Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ontmoeting. Jaargang 17 (1963-1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ontmoeting. Jaargang 17
Afbeelding van Ontmoeting. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van Ontmoeting. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.97 MB)

Scans (22.35 MB)

ebook (4.73 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ontmoeting. Jaargang 17

(1963-1964)– [tijdschrift] Ontmoeting–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

[Ontmoeting 1963, nummer 1]

Redactioneel
Hernieuwd begin

Met dit oktober-nummer begint de 17e jaargang van Ontmoeting. Onvermijdelijk komen wij als redactie in de stemming van oud en nieuw, van bezinning op wat wij doen en voorstaan.

Er is een voetballerslied dat niet toevallig er goed in gaat bij het groot publiek, dat er ons aan herinnert dat woorden hoe langer hoe minder te betekenen hebben en dat men daden wil. Een dergelijke dadendrang, een zucht zelfs om te schoppen, dringt ook in de literatuur door.

Zullen wij onverstoorbaar door gaan, het woord boven de daad blijven stellen, ons redactioneel schrijven, kopij plaatsen, het tienvoudige daarvan critisch doorlezen en aan de inzenders onder dank retourneren, trachten in al deze arbeid een lijn aan te brengen?

Hebben wij een program en is dat program duidelijk genoeg? Heeft Ontmoeting een eigen geluid en komt er iets van het Christen-zijn in deze wereld voor de dag in deze sector, waarvan onlangs Rijnsdorp gezegd heeft dat haar crisis-karakter onmiskenbaar is en dat het er voor ons op aan komt, duidelijk te zijn? Het afgelopen jaar heeft heel wat spanningen op de literaire arbeidsmarkt gebracht, spanningen die met het hele krachtenveld van de moderne literatuur te maken hadden. En ook die literatuur staat niet op zichzelf. Minder dan ooit is zij te isoleren van wat leeft in maatschappij en religie. Verder dan ooit zijn wij verwijderd geraakt van het standpunt: de kunst om de kunst. Wij achten deze ontwikkeling gelukkig, maar hebben ook op de schaduwzijden van een socialisering van kunst en literatuur gewezen. En wat de religie betreft, terwijl de doelstellingen van een christelijke letterkunde hoe langer hoe dieper verzinken in het verleden, doemen nieuwe probleemstellingen voor ons op. Het levensbeschouwelijke wint weer veld, al heeft het een volslagen ander aanzien en al zijn de posities over en weer ook radicaal verschoven.

Het is wel heel erg moeilijk om temidden van al deze massale verschuivingen, in de reactie daarop duidelijk te blijven, een koers te varen die duidelijk én eigen is.

Het merkwaardige van onze tijd is het vervagen van tal van tegenstellingen die vroeger markant en voor de ontwikkeling van het geestelijk leven uiterst belangrijk waren. Een treffend voorbeeld van deze onduidelijkheid door vervlakking der vroegere tegenstellingen vinden we in het politieke veld. Men heeft het gevoel alsof men zo maar door de partijen heen kan wandelen met slechts lichte dalingen en stijgingen in het niveautij. Maar enkele extreme partijen blijven voor deze wandeling gesloten.

Wij hopen in onze redactionele beschouwingen de verdere ontwikkeling, al of niet gestagneerd, te blijven volgen.

[pagina 2]
[p. 2]

Onvervuld is gebleven ons verlangen, te komen tot een geregelde en samenhangende critiek. Er is te veel wat zich aanbiedt en er zijn te weinig mensen die in team-verband deze taak op zich kunnen nemen. Wij blijven echter daarnaar streven, al zal het resultaat vooreerst nog wel stukwerk zijn.

In het afgelopen jaar hebben zich nieuwe medewerkers gemeld die, ook al zullen zij niet tot de redactie toetreden, beloofd hebben hun bijdragen zó geregeld te zenden, dat er van samenwerking gesproken mag worden. Fem Rutke mogen wij als zodanig welkom heten, terwijl ook Dr. F.W. van Heerikhuizen zich, bij alle verschil, zo met ons verwant voelt, dat wij ook van hem op gezette tijden bijdragen mogen verwachten. Ter afwisseling zal Van Heerikhuizen ook een enkele maal de poëziekroniek schrijven.

De belangrijkste vernieuwing in de redactie bestaat in het toetreden van twee jonge redacteuren, die wij hierbij voorstellen.

Jan D. 't Lam, van wie wij reeds enkele malen prozabijdragen hebben geplaatst, die daarbij de laatste 2 jaar redacteur geweest is van een kleine literaire periodiek, Travee geheten, zal het werk voor dit tijdschrift in Ontmoeting voortzetten.

Travee heeft zich onderscheiden door een eigen methode, die van het gesprek over een bepaald literair onderwerp. In dit nummer nemen wij uit de laatste jaargangen een uit het Frans vertaald opstel van de bekende vernieuwer van de roman Alain Robbe-Grillet over, alsmede enkele gedichten.

De koers van Travee zou men oriënterend kunnen noemen, het programma verwant, waarbij wij, in meer dan speelse zin, zinspelen op de samenhang tussen ontmoeting en gesprek.

Als tweede redactie-secretaris treedt toe Jan Zwijnenburg, die zijn literaire belangstelling op het terrein van de critiek en op organisatorisch gebied uitspeelde en wiens medewerking een zwakke flank bij ons kan versterken.

Bij deze grotere redactie is een eindredacteurschap gewenst. Kees Ouboter zal met ingang van 1 oktober deze taktische functie gaan vervullen. Het secretariaat blijft berusten bij Frank Daen, die alle ingaande en uitgaande post voor zijn rekening blijft nemen. Wij zinspeelden reeds daarop: van alle werk is het dat deel van de ijsberg dat onder water en onzichtbaar blijft. Tegelijk dat wij solliciteren naar de toezending van kopij, vragen wij clementie aan onze medewerkers wier werk soms, ondanks de ijver van onze secretaris, langer onderweg is dan oorbaar is. Dit werk moet bepaalde commissies uit de redactie - die verspreid wonen - passeren, waarmee tijd gemoeid is. Geen van de redactieleden is vrijgesteld van andere arbeid.

Niettemin: blijf kopij zenden, dat is het bloed dat naar het hart stroomt. Geen ontmoeting zonder vernieuwing van onderaf.

Een jaar geleden hebben wij de lezer aangesproken als geregelde medewerker aan Ontmoeting. Deze aanspraak blijft van kracht. Niet alleen omdat een bepaald aantal lezers een economische noodzaak is voor een literair tijdschrift. Ook dat. Afgezien van het economische, waar blijven de velen die met elkaar

[pagina 3]
[p. 3]

nog wel een Gideonsbende kunnen vormen, die werk als dit gezamenlijk mogelijk maken en stootkracht geven?

De lezer is niet passief, hij of zij is actief. De lezer emancipeert zich, de lezer telt mee. Dit is nog wel geen socialisering van de literatuur, maar wel een sociaal element, een legéring die ons literair bedrijfje zin geeft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken