Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 30 (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 30
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 30Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 30

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 30

(1987)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vormen van literatuurwetenschap

De jaren zestig en zeventig waren voor de literatuurwetenschap roerige tijden. Het verschijnen van F.C. Maatjes boek Literatuurwetenschap in 1971 gaf de discussies over methoden en doelstellingen die daarvoor al op gang gekomen waren, meer dan genoeg stof. Naar het einde van de jaren zeventig werd het rustiger op theoretisch vlak: de methodenstrijd was geluwd zonder dat één richting een overheersende rol is gaan spelen. Naast elkaar bleven allerlei uiteenlopende richtingen bestaan met eigen inzichten, methoden en aandachtspunten. Wel hebben de roerige jaren een nieuwe stroming voortgebracht, de receptieesthetica, waarvan Jauss en Iser de grondleggers zijn. In 1970 publiceerden deze hoogleraren aan de universiteit van Konstanz elk studies die het startpunt vormden voor een meer op de lezer gerichte aanpak. In Nederland heeft Rien Segers zich ingezet om het receptie-onderzoek meer bekendheid te geven. Hij publiceerde artikelen, stelde verzamelbundels samen (o.a. Receptie-esthetica: Grondslagen, theorie en toepassing en Lezen en laten lezen) en schreef een schoolboek waarin de receptietheorie op het literatuuronderwijs toegepast wordt (Over-lezen, 2 delen).

Segers heeft nu opnieuw een bundel geredigeerd, Vormen van literatuurwetenschap, een kloek boek, waarin een tiental richtingen in de literatuurtheorie gepresenteerd worden. Het lijkt een soort balans van de literatuurwetenschappelijke resultaten nu de meeste discussies afgelopen zijn en we in een rustiger vaarwater terecht zijn gekomen.

Het aardige van deze verzamelbundel is de gecombineerde aanpak van theorie en praktijk. De alom uitgesproken gedachte dat theoretische discussies ons op de lange duur niet veel verder brengen, is zeker een achterliggend motief voor deze opzet. Elk hoofdstuk is zo ingedeeld dat eerst een exposé wordt gegeven van de theoretische uitgangspunten van de stroming. Daarna volgt vanuit dit kader een analyse van het verhaal Het lek in de eeuwigheid van W.F. Hermans, dat los is bijgevoegd. Het is interessant te zien hoe b.v. de literatuurpsychologie, de narratologie, het receptie-onderzoek en het deconstructivisme met Hermans' verhaal omgaan. Opmerkelijk is de overeenstemming in resultaten vanuit zulke wisselende gebieden. Naast de genoemde stromingen treft men aan: het Russisch formalisme, het Tsjechoslowaaks structuralisme, het New Criticism, de literatuursociologie (hier geen analyse van Hermans'

[pagina 272]
[p. 272]

verhaal), de literatuursemiotiek en de empirische literatuurwetenschap. De hoofdstukken zijn helder en zorgvuldig geschreven door gekende specialisten van de betreffende stroming. De theoretische paragrafen gaan op een enkele uitzondering na niet gebukt onder een overmatig gebruik van vakjargon en een stroeve stijl, kwalen waaraan literatuurwetenschappers (maar die niet alleen!) zich nogal eens schuldig hebben gemaakt.

Eén van de sterkste hoofdstukken vind ik - zonder de andere tekort te willen doen -, het door Segers en Koopman-Thurlings geschreven overzicht van het receptie-onderzoek. Hun heldere analyse van het verhaal heeft nadrukkelijk een voorbeeldfunctie. Ze laten zien hoe je in het algemeen een zgn. werkingsanalyse van een tekst zou kunnen maken. Vooral omdat er in ons taalgebied nog betrekkelijk weinig praktische toepassingen van de receptie-esthetica gepubliceerd zijn, kan hun uitwerking als model invloedrijk zijn. Het succes van een stroming hangt vaak af van wat je er in de analysepraktijk mee kunt doen. De auteurs laten m.i. overtuigend zien dat het receptie-onderzoek zoals zij dit hier uitvoeren een belangrijke aanvulling kan vormen op de bekende structuralistische of narratologische benaderingswijzen.

Dit belangrijke en informatieve boek wordt afgesloten met een bijdrage van J.J.A. Mooij die de diverse stromingen vooral qua doelstelling en methode met elkaar vergelijkt. Hij laat zien dat de meeste richtingen naar objectivering en empirische toetsing neigen en acht het nuttig dat literatuur vanuit verschillende gezichtspunten en in verschillende samenhangen wordt bestudeerd. Dit rijke boek geeft de lezer alle gelegenheid daarmee grondig en uitvoerig kennis te maken.

Ruud A.J. Kraaijeveld

R.T. SEGERS (red.), Vormen van literatuurwetenschap, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1985.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Vormen van literatuurwetenschap. Moderne richtingen en hun mogelijkheden voor tekstinterpretatie


auteurs

  • Ruud A.J. Kraaijeveld