Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 11 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 11
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.33 MB)

Scans (90.77 MB)

ebook (4.68 MB)

XML (4.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 11

(1911)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 146]
[p. 146]

Buitenland.

In Mexico heeft de oude Porfirio Diaz ten slotte het veld moeten ruimen en de wijk moeten nemen naar Europa. Hij heeft het niet gedaan dan op het laatste oogenblik, toen de opstand tegen zijn zoo lange jaren voor Mexico heilzaam gebleken autocratisch bewind te algemeen werd en de tachtigjarige niet meer in staat bleek zijn gezag te handhaven. Zijn laatste tocht, uit de hoofdstad naar Veracruz, had nog het dramatische karakter, dat zijn gansche leven kenmerkt: met de wapens in de hand had hij zich en de zijnen van den trein uit te verdedigen tegen een aanslag der insurgenten. Dat hij nog steeds zich van ongebroken kracht bewust is, blijkt wel uit zijn eerste woorden na zijn landing in Spanje: hij verklaarde zich bereid terug te komen, wanneer men in Mexico ‘ernstig en eensgezind’ naar hem verlangde. Daarop schijnt intusschen nog niet veel kans te zijn, want Madero, het hoofd van den opstand, zegevierde op alle punten en deed (te midden der gevolgen eener hevige aardbeving) zijn intocht in de door Diaz verlaten hoofdstad. Maar in ieder geval mag Diaz met trots terugzien op de lange jaren van ordelijke ontwikkeling, die Mexico beleefde onder zijn straffe handhaving van het gezag, voor die republiek sedert zijn optreden zeker een zegen gebleken, gelijk overal de krachtige handhaving van het gezag, al gaat die met hardheid gepaard naar de omstandigheden van tijd en plaats, het allereerste belang mag heeten van een staat. De Mexicaansche Napoleon laat evenals deze zijn spoor na in de geschiedenis van zijn land, dat thans een welgemeend ‘ouf’ laat hooren maar nog bewijzen moet zonder hem te kunnen leven; en, als het blijft leven, zonder b.v. al te zeer onder de Vereenigde Staten te komen, die met ‘vriendschappelijke belangstelling’ deze zaken hebben zien gebeuren, zal het dit niet in de laatste plaats aan Diaz zelven te danken hebben.

In Marokko hebben de Franschen aanvankelijk succes: Fez is bevrijd en de Sultan betoont zich dankbaar, zóó dankbaar, dat Spanje ongerust begint te worden over zijn aandeel in den buit en

[pagina 147]
[p. 147]

alvast toegreep door de bezetting van Larrasj. Op dit gerucht kwamen er evenwel deugdzame uitbarstingen van alle kanten over de trouweloosheid dier Spanjaarden, die immers ook het traktaat van Algeciras hadden geteekend! Maar de Spanjaarden, blijkbaar zeker van Frankrijk's medewerking of geheime toestemming, lieten zich niet weerhouden noch door diplomatieke opmerkingen, noch door krantenwoede, noch door schuinsche oogen van het Rif - en bleven te Larrasj, in afwachting natuurlijk van verdere voordeelen, die op dit eerste zullen volgen.

De Albaneesche opstand heeft in kracht verloren, sedert de Sultan zelf - ongehoord feit! - van Saloniki uit de opgestane gewesten bezocht en een algemeene amnestie beloofde. Wel is de opstand nog niet uit en staat Montenegro tot de tanden gewapend maar het zal het wel bij die geduchte vertooning laten zoo goed als Rusland en Oostenrijk het zullen laten bij hunne barsche woorden te Konstantinopel. Wel smeult het verzet nog voort maar Turkije komt ook deze moeilijkheid wel te boven evenals die in Jemen, waarvan men soms iets ernstigs hoort.

Veel erger staan de zaken in Perzië, waar de eerste minister en andere grootwaardigheidsbekleeders als op een gegeven teeken naar alle kanten uit hun veelbelovende omgeving naar het buitenland de wijk namen of trachtten te nemen.

Het is daar bijna zoo rustig als in Portugal, waar de ‘Constituinte’ wel onder groot gejuich de Republiek definitief heeft uitgeroepen en het voorloopige bewind weder heeft aangesteld om het land te regeeren maar de monarchalen het hoofd opsteken en zich wapenen, gesteund door den wel veel verzwakten maar toch nog altijd machtigen invloed der geestelijkheid, die haar wachtwoord van Rome uit ontvangt. Aan de zuid- en noordgrens staan welbewapende, oogluikend door het monarchale Spanje begunstigde, ja daar uitgeruste benden opstandelingen gereed de republiek omver te werpen en de regeering te Lissabon zendt krachtige divisies naar de grenzen om den dreigenden inval te weêrstaan.

Van Rome uit, waar van het Vaticaan het schitterende marmerblanke monument voor Victor Emanuel aan het eind van den Corso gezien kan worden en het volk onder algemeene internationale sympathie juicht over de vóór 50 jaren gestichte Italiaansche eenheid. Het eene feest volgt er op het andere tegelijk met de kroningsfeesten in Engeland, dat een paar weken lang den fellen strijd om de hervorming van het Hoogerhuis gestaakt heeft om zich te vermeien in optochten en avondfeesten ter eere van den nieuwen

[pagina 148]
[p. 148]

vorst, die de regeering over zijn wereldrijk heeft aanvaard en de feeststemming inwijdde met de onthulling van het meer kolossale dan mooie monument voor Queen Victoria, wier populariteit hij voorloopig nog niet geniet.

En intusschen breidt in westelijk Europa de zeemansstaking zich uit, blijkbaar niet zonder goede gevolgen voor de loonsverhoudingen der zeelieden, die inderdaad veel te wenschen overlieten. Ook ten onzent had deze staking een zekere uitbreiding en met voldoening zien ook hier de stakers op hun aanvankelijk succes, dat hen intusschen niet al te parmantig moet maken, want staken is een gevaarlijk spel ook voor de stakers zelf...., een spel, dat licht naar het hoofd stijgt en tot dwaze overdrijving leidt.... Maar de stakers in Engeland hebben bijtijds ingezien, dat zij de vlootrevue bij Spithead niet moesten bemoeilijken op straffe van verlies hunner populariteit; integendeel hopen zij die te bevorderen door de bemanningen der daarheen bestemde pleziervaartuigen aan te manen zich aan de gemaakte afspraken te houden. Aan het internationaal verband schijnt intusschen wel wat te ontbreken, want het wemelt van ‘onderkruipers’ zooals de van weinig welwillende gezindheid getuigende stakersterm voor werkwilligen pleegt te luiden. De waarschuwing tegen ‘besmette’ schepen - ook al een heerlijke stakersterm - schijnt nog niet afdoende te helpen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken