Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 40 (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 40
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 40Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 40

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 40

(1997)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een dienstbaar dichterschap
Het leven van Henriëtte Roland Holst

Ze was nog jong, heel jong, toen ze haar eerste gedichten schreef. Alleen op haar kamer in Lindenhof, de Noordwijkse villa van haar ouders, of in de kille conversatiezaal van Oosterwolde, een chique meisjeskostschool in Velp, produceerde ze het ene vers na het andere. Draakjes zijn het, maar interessant omdat ze reeds de kiem bevatten van wat haar latere dichterschap steeds heeft gekenmerkt: een grote dienstbaarheid aan idealen. Aanvankelijk probeerde ze via haar poëzie een utopische vriendschap te bewerkstelligen, en later zelfs contact met het goddelijke, maar haar talent kwam pas tot volle bloei toen ze zich richtte op de aardse werkelijkheid. Ze klom op de barricades voor het onderdrukte volk en werd zo de spreekbuis van het socialisme.

‘Dienstbaarheid’. Het is een begrip dat in de biografie van een vrouw (Elsbeth Etty) over een vrouw (Henriëtte Roland Holst) - zeker in een biografie die in de inleiding expliciet aandacht vraagt voor de cultuurbepaalde sekse-ongelijkheid - gemakkelijk zou kunnen uitgroeien tot een streng-feministische aanklacht. Zo niet in Liefde is heel het leven niet, het onlangs met de ‘Gouden Uil’ bekroonde boek dat Etty over Roland Holst publiceerde. Etty laat weliswaar duidelijk zien dat de heersende conventies rond de eeuwwisseling het vrouwen bemoeilijkten hun talenten te benutten, maar ze doet dit zonder te veroordelen. Neem bijvoorbeeld het gedrag van Rik Roland Holst, Henriëtte's echtgenoot. Hij had haar het liefst trouw en stil aan zijn zijde, en trachtte haar politieke ambities daarom voortdurend te ondermijnen. Door hun huishouden van de Randstad naar de Buissche Hei te verplaatsen, zodat ze moeilijker bereikbaar was voor haar socialistische vrienden. Door haar simpelweg te verbieden naar Rusland te gaan, waar ze Lenin en Trotski zou ontmoeten. Door het kwaadaardige gerucht te verspreiden dat Henriëtte dementeerde toen ze vanwege overspannenheid rust moest houden. Elsbeth Etty registreert het met de scherpe blik van de journaliste die ze is, maar laat een gemakkelijk oordeel achterwege. Dat Henriëtte Rik, die er jarenlang naast zijn vrouw een vriendin op nahield, nooit verlaten heeft, meldt ze niet met begrip maar wel met mededogen.

Het is niet moeilijk om in Roland Holsts gemankeerde huwelijk, dat vanwege de impotentie van haar echtgenoot kinderloos bleef, een belangrijke drijfveer te vinden voor haar geldingsdrang. ‘Zoals Freud van mening was dat Da Vinci's genie mede kan worden verklaard uit zijn buitengewone vermogen het grootste deel van zijn libido te sublimeren tot drang naar onderzoek,’ schrijft Etty, ‘zo was Henriëtte ervan overtuigd dat de grootste kunstenaars, zij die de gemeenschap dienden, erin slaagden hun seksuele aandriften om te zetten in energie die ze voor dat hogere doel aanwendden.’ Rode draad in Etty's analyse van Roland Holsts karakter is de ‘onschuldfantasie’, een term die ze ontleent aan de theologe G. Dresen. Door te fantaseren, aldus Etty, over een betere wereld - die bereikt kan worden door zich weg te cijferen, op te offeren aan de gemeenschap - kan innerlijke gespletenheid

[pagina 438]
[p. 438]

worden omgezet in harmonie. ‘Bij Henriëtte Roland Holst werd deze gespletenheid veroorzaakt door de spanning tussen haar streven naar het uitsluitend goede tegenover het bewustzijn dat het kwaad inherent is aan een politieke keuze, zeker in tijden van oorlog en revolutie.’ Hoewel dit psychologische kader, gebaseerd op de omstreden psychoanalyse, wat mager oogt, gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het gedrag van Roland Holst zich er grotendeels uit verklaren laat - maar niet helemaal. Dat haar socialistische activisme een deel van haar onvolkomen huwelijksleven compenseerde, lijkt evident. Dat zij haar talenten dienstbaar maakte aan haar idealen, eveneens. Maar of er tweespalt heerste in haar ziel?

Tante Jet, zoals Roland Holst door intimi genoemd werd, was een rechtlijnig mens, al moest ze haar standpunten dikwijls herzien onder druk van de gebeurtenissen. Lang, te lang, bleef ze het communisme verdedigen. Te lang ook geloofde ze in het heil van de gewelddadige revolutie. Maar even vaak bevestigde de geschiedenis haar gelijk: toen ze al vroeg in de jaren dertig waarschuwde tegen het Duitse nationaal-socialisme bijvoorbeeld, of toen ze in dezelfde periode pleitte voor een onafhankelijk Indonesië. Ze stond, hoe dan ook, voor haar idealen, zelfs als zij daarvoor persoonlijk een offer moest brengen. Zo schonk ze onmiddellijk na Riks overlijden haar gehele kapitaal aan goede doelen. Een echte socialist, vond ze, kon geen huizen, laat staan aandelen bezitten.

Het is nu juist deze rechtlijnigheid die Henriëtte Roland Holst, ondanks haar dwalingen, een vrouw maakt om van te houden. Haar tijdgenoten droegen haar op handen, als ‘moeder van het volk’ en een van de grootste dichters van haar generatie. De hoogleraar Huizinga vergeleek haar in een artikel in het toonaangevende tijdschrift De Gids zelfs met Vondel! Waar deze literaire bewondering op gebaseerd was, maakt Etty in haar biografie niet duidelijk. Ze leest Roland Holsts gedichten veelal als pamfletten, en laat de stilistische aspecten ervan goeddeels buiten beschouwing. Ze beschrijft de vrouw die woorden aan daden paarde, die poëzie met politiek verbond, vooral als activiste en veel minder als kunstenaar. ‘Het schrijven van biografieën van belangrijke vrouwen kan ertoe bijdragen dat algemene geschiedenis niet langer automatisch wordt vereenzelvigd met de faits et gestes van vooraanstaande mannen’, meldt Etty in haar inleiding. Het staat vast dat de geschiedschrijving van het socialisme in Nederland met dit boek over ‘tante Jet’ verrijkt is. In de geschiedenis van het Nederlandse literaire leven daarentegen moet Henriëtte Roland Holst, ondanks Liefde is heel het leven niet, nog altijd haar plaats bevechten tussen de mannen van Tachtig en daarna.

 

Annette Portegies

elsbeth etty, Liefde is heel het leven niet, Henriëtte Roland Holst 1869-1952., Uitgeverij Balans, 1996, 744 p.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Liefde is heel het leven niet. Henriette Roland Holst, 1869-1952


auteurs

  • Annette Portegies

  • over A. Roland Holst

  • over Elsbeth Etty