Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 40 (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 40
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 40Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 40

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 40

(1997)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Leenwoordenboek

Taalpuristen beschouwen leenwoorden vaak als een bron van ergernis. De Academie Française voert zelfs regelmatig campagne om het Frans van vreemde smetten vrij te houden en lijkt het ‘Franglais’ te beschouwen als volksvijand nummer één. De werkelijkheid is echter anders: een levende taal zonder leenwoorden is ondenkbaar. Er bestaan zelfs talen die in de loop van hun bestaan het overgrote deel van hun woordenschat hebben geleend, zonder daardoor ook maar enige ‘schade’ te hebben geleden.

Het bekendste voorbeeld is natuurlijk het Engels, dat werkelijk vol zit met woorden van Franse origine en daarnaast ijverig leende uit alle mogelijke andere talen waarmee de Britten ooit in contact zijn gekomen. En wie zal beweren dat het Engels daardoor onder druk staat of aan eigenheid inboet? Dat het nog veel sterker kan, mag blijken uit twee voorbeelden die we wat verder van huis kunnen vinden. In Europa is dat het Albanees, een Indo-europese taal die zodanig veel woorden leende uit achtereenvolgens het Latijn, Grieks, Turks en Slavisch dat er nog nauwelijks erfwoorden zijn overgebleven. En in de Andes vinden we ‘dialecten’ van het Quechua (een groep talen met officiële status als landstaal in Peru en in totaal tenminste zeven miljoen sprekers) die zich van een vrijwel volledig Spaanse woordenschat bedienen, maar dat dan wel in een vrijwel onaangetast gebleven Quechua grammatica.

Voor veel in taal geïnteresseerden valt de geschiedenis van een taal samen met de geschiedenis van de woorden in die taal, de etymologie. Voor taalkundigen is dat niet zo. Voor hen is taal een systeem dat in zijn totaliteit dient te worden beschouwd. Etymologie is vanuit dat gezichtspunt niet meer dan een hulpmiddel, en vaak nog een lastig hulpmiddel ook. In de kring van taalkundigen zal het monumentale Leenwoordenboek van Nicoline van der Sijs dan ook weinig wakker maken. Aardig dat er nu een groot overzicht bestaat dat zich niet beperkt tot één brontaal of één aspect, maar dat de hele voorraad bij elkaar neemt. Aardig ook door de vele anekdotes en wetenswaardigheden die Van der Sijs verzamelde. Maar zeker geen vervanging voor een goed etymologisch woordenboek, en al met al toch niet veel meer dan een aardigheidje daarnaast en geen aanvullend naslagwerk.

Voor deze koele ontvangst zijn een aantal redenen aan te voeren. Om te beginnen zijn woorden op dit niveau net mensen: elk hebben zij een individuele geschiedenis. Daarvoor blijft een etymologisch woordenboek dan ook het aangewezen gereedschap. Net als een gemeenschap van mensen heeft een gehele woordenschat uiteraard ook een gemeenschappelijke geschiedenis. Dat is de geschiedenis van de taal, en die laat zich weer op twee manieren schrijven: uiterlijk, en dan gaat het eigenlijk om de geschiedenis van de gebruikers van de taal, en ‘innerlijk’ in de vorm van een historische grammatica. Maar welke vorm we ook kiezen, in een doorsnee geschiedschrijving van een taal staan toch de geërfde taalfeiten centraal en vormen de leenwoorden de buitenbeentjes. (Hier eindigt dan ook de overeenkomst met de geschiedenis van mensen.)

Daar zit precies de makke van het Leenwoordenboek. Het valt tussen de wal en het

[pagina 627]
[p. 627]

schip. Voor veel niet-taalkundigen zal dit boek tal van vragen beantwoorden over hoe allerlei woorden ooit in het Nederlands terecht kwamen en over de vele invloeden die onze taal heeft ondergaan. De lezer moet daarvoor echter wel erg veel voorbeelden voor lief nemen, want uit de aard der zaak staat dit boek bol van de opsommingen. Lekker weglezen doet het daardoor beslist niet, wat nog wordt versterkt door stijlbloempjes als ‘Woorden voor scheepstermen’ (blz. 89). Voor de taalkundige is het daarentegen weer lastig dat die opsommingen zelden volledig zijn, de schets van de historische context oppervlakkig (en ook wel eens onjuist) is, en de historische grammatica al helemaal niet wordt behandeld. Voor hem zullen hooguit de uitgebreide registers en de vele voetnoten met literatuurverwijzingen dit boek tot een handig hulpmiddel maken. Maar helaas, ook hier is het boek lang niet overal up-to-date.

Elders besprak ik dit Leenwoordenboek vanuit de specialistische optiek van de Keltoloog. Erg tevreden was ik niet, en mijn bevindingen stemden me ook weinig hoopvol voor de overige ‘exoten’ uit talen anders dan het Frans, Duits, Engels en de Klassieke talen. Op deze plaats wil ik daarover alleen nog klagen dat de kadertekst over ‘Kelten en “Keltische” plaatsnamen in Nederland’ (door Gerald van Berkel) zich niet ook tot Vlaanderen uitstrekt. Of het veel zou uitmaken wanneer dat wel het geval was geweest, dat durf ik te betwijfelen. De informatie die hier wordt gegeven is ronduit gebrekkig.

Maar er zijn meer missers. Zo betoogt Van der Sijs meteen al op bladzijde 3 dat het Nederlands nooit rechtstreeks contact had met de Baltische talen. Het (Oud-)Pruisisch stierf echter pas in de zestiende eeuw uit en in de streken waar die taal werd gesproken waren in de middeleeuwen zowel de Hanze als Nederlandse kolonisten actief. Dat we daar geen leenwoorden aan overhielden, mag dan het geval zijn, het contact was er wel degelijk. Wellicht had daar zelfs een hoofdstukje aan kunnen worden gewijd: contacten die geen leenwoorden opleverden. Ook het Turks en het Marokkaans Arabisch (en Berber) zouden daarin dan een plaatsje hebben gekregen. Nog op dezelfde pagina struikelde ik over het (stelselmatige) misbruik van de naam ‘Engeland’ voor ‘Groot-Brittannië’, en in dit specifieke geval zelfs voor ‘de Britse Eilanden’!

Verder lijkt de opmerking op bladzijde 46 dat de klankwetten veel uitzonderingen kennen mij wat al te ongenuanceerd. Klankwetten heten juist zo omdat zij geen uitzonderingen dulden. Daarmee vormen zij het fundament onder de historisch vergelijkende taalwetenschap. Dat we nog niet alle klankwetten kennen, en dat de historische werkelijkheid wel eens ingewikkelder is dan wij nu kunnen reconstrueren, dat is een heel ander verhaal.

Tot slot vind ik het persoonlijk erg jammer dat Nicoline van der Sijs ervoor heeft gekozen de leenwoorden steeds te behandelen onder de taal waaruit het Nederlands ze direct ontleende. De oorspronkelijke brontaal wordt dan meestal nog wel genoemd, maar veel van wat juist anekdotisch waardevol is, blijft op die manier onderbelicht. Zo had een woord als ‘hangmat’ (uit het Taíno van Haïti) een heel wat boeiender verhaal kunnen opleveren dan de lezer nu uit het Leenwoordenboek bij elkaar kan sprokkelen.

 

Lauran Toorians

nicoline van der sijs, Leenwoordenboek. De invloed van andere talen op het Nederlands, Sdu Uitgevers, Den Haag / Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 1996, XXXIV + 921 p.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Leenwoordenboek. De invloed van andere talen op het Nederlands


auteurs

  • Lauran Toorians

  • over Nicoline van der Sijs