Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 11 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 11
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.33 MB)

Scans (90.77 MB)

ebook (4.68 MB)

XML (4.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 11

(1911)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 461]
[p. 461]

Buitenland.

De Vlissingsche kwestie, als het een kwestie heeten mag, is spoedig in een veel kalmer stadium getreden. Noch de Nederlandsche noch de Belgische regeering heeft zich verder openlijk over de zaak uitgelaten. Zoowel in Duitschland als gelukkig ook in Engeland stellen de regeeringen zich op het standpunt, het eenige goede, dat Nederland zelf weten moet wat het voor zijne verdediging noodig acht: de Engelsche met het evenzeer gerechtvaardigd voorbehoud, dat in ieder geval de traktaten moeten worden gehandhaafd. Over dit laatste punt, n.l. in hoeverre de traktaten zich tegen het maken van versterkingen aan den Scheldemond verzetten, de traktaten vooral van 1815 en 1838, daarover schijnen de meeningen uiteen te loopen: Nederlandsche, Engelsche, Belgische, Fransche deskundigen hebben hun licht reeds over deze kwestie laten schijnen. Dit akademisch debat kan zeker wel het best gevoerd worden voor het Arbitragehof in Den Haag, want het is wel de moeite waard dit te hooren over een vraagstuk, dat vooral in de Fransche, Engelsche en Belgische ‘gele’ pers tot zooveel scherpe, zelfs oorlogzuchtige artikelen aanleiding heeft geven. Die pers moet intusschen maar liever zoo min mogelijk den boventoon voeren en gelukkig begint zij onder invloed der kalmeerende regeeringsverklaringen al wat tot bedaren te komen. Voorloopig schijnt de zaak in het geruststellende stadium te zijn van vriendschappelijke, zoo niet officieele dan toch onderhandsche bespreking tusschen de bij de zaak betrokken regeeringen. De Nederlandsche heeft in afwachting van verdere ontwikkeling der bezwaren blijkbaar weinig neiging om haast te maken met hare geruchtmakende defensie-voorstellen en de Belgische van haar kant blijkt voorshands ook weinig geneigd om eene spoedige beslissing uit te lokken of ‘belangstellende’ interpellaties in de Kamer te beantwoorden. Alles zal dus wel in peis en vrêe verloopen.

Een nieuwe kwestie dreigt in het verre Oosten, waar Rusland bij China met buitengewonen nadruk heeft gewezen op het niet nakomen van het grensverdrag, het Ili-traktaat, van 1881, zelfs een ‘ultimatum’ heeft ingediend zonder intusschen een termijn van antwoord daarbij aan te geven; ernstig dreigend echter met het zenden van troepen over de Chineesche grens. Van het antwoord der Chineesche regeering zal dus nog nog wel niet de kwestie van

[pagina 462]
[p. 462]

oorlog of vrede afhangen maar het zou toch tot ernstige verwikkelingen kunnen leiden. De laatste berichten wijzen op eene bevredigende oplossing: China geeft toe.

Verwikkelingen zijn ook in Turkije niet uitgesloten, waar de regeering een ernstigen opstand der Arabieren in Jemen heeft te bestrijden, die al evenmin zoo dadelijk gedempt kon worden als nader blijkt dat het in Mexico het geval is. De Arabische stammen willen veel meer zelfregeering dan totnogtoe het geval is geweest en aan hun hoofd staan energieke leiders, die den Turkschen pascha's veel te doen geven. En in Albanië is de toestand ook niet rooskleurig; reeds dreigde Riciotti Garibaldi met een ‘bevrijdings-expeditie’ in den trant van dien der ‘Mille’ tegen Sicilië en Napels vóór vijftig jaren. Dit dreigement hangt ongetwijfeld samen met de feestelijke stemming der Italianen bij de herinnering der groote gebeurtenissen van het ‘risorgimento’ van vóór een halve eeuw, die men daar wil vieren o.a. met de inwijding van het reuzenmonument ter eere van Victor Emanuel te Rome en met een ontal van congressen naar het voorbeeld van België in 1910. Die congressen worden een ware nachtmerrie; men spreekt van een vijftigtal van allerlei aard te Rome te houden en op ruime schaal gaan de uitnoodigingen rond. De groote tentoonstelling, die een beeld zal moeten geven van wat Rome in zijn keizertijd voor de beschaafde wereld geweest is, zal dan ongetwijfeld het punt van aantrekking zijn, dat de congresleden naar de ‘Città eterna’ doet stroomen tot verhooging van haren glans en verrijking harer inwoners.

Merkwaardig was in de verloopen maand wat er bleek over de stemming in Canada ten opzichtte van voorkeurrechten voor het moederland en vice versa. In het Noord-Amerikaansche parlement werd reeds gejuicht over de naderende vrijwillige vereeniging van Canada met de Unie, waarmede zoo sterke banden van economisch belang het blijken te verbinden. Het is een slecht teeken voor de imperialistische protectieplannen in Engeland, dat Canada daarvan niet gediend blijkt maar veeleer nauwe economische toenadering tot de aan zijn gebied grenzende Unie zoekt. Het kan ons niet verwonderen, dat Bryce, de Engelsche ambassadeur te Washington, deze toenadering bevordert: hij, de onverdacht liberale staatsman, ziet in, dat niet kunstmatige begunstiging met staatkundige bedoelingen maar veeleer de natuurlijke loop der economische betrekkingen ook die tusschen moederland en koloniën moet beheerschen. Maar de imperialisten roepen al over zijn verraad aan de ‘Engelsche zaak’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken