Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 40 (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 40
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 40Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 40

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 40

(1997)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De tragiek van een falende hemelbestormer

Jan Fontijn is niet de eerste biograaf van Frederik van Eeden - H. Padberg, Gerrit Kalff, H.W. van Tricht en Albert Verwey gingen hem voor - maar zeer waarschijnlijk wel de laatste. Want wie zou de ambitie koesteren het onderzoek van Fontijn, dat tien jaar duurde en resulteerde in twee prachtige boekwerken van samen ruim twaalfhonderd pagina's, over te doen?

Het kan niet anders, of Fontijn moet zich maanden hebben opgesloten in de Amsterdamse universiteitsbibliotheek, waar in 1936 het omvangrijke Van Eedenarchief is ondergebracht. Duizenden brieven las hij er, en cahiers waarin Van Eeden zijn dromen vastlegde, dagboeken, autobiografische artikelen, schoolopstellen, collegenotities, verslagen van spiritistische seances, kladhandschriften van toneelstukken, gedichten en allerhande kattebellen. Een heuse rijstebrijberg om zich doorheen te eten - en er vervolgens buikpijn van te krijgen. Want zelden kon een biograaf over zoveel materiaal beschikken als Jan Fontijn, en zelden deed zich derhalve het probleem voor waarvoor hij zich geplaatst zag: hoe een biografie van rijstebrij te maken, een proefschrift nog wel, zonder droge, ellenlange opsommingen van levensfeiten, en zonder een noten-apparaat-met-een-waterhoofd?

Alleen een goede biograaf weet zo'n klus te

[pagina 283]
[p. 283]

klaren, en Fontijn ís een goede biograaf. Tweespalt (1990) en Trots verbrijzeld (1996) heten de twee delen van zijn Van Eedenbiografie. Voor het eerste deel, dat het leven van de schrijver/psychiater/wereidhervormer tot 1901 beschrijft, ontving de biograaf de prestigieuze Dordtse biografieprijs, en ook het recentere tweede deel, dat loopt tot Van Eedens dood in 1932, is alom zeer positief ontvangen. En terecht, want Fontijn heeft een voorbeeldige prestatie geleverd.

Allereerst heeft hij alle documenten waarover hij beschikte zorgvuldig ‘gewogen’ - en vele te licht bevonden. ‘De autobiografie is voor de biografie van alle bronnen het gevaarlijkst’, schrijft Fontijn in zijn inleiding (Tweespalt, p. 16). ‘Daar in het geval van Van Eeden de autobiografie vaak de kant opgaat van gestileerde introspectie en zelfverdediging heb ik er betrekkelijk spaarzaam van gebruik gemaakt.’ Ook waar het Van Eedens droomaantekeningen betreft, is de biograaf buitengewoon terughoudend. Het is immers ál te gemakkelijk in het nachtleven van de schrijver ‘bewijzen’ te vinden voor stellingen die op een andere manier niet te staven zijn. Aan droomduiding, hoe verleidelijk ook, waagt Fontijn zich niet.

Zelfs de dagboeken worden door de biograaf met argwaan bekeken. Niet alleen omdat Van Eeden tijdens het schrijven wist - of in ieder geval hoopte - dat deze ooit gepubliceerd zouden worden, maar ook omdat Van Eeden berucht was om zijn neiging - Fontijn drukt zich vriendelijk uit - ‘zichzelf op bepaalde momenten fraaier voor te doen dan hij in werkelijkheid is’ (Tweespalt, p. 17).

Wat de biograaf rest na deze kritische beschouwing van het bronnenmateriaal is, naast een overstelpende hoeveelheid feiten, een zee vol drijfzand. Voorzichtig bouwt Fontijn daarop zijn argumentatie. Overtuigend laat hij in Tweespalt zien dat Frederik van Eeden steeds heen en weer geslingerd werd tussen elkaar uitsluitende gevoelens. De schrijver was méér dan overtuigd van zijn eigen kwaliteiten (zo voerde hij in de jaren twintig ongegeneerd campagne voor de toekenning van de Nobelprijs aan hemzelf), maar liet zich tegelijkertijd verpletteren door slechte kritieken. Hij wentelde zich in weelde, roem en aandacht, maar streefde in zijn kolonie Walden naar nederigheid en soberheid. Tweespalt is dan ook het verhaal van Dr. Jekyll en Mr. Hyde (niet voor niets koos Fontijn een citaat uit dit werk van Stevenson als motto), zonder overigens dat de biograaf Jekyll of Hyde veroordeelt. Hoogstens is er sprake van verwondering, lichte irritatie soms, om Van Eedens dubbelhartigheid.

In Trots verbrijzeld maakt die irritatie plaats voor milde ironie en mededogen. Om de waarde die Van Eeden hechtte aan zijn spiritistische ‘ontmoetingen’ met overleden vakbroeders, om zijn imitatie van Jezus Christus, om zijn drang om de wereld van een morele ondergang te redden, om zijn tanende inspiratie, om de depressies die hem teisterden, om de geestelijke aftakeling in de laatste jaren van zijn leven. ‘Al mooie dingen verminderen / En verlaten mij nu -’, dichtte Van Eeden in Ellen, een lied van de smart. ‘Mijn lieve zinnekinderen / Haten mij nu-’. De tragiek van een gemankeerd genie: het lot had hem niet harder kunnen treffen. ‘De trots was verbrijzeld’, zo besluit Fontijn zijn biografie (Trots verbrijzeld, p. 576).

Verbrijzelde trots en tweespalt - het zijn rode draden die Fontijn kunstig door zijn tekst geweven heeft. Ze helpen hem om greep te krijgen op de raadselachtige, narcistische faun die Van Eeden is. Ze bieden hem de kans enige coherentie aan te brengen in een verleden dat, zoals de biograaf beter weet dan wie ook, in feite weinig coherentie kent. Is dat verkeerd, onhoudbaar, onwetenschappelijk wellicht? Mijns inziens niet. Fontijn toont aan dat hij deze rode draden

[pagina 284]
[p. 284]

wel móest gebruiken, dat het niet evengoed twee andere hadden kunnen zijn: de polen in Van Eedens karakter die hem tot hoogmoed en masochisme dwongen, liggen verankerd in de cultuur van rond de eeuwwisseling, waarvan de mens, de schrijver en de wereldhervormer producten zijn.

Om dát te laten zien, om zijn visie op Frederik van Eeden te beargumenteren, heeft Fontijn veel, heel veel pagina's nodig. Pagina's waarin hij een wonderlijke maar onaardige kerel neerzet, wiens grootste talent het volgens zijn biograaf niet was om te schrijven, maar om van zijn leven een kunstwerk te maken. En daarin schuilt het enige dat we Jan Fontijn kunnen verwijten: wie het redt om al die pagina's uit te lezen - hoeveel Van Eeden kan een lezer verwerken, zelfs als die hem in meeslepende stijl wordt voorgeschoteld? - vergaat de lust om De kleine Johannes, Van de koele meren des doods, De nachtbruid en Pauls ontwaken zelf ooit nog uit de kast te halen.

Gered uit de klauwen van vergetelheid, maar tegelijk voor eens en voor altijd bijgezet in de urnenmuur van de literatuur.

 

Annette Portegies

jan fontijn, Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901, Querido, Amsterdam, 1990, 600 p.
jan fontijn, Trots verbrijzeld. Het leven van Frederik van Eeden vanaf 1901, Querido, Amsterdam, 1996, 670 p.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Tweespalt: het leven van Frederik van Eeden tot 1901

  • over Trots verbrijzeld: het leven van Frederik van Eeden vanaf 1901


auteurs

  • Annette Portegies

  • over Jan Fontijn