een uitzonderlijke verdienste. Ook al doet de waarde ervan vanzelfsprekend meestal voor die van het origineel onder. Vergeleken met veel ander vertaalwerk uit onze poëzie heeft het werk van Piot een biezonder hoge kwaliteit.

 

André Piot - geboren in Bourgondië dat met zulke talrijke banden

[pagina 68]
[p. 68]

uit het verleden verbonden is met de Nederlanden - was door zijn geboorte a.h.w. reeds voorbestemd om onze poëzie te begrijpen en te vertalen. Hij studeerde geschiedenis aan de Sorbonne in Parijs. Ook thans woont hij nog in deze stad. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht hij in de loopgraven. Daar ontwaakte in hem de dichter en ontstond zijn eerste scheppend werk ‘Choeur des Jeunes Hommes’ waarin hij zijn hunkering naar broederschap uitzingt. De oorlog liet hem niet meer los en inspireerde hem tot poëzie vol liefde voor de mens in diens bedreigd bestaan. In herinnering aan de talrijke, tijdens de oorlog gevallen dichters, stelde hij nog onlangs een bundel samen over ‘Les poètes du sacrifice’. De verschrikking van de Tweede Wereldoorlog schokte de dichter in zijn streven naar broederschap en vrede. Het betekende gelukkig niet het einde van zijn oorspronkelijk werk. Door sociale bekommernis gedreven, schreef hij verder nog studies over landbouwers en landarbeiders en verwierf zich daardoor bekendheid bij deze bevolkingsgroepen. Ook het toneel had zijn aandacht.

 

De samenstelling van een bloemlezing met gedichten in verband met ‘de roos’ en over ‘de roos’ blijkt de aanleiding te zijn geworden tot het vertalen van Nederlandse poëzie in het Frans. Toen Koningin Juliana voor de Klassieke Galerij van het Louvre een partij rozen schonk, kwam Piot op het idee om in de Nederlandse poëzie op ontdekking uit te gaan naar verzen over de roos. Hij las Werumeus Buning's mooie sonnetten. Hij vertaalde ze en ze werden op een door hem ingericht ‘Festival de la Rose’ voorgedragen. De Nederlandse Ambassade te Parijs wakkerde zijn belangstelling verder aan en Piot ging zich nader verdiepen in onze poëzie. Met steun van de Nederlandse Ambassade werd een bundel ‘Poèmes de Hollande’ uitgegeven in de serie ‘Poèmes du monde, poèmes étrangers mis en poésie française’. In dezelfde serie gaf hij een bundel ‘Poèmes Russes’ en ‘Poèmes d'Espagne’ uit en een afzonderlijke bundel met vertalingen van Herman Hesse. In de bloemlezingen van de Biënnale voor de Poëzie, die jaarlijks te Knokke verschijnen, nemen André Piot's bewerkingen een belangrijke plaats in.

 

Graag laat ik hem even aan het woord in zijn inleiding op de bundel ‘Poèmes de Hollande’: ‘La Poésie a toujours été florissante au

[pagina 69]
[p. 69]

pays des dunes; cependant, depuis un demi-siècle, son exceptionnel épannouissement a pu être comparé à celui de la peinture au temps de Vermeer et de Rembrandt.’ Deze bibliofiel uitgegeven bundel bevat vertalingen van Henriette Roland Holst, J.H. Leopold, P.C. Boutens, M. Nijhoff, Jan Prins, J.C. Bloem, Geerten Gossaert, A. Roland Holst, H. Marsman, J.J. Slauerhoff, J.W.F. Werumeus Buning, Victor E. van Vriesland, Jan Engelman, Anton van Duinkerken, Gerard den Brabander, Gerard Diels, Bertus Aafjes, Koos Schuur, Eric van der Steen, Adriaan Morriën, Gabriël Smit, Gerrit Achterberg en M. Vasalis. Deze opsomming illustreert de goede smaak van André Piot en zijn kennis van de Noordnederlandse poëzie.

 

Reeds herhaaldelijk schreef hij me zich erover te verheugen dat hij, door zijn vertalingen voor dit tijdschrift, nu ook met de poëzie van Zuidnederlanders en Afrikaners heeft kunnen kennis maken. Wie zijn bewerkingen van hun verzen leest, stelt vast dat hij er voortreffelijk in slaagt hun poëzie in het Frans gestalte te geven.

 

Nu André Piot stilaan een volledig beeld begint te krijgen van de poëtische rijkdom der Nederlanden hoop ik dat hij, als die andere Parijse vriend van onze literatuur en kultuur, Prof. Dr. Pierre Brachin, deze kennis zal blijven aanwenden voor de verspreiding van onze al te vaak miskende dichtkunst in het Franse taalgebied.

 

Wat mij betreft kan André Piot verzekerd zijn van mijn grote bewondering voor zijn werk en van mijn warme sympatie. Telkens opnieuw spreken de dichters waarvan hij werk vertaalt hun waardering uit voor zijn transposities. Ik ben ervan overtuigd dat men in het Nederlandse en Afrikaanse taalgebied op de duur algemeen de betekenis van Piot's werk zal gaan beseffen en waarderen.

 

JOZEF DELEU


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken