Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 11 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 11
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.33 MB)

Scans (90.77 MB)

ebook (4.68 MB)

XML (4.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 11

(1911)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 154]
[p. 154]

Buitenland.

Vrede of oorlog? deze vraag leidt sedert eenige weken de aandacht af van de binnenlandsche politiek in verschillende landen, te meer daar het de tijd is der parlementaire vacanties.

Gegevens tot beantwoording dier vraag bezitten wij weinig; tot ergernis der courantiers, die het hachelijke van den toestand vooral hierin vinden dat zij zelf niets weten en niet mee zijn bij de onderhandelingen die over 't lot der volken beslissen. Die onderhandelingen, tusschen von Kiderlen Wächter en den Franschen gezant Cambon gevoerd vorderen langzaam. Het schijnt dat wederzijds de begeerte is om den vrede te bewaren, maar of niet te elfder ure een of ander incident alles zal bederven, is niet te zeggen. Het schijnt dat Duitschland geneigd is den Franschen eisch, van politiek geheel vrije hand in Marocco te hebben, in te willigen; onder twee voorwaarden. De eerste zou wezen vrijheid en bescherming voor den Duitschen handel, maar 't blijkt nog niet of Duitschland bijzondere economische bevoorrechting eischt, dan wel een zoodanige vrijheid die op gelijken voet ook aan al de andere volken ten goede zou komen. Dan wil Duitschland elders in Afrika, aan den Congo, een vergoeding in grondgebied. Mochten de twee mogendheden het over deze grondslagen eens zijn of eens worden, 't geen niet onwaarschijnlijk is, dan blijven toch nog heel wat netelige questies te beslissen. Frankrijk wil degelijke waarborgen hebben, dat het vrije hand in Marokko zal houden, dat de keizerlijke regeering niet van breken van 't verdrag zal spreken indien het Fransche protectoraat over Marokko directer, vaster vormen mocht aannemen. Bij de beide concessies hangt alles er van af hoever zij zouden strekken. Elke stap dien Duitschland verder doet dan vrijhandel voor allen zou andere mogendheden in 't harnas jagen. En reeds nu is het de vraag of Spanje, Italië niet aanspraken zullen maken op vergoeding voor Frankrijks machtsvergrooting. En, zoodra de positie van Duitschland aan den Congo te groot zou worden, is een veto van Engeland te vreezen.

In dit uiterst samengestelde ligt de moeilijkheid der questie. Mocht de weegschaal naar oorlog overslaan dan doet zich de vraag

[pagina 155]
[p. 155]

naar de hechtheid der ‘triple entente’ en der ‘triple alliance’ voor. Kan Duitschland onvoorwaardelijk op zijn bondgenooten rekenen? Op Oostenrijk zeker, maar reeds disconteeren Fransche bladen de ontrouw of laksheid van Italië, dat teveel vriendschap voor Frankrijk koestert, en daarentegen liever tegenover dan naast Oostenrijk staat. En Frankrijks vrienden? Zal Rusland meedoen? Dan zou het door het Oostenrijksche leger; - nog altijd, naar men zegt, een der beste van Europa; - worden vastgehouden, maar dan zou ook de monarchie aan den Donau daarmee haar handen gebonden hebben. En Engeland? Dat het in dit alles stookt en dat het allicht de eenige Staat is die oorlog wenscht is duidelijk. Maar in hoeverre zal de vlootactie invloed hebben op een beslissing, die misschien door een bliksemsnellen veldtocht in Frankrijk al gebracht is? En zal de Fransche vloot, wier manoeuvres te Toulon zoo gunstig zijn verloopen, daarbij een rol van beteekenis spelen?

Ziedaar louter vragen. Er zijn er andere, die niemand afdoende kan beantwoorden eer de gebeurtenissen zelf spreken. Welke legers zijn ‘schlagfertig’? Ons vooroordeel is: in de eerste plaats het Duitsche en dan 't Oostenrijksche; Frankrijks weermiddelen zijn jaren door wanbeheer gedesorganiseerd en ook in Engeland is, zegt men, niet alles te best in orde. Over Rusland en Italië is niet gemakkelijk te oordeelen.

Hierbij komt nu nog een factor: zal socialistisch verzet, misschien verraad, in dezen medespreken? Zoo ja, dan zal dit Duitschland, waar 't nationaal gevoel sterk is, minder deren dan het roode Frankrijk. In spanning wacht geheel Europa op den afloop. De oorlog die nu misschien ontketend wordt, kan 't begin zijn van een periode van strijd. Dat, in geval van vrede, het verdrag zoo hecht zou wezen dat de kiemen van strijd er voor langen tijd door verstikt zouden zijn, kan men nauwelijks verwachten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken