noye en De Coninck gingen op tournee om ter plaatse voor te lezen uit eigen werk. De Vlaamse minister-president Luc van den Brande, die eind oktober 1996 een officieel bezoek bracht aan Zuid-Afrika om de samenwerking met de nieuwe regering te consolideren en te versterken, ontving overigens in Pretoria uit handen van de muzikant Johannes Kerkorrel een exemplaar van beide vertalingen.
•
Naar aanleiding van het vijfentwintigjarig bestaan van het tijdschrift
Septentrion. Arts et culture de Flandre et des Pays-Bas organiseerde de Stichting Ons Erfdeel vier avonden (achtereenvolgens in Luik, Brussel, Rijsel en Parijs) met in het Frans vertaalde Vlaamse en Nederlandse literatuur onder het motto
Une main tendue.... Dit initiatief werd gesteund door
Josse de Pauw draagt de ‘Rede tot de hoofden van Lebak’ van Multatuli voor, in de aula van de universiteit van Luik (‘Une main tendue...’, 23 oktober 1996).
de Vlaamse Regering, de Nederlandse ambassades te Brussel en Parijs, de Belgische ambassade in Parijs en het Belgische Consulaat Generaal in Rijsel. Daarnaast verleenden ook het Institut Néerlandais te Parijs en de afdelingen Nederlands van een aantal universiteiten hun medewerking.
Al vanaf het eerste nummer werden in Septentrion Franse vertalingen van gedichten en prozafragmenten afgedrukt. De hoofdmoot van het jubileumprogramma bestond uit een optreden van de Vlaamse acteur Josse de Pauw, die teksten en gedichten bracht van Multatuli, Jeroen Brouwers, Hugo Claus, Lucebert en Guido Gezelle. Vervolgens lazen Charlotte Mutsaers en Leonard Nolens voor uit eigen werk.
In een artikel over de recente avonturen van de Nederlandstalige literatuur in het buitenland (Intermediair, 11 oktober 1996) meent Philippe Noble, directeur van het Maison Descartes in Amsterdam, redacteur van Septentrion en zelf vertaler met een indrukwekkende staat van dienst, dat er in Frankrijk tegenwoordig ‘aantoonbaar meer belangstelling voor de Nederlandse literatuur’ is. Deze uitspraak bleek niet overdreven toen op 21 november 1996 de laatste voorstelling van Une main tendue... plaatsvond voor een afgeladen zaal in de Parijse Salons d'Iéna. Met de vier voorstellingen van deze Une main tendue... werden ruim 1500 mensen bereikt.
•
Tot 19 januari jl. liep in de National Gallery te Londen de tentoonstelling Rubens's Landscapes. Hoofdconservator Christopher Brown bood een overzicht van een minder bekend maar toegankelijk segment van het oeuvre van Rubens, wiens reputatie vooral berust op zijn monumentale altaarstukken en religieuze en mythologische schilderijen. Tegenwoordig, en dan voornamelijk in Engeland, wordt het werk van Rubens door een breed publiek genegeerd vanwege het te hermetisch-allegorische en te nadrukkelijk contra-reformatorische karakter. Brown hoopt met zijn tentoonstelling en de bijbehorende catalogus dat publiek weer warm te maken voor de Antwerpse meester.
Rubens's Landscapes situeerde de landschappen zowel in de context van de Vlaamse landschapsschilderkunst als binnen het geheel van Rubens' productie. De schilderijen zijn, zoals Brown benadrukte tijdens de persvoorstelling, de ‘private works of a very public artist’. Rubens schilderde ze hoofdzakelijk voor zijn eigen plezier. De werken waren bestemd voor zijn woningen of als geschenk voor goede vrienden en kennissen.