Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 56 (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 56
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 56Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 56

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (32.38 MB)

ebook (30.68 MB)

XML (2.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 56

(2013)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 52]
[p. 52]

Mohammed onder anderen is zonder vader opgegroeid
De keuze van Jozef Deleu

Maria Barnas

Jaja de oerknal
 
 
 
Jaja de oerknal hoor ik mezelf zeggen.
 
Hoe is het mogelijk dat dit in mijn mond past?
 
Het ontstaan een klont op mijn tong.
 
 
 
Stil. Angst is een zwerm die rust in een boom.
 
Of zijn het woorden die zich inktzwart
 
op de takken verdringen. Het is een vorm
 
 
 
van paniek die opwelt in mij en als opvliegende
 
zwerm uit mijn keel breekt. Het heelal slaat
 
de vleugels uit. Wij klapwieken en juichen schril.

Uit: Jaja de oerknal, De Arbeiderspers, Utrecht, 2013.

[pagina 53]
[p. 53]

Lies van Gasse

Wenteling IV
 
Het is te warm om veel te schrijven.
 
Uit het beeldscherm lichten vlekken op.
 
Katten baren dagelijks.
 
 
 
Waar de zonnen schitteren,
 
wordt het nooit meer donker.
 
 
 
Waar de val van het licht
 
meedogenloos de ramen teistert,
 
laat ik u los.
 
 
 
Wij bevinden ons in een eindeloze stroom
 
van hel wit, zweet en droogte.
 
 
 
Tongen hebben we aangebonden
 
Wij weten niet waar dit begonnen is.
 
 
 
Een van ons neemt pak en zak, legt ogen af
 
en trekt door de woestijn.
 
 
 
Anderen kijken toe.
 
 
 
In een schoot laat iemand handen zakken.
 
Men verbergt er zijn gezicht.
 
 
 
We struikelen in het aardedonker,
 
gaan de lijnen van het pad
 
met onze handen af.
 
 
 
Ik leg mijn kater in de glasbak.
 
In de dieptes weet ik wel
 
waarom ik hier gekomen ben.

Uit: Wenteling, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2013.

[pagina 54]
[p. 54]

Bernke Klein Zandvoort

 
over de steile heuvels vlokken schapen
 
een colonne koeien probeert een wolk voor te blijven
 
die zijn reusachtige schaduw op het gras achter zich aan trekt
 
over een slobberweggetje klim ik, een emmer
 
in zichzelf klotsend water, de heuvel op
 
 
 
het land afduwend zoals vanuit een vliegtuig
 
de wereld langs een diagonaal wegdrupt
 
een slinkend stuk grond waarop mijn schaduwen elke dag
 
kruispunten maken waar ik sta
 
 
 
tegen alle gele bloemen zeg ik dat het boterbloemen zijn
 
omdat ze groeiden langs de sloot en al het goede in mijn hoofd
 
door slootkanten wordt omrand
 
een linie bosrand in de verte gaat met mijn stappen op en neer
 
 
 
als ik op de schuine zijde sta
 
dan ligt ergens in de aarde een loodrechte hoek
 
 
 
vier hoeken maken een panorama van 360 graden
 
korrelig zicht en kolkende aarde
 
waarboven de koeien van Pythagoras vooruit sloffen
 
en een wolk, die reist over land
 
met z'n schaduw een aanraking simuleren kan

Uit: Uitzicht is een afstand die zich omkeert, Querido, Amsterdam, 2013.

[pagina 55]
[p. 55]

Herman Leenders

Valavond
 
Alleen woorden zien het verschil
 
Tussen grijs en kobalt
 
Zwart en koningsblauw
 
Antraciet en aardedonker
 
 
 
Het zoeklicht vernietigt
 
De zekerheid doodt
 
De flits verblindt
 
De dag keert binnenstebuiten als een sok
 
 
 
Blinden gaan ratelend naar beneden
 
Je bent een klont die oplost
 
Een schaduw door rupsen aangevreten
 
 
 
Zonder vrees aan de afgrond
 
Alleen woorden zien het verschil
 
Tussen dood zijn en slapen

Uit: Dat is wij, De Arbeiderspers, Utrecht, 2013.

[pagina 56]
[p. 56]

Mustafa Stitou

Belijdenis
 
Toen ik de kroeg verliet hoorde
 
ik een schilder zeggen astronauten
 
zijn vaak zonder vader opgegroeid.
 
 
 
Ik herhaal: toen ik de kroeg verliet
 
hoorde ik een schilder zeggen astronauten
 
zijn vaak zonder vader opgegroeid.
 
 
 
Geldt ook voor profeten, dacht ik,
 
Mohammed onder anderen is zonder
 
vader opgegroeid. Onderweg
 
 
 
naar huis, het was nacht, ik nam de
 
korte weg door het park, hoorde ik
 
een eekhoorn zeggen je dood is het
 
 
 
eerste werkelijke dat je zal overkomen.
 
Ik herhaal: je dood is het eerste werkelijke
 
dat je zal overkomen. Als dit waar is,
 
 
 
dacht ik, spreekt een eekhoorn soms
 
de waarheid. Ik herhaal: spreekt een
 
eekhoorn soms de waarheid.

Uit: Tempel, De Bezige Bij, Amsterdam, 2013.

[pagina 57]
[p. 57]

Florence Tonk

Kleine ingreep
 
Men is tot actie overgegaan
 
de benen zijn in stijgbeugels
 
gedaan, het karretje met glanzend
 
roestvrijstaal, een pomp, de lepels.
 
Zo heeft men ingegrepen.
 
 
 
U bent nu schoongemaakt, de bodem,
 
het weefsel is van de zelfvoorzienende
 
planeet geschraapt waar even
 
toevallig twee
 
kleine kosmonauten leefden.
 
 
 
Hun reis liep niet voorspoedig.
 
Wat u na enkele weken zag bewegen
 
in dat gruizig universum op het scherm
 
kunt u maar beter
 
zo snel mogelijk vergeten.

Uit: Rijgen, Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2013.

[pagina 58]
[p. 58]

Willem van Toorn

Ella
 
Er was een vrouw in een huis
 
even sierlijk als zij. Ze was
 
zo koninklijk in verwachting
 
van de dood dat elke gast
 
haar vazal werd van eerbied. Pas
 
 
 
maar goed op je leven, zei ze, het is
 
zo lang niet meer als het leek.
 
Het leven is niets. Je voelde dat ze keek
 
naar wie je geweest was. Elk ding
 
om haar heen werd vanzelf doorzichtig.
 
 
 
Zij troostte óns: dat we algauw
 
zonder haar verder, maar dat
 
zou zeker gaan. Als ik haar
 
terughoor in dat hoofd van mij
 
is ze nog nooit dood, haar lach
 
 
 
klinkt nog door kamers. Ze slaat
 
een mooi been in een zijden kous
 
over het andere. Ze wacht -

Uit: Bezweringen, Querido, Amsterdam, 2013.

[pagina 59]
[p. 59]

Kira Wuck

 
Eenzaamheid ruikt naar kalfslever in een ovenschaal
 
de geur plakt in elke hoek van het huis
 
sneeuw en hoge bomen bakenen wegen af
 
Je komt niet weg voordat alles ontdooit
 
daarom trouwt men hier snel
 
 
 
Soms hakt er iemand een wak in het ijs
 
om te kijken of hij nog leeft
 
in de sauna worden vriendschappen geruild voor bier
 
Woorden zijn spaarzaam als het licht
 
als iemand wat vraagt
 
plak ik de mijne onder de sneeuw
 
 
 
In de keuken drink ik de laatste slokken
 
uit wijnglazen die op de afwas wachten
 
gekookte varkenshoofden gapen me aan
 
sneeuw wordt van daken geveegd
 
 
 
Ik verstop mij in een lichte roes onder het tafelkleed
 
pulk de inhoud uit een broodje
 
kijk waar muren elkaar raken

Uit: Finse meisjes, Podium, Amsterdam, 2012.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Jaja de oerknal

  • Wenteling

  • Dat is wij

  • Tempel

  • Rijgen

  • Bezweringen

  • Finse meisjes

  • Uitzicht is een afstand die zich omkeert


auteurs

  • Jozef Deleu

  • Maria Barnas

  • Lies van Gasse

  • Herman Leenders

  • E. Stitzinger

  • Florence Tonk

  • Willem van Toorn

  • Kira Wuck

  • Bernke Klein Zandvoort