Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 12 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 12
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.32 MB)

Scans (93.63 MB)

ebook (4.70 MB)

XML (3.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 12

(1912)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 149]
[p. 149]

Buitenland.

Toen wij ons vorig overzicht schreven zag het er uit, alsof Delcassé als president der kamer Brisson zou opvolgen, misschien als sport om te stijgen tot het presidentschap de Republiek. Het is anders geloopen. De verdeeldheid der linker groepen was te groot, persoonlijk heeft Delcassé nogal vijanden: hij heeft zich wijselijk ter elfder ure teruggetrokken. Zoo vereenigde men zich op Deschanel wiens benoeming een belangrijke triomf is voor de R.P. Inderdaad wil de regeering nu ernst maken met de zoolang begeerde reform-bill en heeft een helder concept van wet ingediend, waarin de scrutin de liste met vertegenwoordiging der minderheden is neergelegd, zonder de slinksche bepalingen, die dezen maatregel illusoir zouden maken. Combes, ‘le père Combes,’ en de zijnen doen wat zij kunnen en vleien zich het ministerie te doen vallen, eer het de hervorming tot stand brengt. De openbare meening, ook blijkens tusschentijdsche verkiezingen, wendt zich echter steeds meer van de radico-socialisten af; en zoo is vrij veel kans, dat ditmaal de kliek, die al te lang de Fransche politiek heeft bedorven, de nederlaag zal lijden.

Is inderdaad de historie tegenwoordig schier uitsluitend parlementaire geschiedenis? Het schijnt wel zoo te zijn. Treurig genoeg, want wanneer de parlementen den volksgeest uitdrukken en het peil aangeven van beschaving en zedelijkheid der natiën, dan is het er heden ten dage, allerwege, helaas ook in ons Vaderland, treurig mee gesteld. Voor Frankrijk is het beeld van de parlementsregeering der derde republiek ons onlangs met veel talent geteekend door een journalist, die deze periode heeft meegeleefd en in meer kringen is doorgedrongen dan gemeenlijk met journalisten het geval is. Het is Arthur Meyer van de royalistische Gaulois, die van Boulangisme, Dreyfusisme, maar ook van de stemming in verschillend milieu vertelt in twee zeer lezenswaardige deeltjes: Ce que mes yeux ont vu, en Ce que je peux dire. Hij houdt daarin aan het heden den spiegel voor van het jongste verleden. Al is

[pagina 150]
[p. 150]

hij partijman, hij tracht den geest te wekken van vaderlandsliefde boven partijschap.

Het vaderlandsch gevoel heeft weer getrild bij de ramp aan de onderzeeboot Vendémiaire overkomen. Het geheim van de oorzaak is met de geheele bemanning in diepe zee bedolven. Men vleit zich, wel niet zonder grond, met de gedachte, dat ditmaal geen verzuim of schuld in 't spel is, maar het ongeval te wijten is aan onvoorziene en dus onvermijdelijke stroomingen in de zee bij onstuimig weer, die de manoeuvres gevaarlijk maakten.

Zeer staat op 't oogenblik de buitenlandsche politiek op den voorgrond: het vasthouden aan de ‘Triple Entente’, dat Frankrijk nu ook zeer noodig heeft in de huidige faze der Marokkaansche moeilijkheid, internationaal tegenover het vrij onhandelbare Spanje, waarbij Engeland goede diensten bewijst, en in 't nieuwe protectoraat zelf, waar het nog alles behalve naar wensch gaat. En op den achtergrond altijd Duitschland; on y pense toujours, et on en parle... trop. Dat het bezoek onzer Koningin te Parijs internationale politieke beteekenis zou hebben, willen de Fransche bladen even gaarne bevestigen als de Duitsche wegredeneeren. Er schijnt geen reden te wezen er meer in te zien dan hoffelijkheid en goede nabuurschap, maar het medegaan van den Minister van Buitenlandsche Zaken gaf toch aan de geheele reis een bijzonderen nadruk in die richting. Wij willen onafhankelijk blijven tegenover de groote mogendheden, tusschen welke wij gelegen zijn: dat is blijkbaar de bedoeling geweest van dit officieele tegenbezoek.

Wij Nederlanders hebben intusschen genoten van den opgang door onze Koningin te Parijs gemaakt en van de mate, waarin zij er in geslaagd is, volkomen correct blijvende, hier persoonlijkheid in optreden en woord te leggen. Belachelijk is het streven van de Duitsche chauvinisten om de blijkbaar uit het hart gewelde woorden der Koningin als een ‘lossen inval’, als een ‘vergissing’ zelfs te kenmerken. Een bekend Duitsch kunstgeleerde heeft een eigengemaakt stukje geschiedenis ten beste gegeven om aan te toonen, dat Coligny geen voorvader van H.M. is geweest en deze eigenlijk geen betrekking heeft op het Fransche Oranje! Als de kunsthistorie van den braven chauvinist een even degelijken grondslag heeft als zijn algemeene historiekennis, dan wordt het hoog tijd, dat hij nog wat langer studeert, alvorens te schrijven. Het bleef ook van Duitsche zijde niet onopgemerkt, dat keizer Wilhelm hetzelfde zou hebben kunnen zeggen als wat H.M. heeft gezegd; maar hij zou het waarschijnlijk op een anderen toon gezegd

[pagina 151]
[p. 151]

hebben, wat voor den indruk, dien de muziek maakt, wel iets beteekent.

De buitenlandsche politiek verkeert overigens nog in dezelfde verhoudingen als de vorige maand. Italianen en Turken verslaan elkander nog voortdurend maar de eersten winnen blijkbaar en gaan steeds voort met het bezetten van eilanden in de Aegaeïsche zee. Portugal leeft nog steeds in onzekerheid ten opzichte van de toekomst; de vraag: republiek of monarchie? houdt er de gemoederen nog steeds bezig. Men spreekt van plannen der emigranten op een inval, zelfs in België voorbereid. De stakingsmanie woedt in Engeland, Frankrijk en in Noorwegen nog voort onder zeelieden, transportarbeiders en machinisten, tot groot nadeel van handel en verkeer. Taft en Roosevelt worstelen nog steeds om het presidentschap en de kansen wisselen van dag tot dag.

In België is iets heel bijzonders gebeurd: de katholieke meerderheid heeft onverwacht een belangrijke zegepraal behaald en zit weer voor jaren vast. Dit verrassende resultaat is, zoo beweren de liberale en socialistische tegenstanders, niet verkregen dan door zwaren druk van de zijde der regeering en der geestelijkheid, door omkooping en intimideering zelfs. Zij maken zich op om die bewering met bewijzen te staven. Het ligt intusschen voor de hand te denken, dat de verbinding van liberaal en socialist voor de gematigde elementen nog te kras is geweest. Een waarschuwing voor de liberalen ook elders! Zoo lang de socialisten, met het oog op hun mannetjes nog een luide revolutionnaire keel opzetten, zal de gezeten burger ernstig bezwaar hebben tegen een cartel als het Belgische. Maar voorloopig schijnt er niet aan te denken, dat zij matiging zullen betrachten, tenzij zij het voorbeeld volgen van hunne Duitsche broeders, die hun zwaren wijn al heel wat verdund hebben en de allures aannemen van een burgerlijke hervormingspartij, wat hun honderdduizenden stemmen heeft bezorgd.

In Hongarije heeft het zwaar gespookt. De legerwetten, die de weerkracht der monarchie voor den tijd van 12 jaren met bijna 100000 man moeten vergrooten, zijn er door den minister Lukács en den Kamerpresident Tisza met geweld in de Kamer doorgedreven. Onstuimige tooneelen vielen voor, maar Tisza verwijderde de lastige opposanten uit de vergaderzaal met sterke hand en braveerde scheldwoorden, dreigementen en zelfs een moordaanslag met bewonderenswaardige kalmte, overtuigd van de noodzakelijkheid der wetten, waaraan ook de Keizer zelf, als lid van de Triple Alliantie, zeer hechtte. Een goede leer!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken