Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 48 (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 48
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 48Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 48

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 48

(2005)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 765]
[p. 765]

Noordoostpassanten. Een spiegel van de West in de Lage Landen

Het gebeurt zelden dat Suriname, de Nederlandse

illustratie

Antillen en Aruba, vroeger de West genoemd, samen in een anthologie aan bod komen. Dat is wel het geval in Noordoostpassanten. 400 jaar Nederlandse verhaalkunst over Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba. Weliswaar is het in deze bloemlezing niet de Surinamer of de Antilliaan die het woord neemt, zoals dat het geval was in Mama Sranan. 200 jaar Surinaamse verhaalkunst (1999, samengesteld door Michiel van Kempen) of in Tropentaal. 200 jaar Antilliaanse vertelkunst (2001, samengesteld door Wim Rutgers), maar de Nederlander zelf. Eén opvatting is meteen al door de omvang van het boek - maar liefst 711 pagina's - niet langer te verdedigen, namelijk dat er in tegenstelling tot Nederlands Oost-Indië niet zo veel over de West is geschreven. Dit beeld wordt door Noordoostpassanten eindelijk gecorrigeerd.

Deze prachtige bloemlezing, die samengesteld werd door Michiel van Kempen en Wim Rutgers, is niet alleen van een uitvoerige inleiding en verantwoording voorzien, maar alle auteurs - er zijn er iets meer dan honderd! - kregen ook een interessante biografie. Het boek bevat tekstfragmenten maar soms ook volledige teksten. Ze staan in chronologische volgorde. Het boek bevat voor de hedendaagse lezer minder bekende tot zelfs onbekende auteurs en teksten, maar er duiken ook schrijvers als Simon Carmiggelt en Godfried Bomans op. En dat is verrassend. Willem Frederik Hermans, die begin 1969 een reis naar Suriname en de Nederlandse Antillen maakte en zijn reisindrukken in de De laatste resten tropisch Nederland weergaf, ontbreekt echter. Maar dat heeft wellicht met auteursrechtelijke problemen te maken. Hoe het ook zij, de auteurs zijn allen passanten: personen die niet afkomstig zijn uit de West maar die er een langere of kortere tijd voor hun werk verbleven.

Het is natuurlijk niet haalbaar om de vier eeuwen die in dit boek aan bod komen in dit korte bestek te bespreken. Ruwweg kan gezegd worden - al doe ik hier de bloemlezing geweld aan - dat de zestiende en zeventiende eeuw rijk zijn aan verslagen allerhande, bijvoorbeeld in de vorm van reisverhalen en beschrijvingen van wat er gezien werd. In de achttiende eeuw kreeg het op fantasie berustende geschrift de bovenhand en verscheen de goede meester op de voorgrond. In de negentiende eeuw kan er werkelijk van een bloei gesproken worden van allerlei boeken (o.a. geschriften over het al dan niet afschaffen van slavernij). En ten slotte komt er op het einde van de twintigste eeuw een geweldige opbloei van voornamelijk vrouwelijke auteurs die over de West schrijven, zoals bijvoorbeeld Eva Gerlach en Nelleke Noordervliet.

Zoals gezegd is het de Nederlander in zijn rol als leraar, militair, geestelijke, kortom als passant die hier het woord neemt. Het vermelden waard zijn hier o.a. M.D. Teenstra, de landbouwspecialist die zowel in Nederlands Oost-Indië als op Curaçao en in Suriname verbleef; de predikant G.B. Bosch die eveneens in beide regio's verbleef; de uit Denemarken komende hernhutter P.M. Legêne, die een kindertehuis in Alkmaar aan de Commewijne stichtte; Eva Gerlach, die meer dan tien jaar in Paramaribo woonde en er school liep. Anderen ontvingen een reisbeurs van de in 1948 opgerichte Stichting Culturele Samenwerking, kortweg Sticusa genoemd, en verbleven daardoor een tijdje in de regio. Bijna alle schrijvers in deze bloemlezing hebben dus de West bezocht. Bijna alle, want er zijn in deze bloemlezing drie buitenbeentjes oftewel uitzonderingen opgenomen die nooit in de West geweest zijn maar die zo'n belangrijk werk over de

[pagina 766]
[p. 766]

West geschreven hebben dat het hier niet kon ontbreken. Het gaat om Elisabeth Maria Post met haar briefroman Reinhart, of Natuur en godsdienst (1791-92) en Baron Wolter Robert van Hoëvell met zijn Slaven en vrijen onder de Nederlandsche wet (1854).

In Noordoostpassanten wordt de lezer geconfronteerd met het beeld van de West dat in Nederland bestaat of hoe er in Nederland naar de West werd (wordt) gekeken: een spiegel waarin stereotiepe beelden bevestigd of ook soms doorbroken worden. Deze bevestiging of doorbreking van het stereotype is voor de lezer des te duidelijker, gezien de chronologische indeling van de bloemlezing. En hij wordt met verrassingen geconfronteerd.

Zo botst hij bijvoorbeeld op het zeldzame thema van een amoureuze verhouding tussen een blanke vrouw en een neger dat terug te vinden is in Geschiedenis van een neger - een neger van een blanke juffer bemind! (ca. 1771). Het is een verhaal van een hugenoot die toestemming geeft aan zijn dochter om met Thomas, een tot het christendom bekeerde neger, in het huwelijk te treden. Een ander voorbeeld van doorbreking is bij de hierboven vermelde Legêne te vinden die in Suriname, land mijner dromen (1948) misschien niet inhoudelijk, maar op zijn minst typografisch afstand neemt van stereotypen door het woord ‘zwartjes’ tussen aanhalingstekens te plaatsen in de zin ‘“Zwartjes”, maar tóch kinderen Gods!’ (Noordoostpassanten, pp. 28-29). Een voorbeeld van bevestiging is te vinden bij Simon Carmiggelt, die op uitnodiging van de Sticusa in Suriname verbleef. In zijn column ‘Lekkernij’, die hij onder de schuilnaam Kronkel schreef, lezen wij: ‘(...) Na afloop gaan we nog even gezellig iets drinken in de club. Het blijkt een bar te zijn, onder een soort afdak. Bij aankomst bemerk ik, dat er geen duidelijkheid bestaat of dit een club voor mensen is of voor beesten, want nog nimmer heb ik in mijn bewogen leven zoveel walgelijk gedierte bijeengezien als hier.’ (Noordoostpassanten, p.392) Dat zulke taal de lezer tot vandaag de dag versteld doet staan en commentaar uitlokt, zal wel niemand verwonderen.

Wie deze anthologie leest, leert veel over de blik van de passanten op de West. Tegelijk roept ze ook verdere vragen op. Hoe keken of kijken de schrijvers uit de West naar de passantenliteratuur? Welke invloed heeft die passantenliteratuur uiteindelijk gehad op de eigenlijke Surinaamse en Antilliaanse literatuur? En tot wanneer blijft men ‘passant’, m.a.w. tot wanneer blijft men buitenstaander? Dat toont deze bloemlezing alvast aan: er ligt nog een heel onderzoeksgebied open op het gebied van de passantenliteratuur in de West.

Benoît Verstraete-Hansen

michiel van kempen & wim rutgers (samenst.), Noordoost-passanten. 400 jaar Nederlandse verhaalkunst over Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba, Contact, Amsterdam, 2005, 711 p.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Noordoostpassanten; 400 jaar Nederlandse verhaalkunst over de Caraïben


auteurs

  • Benoît Verstraete

  • over Wim Rutgers