Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 8 (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 8
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.28 MB)

Scans (93.16 MB)

ebook (4.60 MB)

XML (3.99 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 8

(1908)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 481]
[p. 481]

VerzenGa naar voetnoot1)
Van Edward B. Koster.

Rustig slapen.

Duitsch van C. Eysell-Kilburger.
 
Dat moet voorzeker rustig slapen zijn:
 
't Eenvoudig steenen kruis, zoo grijs en klein,
 
Het gras zoo warm, zacht golvend met gezucht,
 
De plek zoo stil, vèrweg elk hard gerucht -
 
Geen hooge muur die meelijloos omspant
 
De groenende eenzaamheid - alleen een wand
 
Van rooden meidoorn, pas in bloei en koel
 
En dicht opeen - de geur is haast te zwoel.
 
In dit dicht bosch van bloeiende seringen,
 
Waar diep een vogel moede zit te zingen -
 
Dat moet voorzeker rustig slapen zijn,
 
In meidoorngeur en warmen zonneschijn - -
[pagina 482]
[p. 482]

Eenzaam akkerland

Duitsch van Gertrud Freïn le Fort.
 
Ik dwaal alleen door 't eenzaam akkerland,
 
Het pad omzoomt des korens golvenrand.
 
 
 
De late zomeravond donkert week,
 
En uit het woud verrijst de mane bleek.
 
 
 
Ver ligt het kleine dorp in zilverrook,
 
En ver liet ik des dages onrust ook.
 
 
 
Hoe wijd en wakker wordt mijn diepste zijn,
 
Zoo gansch geopend voor den maneschijn.
 
 
 
Ik hoor in 't korenveld, dat ruischt als riet,
 
Een zingen, zacht en vreemd - der wereld lied.
 
 
 
Het hooge lied der kracht zoo wonderbaar,
 
Die alle vrucht en zegen schept van 't jaar.
 
 
 
Die in de diepte van al 't zijnde weeft,
 
Iets eeuwig-komends, en dat rustloos streeft -
 
 
 
Mijn ziel verneemt den zachten klank en hoort,
 
Maar ach, verstaat toch nooit het duist're woord.
[pagina 483]
[p. 483]

Frederick Lamond.

Beethoven-Matinee.
 
Beethoveniaansche kop; de mond geprest
 
Met stijf-gebeten lippen; bossig haar
 
Gebeeldhouwd staand om 't hoofd; een ernstig oog,
 
Dat nù omhoog blikt, dàn in zich verdroomt;
 
De wang met scherpe vouw van neus tot kin;
 
De neus klein, lange bovenlip, de kin
 
Massief gezet tot schraging van den kop:
 
Zóó zat hij aan 't klavier, en liet de hand
 
In klankvol deinen dalen op 't ivoor,
 
De tonen wekkend uit metalen slaap:
 
Nu galmend met gedaver als van storm,
 
Een wilde windevaart door dreunend woud,
 
Een zware dondergolving door 't gewolk
 
Waardoor een scherpe toon als bliksem schiet;
 
Dàn 't fijn gemurmel van een gladde beek
 
Langs ronde kiezels glippend, of 't gezwier
 
Van dart'le koeltjes door een zomerbosch,
 
Met leutig pijpen van een herdersknaap
 
En echo's ver van vreemden nymphenzang.
 
Daartusschen weder 't vlak, egaal gegolf
 
Van wind langs vlakten - alles schiep de hand
 
Des macht'gen spelers naar de harmonie
 
Des macht'gen meesters dien hij leven deed.
[pagina 484]
[p. 484]

Lied uit Shakespeare's
As You Like It; V, 3.

 
Twee liefjes liepen door de wei,
 
Van hei en ho en falderado,
 
En 't koren groende aan ied're zij;
 
In 't lentetij, 't mooi huwlijkstij,
 
Als vogels zingen en springen zoo blij,
 
Is 't liefdes lentetij!
 
 
 
En in de rogge bij elkaar,
 
Van hei en ho en falderado,
 
Lag dan dat jolig land'lijk paar;
 
In 't lentetij, 't mooi huwlijkstij,
 
Als vogels zingen en springen zoo blij,
 
Is 't liefdes lentetij!
 
 
 
En toen weerklonk hun lied zoo frisch,
 
Van hei en ho en falderado,
 
Hoe 't leven slechts een bloempjen is;
 
In 't lentetij, 't mooi huwlijkstij,
 
Als vogels zingen en springen zoo blij,
 
Is 't liefdes lentetij!
 
 
 
Geniet daarom den tijd der jeugd,
 
Van hei en ho en falderado,
 
Want dàn geeft liefde 't meeste vreugd
 
In 't lentetij, 't mooi huwlijkstij,
 
Als vogels zingen en springen zoo blij,
 
Is 't liefdes lentetij!
voetnoot1)
Uit een bundel Adrastos en andere gedichten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken