Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ontmoeting. Jaargang 1 (1946-1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ontmoeting. Jaargang 1
Afbeelding van Ontmoeting. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Ontmoeting. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.10 MB)

Scans (23.68 MB)

ebook (3.71 MB)

XML (1.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ontmoeting. Jaargang 1

(1946-1947)– [tijdschrift] Ontmoeting–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 400]
[p. 400]

Bericht aan de lezers

In het Octobernummer, waarmede redactie en uitgeefster de tweede jaargang van ‘Ontmoeting’ hopen te beginnen, zullen in de kop de namen van twee nieuwe redactieleden verschijnen: die van de heren J. van Doorne en drs. J. Das.

De eerstgenoemde is onze medewerkers reeds als redactiesecretaris bekend en zijn benoeming tot mede-redacteur is weinig meer dan de bekrachtiging van een reeds feitelijk bestaande toestand.

De heer Das is door de bijdragen, die van zijn hand in ons tijdschrift zijn verschenen, voor onze lezers evenmin een onbekende. Aan de leden van het ‘Contact’ van Protestants-Christelijke auteurs behoeft hij niet te worden voorgesteld en de deelnemers aan de Pinksterconferentie van dit jaar herinneren zich de heer Das in verband met zijn daar gehouden doorwrochte lezing over ‘Cultuurschuld’

Enige aantekeningen van bio- en bibliografische aard omtrent de beide nieuwe redacteuren vindt men lager.

De bedoeling van deze uitbreiding der redactie is natuurlijk in de eerste plaats ‘Ontmoeting’ te doen profiteren van beider nauwere medewerking en van hun aesthetisch oordeel. Wij hopen, dat onze goede verwachtingen in dit opzicht nog overtroffen mogen worden. In de tweede plaats demonstreert de oude redactie met deze uitbreiding het bij haar levende besef, dat de na de oorlog opkomende krachten medezeggenschap en op den duur een leidende plaats verdienen en dat ‘Ontmoeting’ ook een ontmoeting der generaties moet blijven.

De redactie is zich overigens er zeer wel van bewust, dat de belangrijkheid van een tijdschrift voor een zeer groot gedeelte ook afhangt van de medewerkers. Zij is er op uit steeds meer en betere bijdragen tot zich te trekken, zich daarbij niet tot de literatuur bepalende: zo zullen in de komende jaargang ook bijdragen opgenomen worden over muziek, schilderen beeldhouwkunst, alsmede over enige opmerkenswaardige films. Het ligt in de bedoeling de omvang van ‘Ontmoeting’ te brengen op 48 pagina's; een de leesbaarheid ten goede komende, ruimere opmaak zal daardoor mogelijk zijn.

Het is verheugend te constateren, dat onze lezers ons bij het niet gemakkelijke begin niet in de steek hebben gelaten. Voor hun vertrouwen zijn wij dankbaar, want bij een literair-cultureel streven is in de eerste plaats vertrouwen nodig. De grondslag is duidelijk en bekend; de richting kan slechts in grote lijnen worden aangegeven. Een element van vrijheid, van improvisatie, blijft daarbij te allen tijde noodzakelijk. Bodem en klimaat zijn voor een Christusbelijdende kunst in het Nederland van onze dagen niet gunstig. In de catacomben wist men: dáár is de wereld, hier de kerk. En in bloeitijden van geestelijk leven, als de tijdelijke zegepraal de kerk nog niet naar het hoofd gestegen was, ontdekte men weer de diepte van het woord: de aarde is des Heren. Dan zag een Te Deum aarde en hemel, verleden en toekomst, tijd en eeuwigheid in één verband. Maar nu is er enerzijds nog te veel ‘Christendom’ en aan de andere kant te weinig levend Christelijk geloof. Angst en wantrouwen heeft de volken en de kerken aangevreten. Het is als op een vergadering, waar men wel zou willen gaan opstaan en zingen, indien men maar het vertrouwen had: als ik

[pagina 401]
[p. 401]

het doe, doen allen het. De klank wordt immers in de ruimte geboren. En toch is het nodig te zingen, zelfs in de nacht. Maar het geestelijk bezit is te schraal en te weinig waarachtig gemeenschappelijk en dit bemoeilijkt ongetwijfeld het ontstaan van literaire kunst van grote allure, met name van poëzie. Men bedenke dat ook bij de beoordeling van de inhoud van ‘Ontmoeting’.

En nu is dit onze innige wens en meteen ons bestaansrecht en onze noodzakelijkheid: dat in een zich snel ontkerstenend, theologisch verscheurd, politiek onzeker, verarmd klein land tussen veel ander prachtig en noodzakelijk werk in een kleine poging, een kleine daad wordt gesteld, een kleine akker geduldig wordt bewerkt. Het is ons daarbij te doen om het beleven van een cultuurgedachte, die we niet eens in haar volle breedte en diepte zouden kunnen definiëren, die we zouden steriliseren als we dit probeerden. Wat ‘Ontmoeting’ wil, is practicaal cultureel werk, in de ruimte van het woord: ‘Wie niet tegen Mij is, is vóór Mij’ en onder de critiek van het woord: ‘Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij’.

In deze geest mochten we gedurende de Pinksterdagen te Soesterberg een ‘Ontmoeting’-conferentie houden, die voor de deelnemers niet zonder betekenis is geweest. Het daar gebodene komt deels ook het tijdschrift ten goede. Het is ons voornemen volgend jaar bij leven en welzijn weer zulk een conferentie te beleggen, met nog ruimere mogelijkheid van deelneming uit de kring onzer lezers.

DE REDACTIE

 

J. van Doorne. Geboren in 1908 te Delft, gaf hij zijn eerste dichtbundel ‘Verloren Slag’ in 1940 bij Terwee in Putten uit. Zijn tweede, ‘Verboden Stad’, verscheen clandestien en geantedateerd in '43, zo ook zijn derde bundel ‘Waan en Weten’ en een korte novelle ‘De eerste Victorie’. De tweede bundel werd uitgegeven door Aldert Witte in Haarlem; ‘Waan en Weten’ en ‘De eerste Victorie’ in eigen beheer. Van de laatste bundel verscheen in '46 een legale uitgave bij Bosch & Keuning N.V., Baarn. Koos van Doorne schreef bijdragen in ‘De Delver’, ‘Het Venster’, ‘De Gemeenschap’, ‘Elseviers Maandblad’, ‘De Vriend des Huizes’, ‘Opwaartsche Wegen’, ‘Ontmoeting’ en voorts nog in een aantal week- en dagbladen.

 

J. Das. Geboren in 1911 te Utrecht, studeerde klassieke letteren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en was leraar in de oude talen te Zwolle en Utrecht. Voor, tijdens en na de oorlog werd hij gedurende een aantal jaren opgeëist voor allerlei vormen van militaire dienst. De heer Das is thans kunstredacteur van het dagblad Trouw te Amsterdam. Zijn eerste vers werd gepubliceerd in ‘Dichters van het Jaar’ (1937), zijn eerste proza in ‘Opwaartsche Wegen’ (1939) onder de schuilnaam Sj. Daac. De bundel ‘Gods Woord in het Studentenleven’ (Daamen 1941) bevat een essay van zijn hand: ‘Aesthetische Bedwelming’. Journalistiek werk leverde hij o.a. voor ‘De Standaard’ (1939-1941), en thans voor verschillende bladen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken