Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 48 (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 48
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 48Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 48

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 48

(2005)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een onwrikbaar geloof in rechtvaardigheid. Biografie van Aletta Jacobs

Onbegrijpelijk en ongehoord is het dat van de belangrijkste vrouw uit de negentiende- en twintigste-eeuwse Nederlandse geschiedenis pas in de eenentwintigste eeuw een biografie kon verschijnen. Maar laten we niet zeuren en onze zegeningen tellen. De zomer van 2005 begon met de publicatie van de zowel kwantitatief als kwalitatief kolossale biografie van Aletta Jacobs (1854-1929) door Mineke Bosch. Meer dan 75 jaar nadat de wereldberoemde voorvechtster van het feminisme in een hotel in Baarn in haar slaap overleed, zag haar levensbeschrijving alsnog het licht. De reden dat we er zo lang op hebben moeten wachten is ongetwijfeld geen gebrek aan belangstelling voor deze intrigerende vrouw, maar simpelweg geldgebrek. Een levensbeschrijving van een zo veelzijdig en actief persoon - Jacobs was Nederlands eerste vrouwelijke arts en presidente

[pagina 786]
[p. 786]


illustratie
Aletta Jacobs in 1882 met een van haar patiënten.


van de Nederlandse Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht - vergt jarenlang intensief onderzoek en maar weinig gekwalificeerde mensen kunnen zich dat financieel veroorloven. Ook van Pieter Jelles Troelstra, de in 1930 overleden grondlegger van de Nederlandse sociaaldemocratie, is nog altijd geen biografie verschenen. De biografie van Aletta Jacobs, de meest complete Nederlandse geschiedschrijving van de eerste feministische golf tot nu toe, kon totstandkomen dankzij een royale subsidie van het Prins Bernhard Fonds. Het boek is de laatste in de reeks van de door deze instelling geïnitieerde biografieën van vooraanstaande Nederlanders die leefden tussen 1850 en 1950, zoals Koningin Wilhelmina, Herman Gorter, Willem Drees en Hendrik Colijn. Ook mijn biografie van de marxistische dichteres Henriette Roland Holst maakt deel uit van de serie.

Door de historica Mineke Bosch als biografe uit te kiezen, stond eigenlijk al bij voorbaat vast dat de biografie over de eerste Nederlandse vrouw die in 1878 afstudeerde als arts en in datzelfde jaar ook promoveerde een betrokken maar tegelijkertijd gedegen wetenschappelijk werk zou worden. Bosch publiceerde al in 1985 over Jacobs en promoveerde in 1994 cum laude op een dissertatie over vrouwen en hoger onderwijs tussen 1878 en 1948. Het wetenschappelijke karakter van de biografie is Bosch niet door alle recensenten in dank afgenomen. Aletta Jacobs, achtste telg uit een omvangrijk joods huisartsengezin in het Groningse dorp Sappemeer, zou als persoon te weinig uit de verf komen, er zou ons, lezers, geen blik worden gegund achter de schermen van het feministische strijdtoneel. Maar voor iemand wier leven zich in hoofdzaak op het podium afspeelde, is dat vrijwel onontkoombaar.

Veel belangrijker is dat Bosch eindelijk een minutieuze studie heeft gemaakt van de negentiende- en begin twintigste-eeuwse Nederlandse vrouwenbeweging (en haar internationale vertakkingen), aan wie Nederland het zwaar bevochten vrouwenkiesrecht te danken heeft. Ook biedt het boek een schat aan deels nieuwe informatie over Jacobs' praktijk als arts en voorvechtster van anticonceptie, in casu het pessarium. Vanaf 1882 schreef Jacobs dit voorbehoedmiddel, waarmee vrouwen zélf over hun vruchtbaarheid konden beschikken, tijdens haar gratis spreekuren voor aan onbemiddelde patiënten.

Overigens vindt Bosch het aan de vrouw brengen van het pessarium geen feministisch wapenfeit van Jacobs. Hoewel zij de beschikbaarheid van anticonceptie voor vrouwen in navolging van Simone de Beauvoir beschouwt als een bijdrage aan ‘de bevrijding van vrouwen van hun biologisch lot’, sluit ze zich tegelijkertijd aan bij de wel erg gedateerde bezwaren tegen deze vorm van vrouwelijke autonomie. Instemmend citeert ze de negentiende-eeuwse arts J. Menno Huizinga, die schreef dat aan anticonceptie dit nadeel kleeft: het zou ‘aan de zelfbeheersing der mannen haar aanleiding en haar prikkel [kunnen] ontnemen’. Hieruit spreekt een nogal beperkte opvatting over vrouwelijke (hetero)seksualiteit: vrouwen zouden geen zin hebben in seks en zouden, door zich te beroepen op een mogelijke ongewenste zwangerschap, zich aan die zware huwelijkse plicht kunnen onttrekken.

Gelukkig verheelt de biografe niet dat Aletta Jacobs daar zelf waarschijnlijk anders over dacht. Uitvoerig wordt in de biografie haar ‘verbond’ belicht met Carel Victor Gerritsen, gemeenteraadslid in Amsterdam en ook enkele jaren kamerlid voor de Radicale Bond, met wie Jacobs jarenlang een ‘vrij huwelijk’, dat wil zeggen een buitenechtelijke liefdesrelatie, onderhield. Uit het feit dat er al die jaren geen kind kwam, concludeert Bosch dat

[pagina 787]
[p. 787]

Jacobs ‘persoonlijk ervaring had met de toepassing van het pessarium’. Pas nadat zij in 1892 ‘uit verlangen naar een kind’ met Gerritsen trouwde, werd ze zwanger. In 1893 beviel zij van een zoontje dat kort na de geboorte overleed. Jacobs weet dit drama aan een fout van de verloskundige, maar wat er precies misging heeft Bosch niet kunnen achterhalen. Na de bevalling moest Jacobs een operatie ondergaan, die er mogelijk toe heeft geleid dat zij geen kinderen meer kon krijgen. Wel voedde zij gedurende vele jaren haar neefje Charles Emile Jacobs op, wat op een grandioze mislukking uitliep. Nadat Gerritsen in 1905 was overleden aan kanker en zijn weduwe (mede dankzij de verkoop van zijn kostbare feministische bibliotheek) niet onbemiddeld achterliet, smeet neef Charles haar geld over de balk wat haar op hoge leeftijd nog een faillissement bezorgde.

Al met al is er in deze eerste volledige Jacobs-biografie, ondanks de beperkte bronnen over haar privéleven, voldoende materiaal bijeengebracht waarmee we ons een beeld kunnen vormen van de mens achter de beroemde feministe.

Heb ik dan helemaal niets aan te merken op dit prachtige en in velerlei opzichten rijke boek? Toch wel. Niet de ‘geleerdheid’ waar een enkele recensent over is gevallen stoort me, al hou ik niet zo van ‘vertogen’ over gender in een voor een breed publiek bedoelde biografie. Wat ik als een gemis beschouw, is het onvermogen om, in de beste Angelsaksische biografische traditie, een verhaal te maken van Aletta Jacobs' leven. In Een onwrikbaar geloof in rechtvaardigheid wordt het levensverhaal voortdurend onderbroken door tussenkoppen met titels als ‘Eerste feministische publicatie’, ‘Facultatieve steriliteit en de sociale kwestie’ of ‘Vrouwenkiesrechtvertoon in Engeland’. Volgens de slechtste Nederlandse academische traditie maakt Bosch zich bovendien schuldig aan vooruitwijzingen als ‘waarover later meer’, ‘over hem later meer’ of terugverwijzingen als ‘zoals ik elders al eens heb gezegd’.

Potsierlijk wordt deze stijl van schrijven als Bosch vraagtekens plaatst bij Jacobs' memoires, Herinneringen, waarin ze vooral de rol van haar vader in haar opvoeding tot feministe prijst en haar moeder tekort zou doen. Bosch daarover: ‘Of Jacobs zich hier heeft laten leiden door een hecht verankerd cultureel stereotype is uiteraard moeilijk met zekerheid vast te stellen, maar de biograaf behoudt zich het recht voor hiermee rekening te houden.’ Zulke intermezzi horen in een notenapparaat thuis, waarvoor in deze uitmuntend gedocumenteerde biografie voldoende plaats is ingeruimd. Op deze manier in het ‘verhaal’ verwerkt, verpesten ze mijn leesplezier. Een goede eindredacteur had hier wonderen kunnen verrichten en er vermoedelijk ook wel voor gezorgd dat een zinnetje over Helene Mercier en ‘diens brief’ aan Jacobs was gecorrigeerd.

Ik geef toe: het zijn kleinigheden die weinig afdoen aan het meesterstuk dat Mineke Bosch heeft afgeleverd, maar juist omdat het zo'n waardevol boek betreft, zijn zulke ontsierinkjes doodzonde.

 

Elsbeth Etty

mineke bosch, Een onwrikbaar geloof in rechtvaardigheid. Aletta Jacobs 1854-1929, Balans, Amsterdam, 2005, 819 p.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Aletta Jacobs 1854-1929. Een onwrikbaar geloof in rechtvaardigheid


auteurs

  • Elsbeth Etty

  • beeld van Aletta H. Jacobs