Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ontmoeting. Jaargang 16 (1962-1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ontmoeting. Jaargang 16
Afbeelding van Ontmoeting. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van Ontmoeting. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.73 MB)

Scans (14.16 MB)

ebook (3.25 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ontmoeting. Jaargang 16

(1962-1963)– [tijdschrift] Ontmoeting–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Redactioneel
Balans tussentijds

Een jaar geleden hebben wij getracht, aan het begin van de 15e jaargang van ons blad, de positie en de taak van het literaire tijdschrift te bepalen. Nu wij dit artikeltje nog eens overgelezen hebben, lijken ons die volzinnen gisteren geschreven te zijn. Niettemin is er een jaar voorbij. Leven wij sneller en ook vluchtiger? Of is het juist onze traagheid die ons parten speelt? Wij hebben de indruk dat wij iets, iets heel bepaalds, niet of niet voldoende hebben kunnen verwerken.

Een dergelijke overweging leidt tot het gevoel, heel klein te zijn, Een jaar geleden hebben wij ons blad dan ook niet meer dan een randfunctie toegedacht. In gesprekken met geestverwanten uit de diverse intellectuelen hebben wij nog eens de gelegenheid gehad, onze berekeningen bevestigd te zien. Er zijn heel wat verstandige en aardige lieden in Nederland, wier tijd vanzelfsprekend zeer bezet is, die in de schaarse vrije uren die hun gebleven zijn, liever een belangrijk werk uit het heden of uit het verleden ter hand nemen. Het literaire tijdschrift vervult een zeer nederige taak, ergens bij de banlieue van de geest.

Wij houden van die rommelige zelfkant, een gebied waar de stofwisseling beter op toeren is dan in het officiële midden. Wij hebben er als redactie met plezier gewerkt en hopen onze soms lastige taak, met het zelfde beroep op de medewerking van de lezer, in het begonnen seizoen ter hand te nemen.

Wij stellen vast dat Ontmoeting iets meer bekendheid gekregen heeft bij de werkers her en der, bij de diverse intellectuelen in het veld, bij de studenten en bij heel wat enkelingen die niet zo makkelijk in een groep zijn onder te brengen en die men vroeger particulieren zou genoemd hebben. Wij zoeken, zonder de oudere generatie te verwaarlozen, de jongere die niet alleen leest - een belangrijk deel van het werk -, maar ook schrijft.

Wij menen dat het aantal abonné's verdrievoudigd zou kunnen worden, niet door een reclamecampagne die meer belooft dan het blad ooit geven kan, maar door een steeds levendiger dialoog tussen zij die schrijven en zij die lezen. De hierboven geschetste randfunctie is dan ten volle een bemiddelende functie geworden, zoals wij ons een jaar geleden ten deel hebben gesteld.

In het afgelopen jaar is een facet van het literaire leven slechts tot zijn recht gekomen, dat van de critiek. De rubriek boekbesprekingen is vaak geheel achterwege gebleven. Drie oorzaken: de grote stroom literatuur en half-literatuur, het geringe aantal medewerkers en, wat misschien wel de meeste invloed heeft gehad, het onbevredigend karakter van deze rubriek. Veel besprekingen blijven incidenteel, op z'n best een detailkwestie. Wij zoeken naar een samenwerking tussen de verschillende medewerkers, waardoor de critiek in Ontmoeting meer gezicht zal krijgen. Een uiterst moeilijke taak, want

[pagina 2]
[p. 2]

de onafhankelijkheid van de recensent mag daarbij niet worden geschaad. Critiek, zelfcritiek. In het laatste nummer van de vorige jaargang heeft dr. Kraan zijn uitdagende en stimulerende stelling over Ontmoeting toegelicht. Een stevig stuk critiek, dat voor de meesten van ons de charme van het onverwachte had. Hebben wij gebrek aan zelfcritiek? Wij hebben voor ons antwoord om enig respijt gevraagd. Wij zouden zo graag, niet onszelf willen verdedigen, maar met dr. Kraan en elke mogelijke oppositie, zoeken naar nieuwe perspectieven voor het blad.

Er is meer. Het mag niet meer dan een mode, een offer aan de actualiteit, lijken, met extra-nummers uit te komen, zo'n speciaal nummer heeft ook het voordeel van de concentratie op één thema. Alles komt aan op de goede keuze van het thema. ‘Het nieuwe Kerklied’ was een goed gekozen thema en de aangevoerde materie heeft een goed onthaal gevonden. Wij zoeken naar een ander thema voor het komend jaar. Voor suggesties uit de brede kring onzer lezers houden wij ons gaarne aanbevolen.

Wat de voorlichting betreft, wij hebben daarvoor in het afgelopen jaar vooral het essay gebruikt. Het essay is meestal speels, al is het uitsluitend critische essay een niet minder waardig representant van het genre. De kring van essayisten breidt zich langzaam uit.

Over dicht en ondicht valt veel te zeggen. De jongste generatie die van omdraaien houdt, niet eenmaal maar meermalen, levert het meeste kopij. Veel kunnen wij niet plaatsen. Dat de stroom blijft is een teken, niet alleen van sportiviteit bij de inzenders, maar van talent dat expressie nodig heeft als de vis het water.

In dit nummer hebben wij een aarzelend begin gemaakt met een aparte rubriek debuten. Onze redacteur voor poëzie heeft deze rubriek zo zwart mogelijk geschilderd, waarschijnlijk om op die manier, ontevredenen de wind uit de zeilen te nemen. Wij hopen dat niemand de nieuwe rubriek zal beschouwen als een vak op een kerkhof of een box voor kleuters om poëtisch te leren lopen. Terwijl wij dit schrijven loopt juist de ontgroeningstijd ten einde. Zodoende.

Meer nog dan vorig jaar komt het aan op de band met de lezers. Wij zien onze lezers niet als consumenten, die nieuwe vorm van proletariaat, maar als... ja, toch producenten. Nietzsche, slordig geciteerd, heeft eens geschreven: ich fordere keinen Beifall, sondern Widerhall. Wij hopen dat wij ook de Widerhall op onze lezers mogen zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken