Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 12 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 12
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.32 MB)

Scans (93.63 MB)

ebook (4.70 MB)

XML (3.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 12

(1912)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 302]
[p. 302]

Buitenland.

Het is dan gebeurd, wat wij onlangs meenden te mogen voorvoorspellen. De kleine Balkanstaten, met uitzondering van het voorzichtige Roemenië, dat een afwachtende houding aanneemt en veeleer tot Turkije dan tot de christenstaten neigt, hebben het zwaard opgenomen en Turkije den oorlog verklaard. Alle pogingen der mogendheden om den oorlog te verhoeden, ja te verbieden, hebben schipbreuk geleden en de lang verwachte strijd heeft een aanvang genomen. Wat de uitslag van de worsteling zal zijn? Niemand kan het zeggen maar het Turksche leger is - de laatste groote Russisch-Turksche krijg, de Grieksch-Turksche, de Italiaansch-Turksche bewezen het - lang niet te verachten; de Montenegrijnsche en Servische benden schijnen zoo op het oog voor weinig anders dan de guerrilla geschikt; over het Grieksche leger zijn de gevoelens verdeeld; het Bulgaarsche alleen is goed georganiseerd. Met hun vieren kunnen de christenstaten evenwel niet de helft van het Turksche leger bereiken. Het is maar de vraag, of de Turken in staat zullen blijken om de eenheid van organisatie te verkrijgen, die hun een onbetwist voordeel zou schenken tegenover de vier, met elkander niet geheel overeenstemmende vijandelijke organisaties. En tsaar Ferdinand van Bulgarije, hoe uitnemend regent hij zich ook heeft betoond, moet nog toonen wat hij als opperbevelhebber waard is, terwijl onder de Turken menig aanvoerder gevonden wordt, die zijn sporen verdiend heeft en hunne troepen, wild en woest als zij mogen zijn, in doodsverachting huns gelijke zoeken. Of zou de vurige geestdrift der christenvolken, eindelijk hopend op de verdrijving der gehate, zes eeuwen en langer hen beheerschende Aziaten, aanvullen wat het getal, de leiding en de ervaring niet vermogen te geven?

Het antwoord op deze laatste vraag zal binnenkort wel gegeven kunnen worden. Het aanvankelijk succès der Montenegrijnen Serviërs, Grieken en Bulgaren tegenover de zwakke grensgarnizoenen der Turken mag moed geven, het is slechts een begin.

[pagina 303]
[p. 303]

Winnen op den duur de Turken, dan zal Europa zeker niet gedoogen, dat aan het bestaan der Balkanstaatjes ernstig wordt geraakt. En al zou Europa het gedoogen, Rusland zeker niet.

Rusland. Met argwaan wordt van alle zijden gelet op de houding van dezen alouden beschermer der christelijke Balkanstaten. Men wil wel eenig geloof slaan aan de vredelievende verzekeringen uit Petersburg maar kan niet aannemen, dat de Balkanstaten de wapenen hebben opgevat tegen Rusland's werkelijken wil. Wat er thans gebeurd is, ligt zoo ontegenzeggelijk in de twee eeuwen lang waargenomen lijn der Russische politiek, is zoozeer overeenkomstig de strekking daarvan, zoo geheel overeenstemmend met de Russische wenschen, dat het moeilijk valt zonder meer te gelooven aan Sasonof's betuigingen van onschuld aan het geval, aan Rusland's verklaringen en slappe uitingen van ontevredenheid op zijn brooddronken kinderkens van den Balkan, aan de volkomen nietsbeduidendheid van de mobilisatie aan de Oostenrijksch-Poolsche grenzen. In het bijzonder toont zich Oostenrijk, dat ook zijne belangen op den Balkan heeft en er niet over denkt om de Balkanstaatjes te laten doen wat zij verkiezen, ongerust en ook daar hoort men van ‘onschuldige’ manoeuvres en ‘nietsbeduidende’ garnizoenswisselingen, ja ‘gedeeltelijke’ mobilisatieplannen. Totnogtoe gelukte het Poincaré den vrede te bewaren, daarbij gesteund door de Duitsche politiek en de Engelsche regeering, allen bevreesd voor den wereldbrand, die zou kunnen ontstaan. Maar als Turkije wint, is te verwachten, dat Rusland zich niet onbetuigd zal laten. En wat dan? De oostersche vulkaan is gaan werken en niemand kan zeggen, wat die werking ten gevolge zal hebben.

En als Turkije verliest? Dan kan het alleen nog een veeg bestaan rekken met steun van Engeland of Duitschland. Maar tegen welke offers?! Niet alleen Novibazar, Macedonië, Epirus zijn dan voor de Turken voorgoed verloren maar ook Kreta, ook de eilanden misschien. En het zal een ernstige vraag worden, hoe lang zij Konstantinopel nog zullen houden, ja òf zij het zullen houden.

Intusschen, het grillige oorlogslot is geworpen. Wij hebben af te wachten, hoe de kogel rollen zal.

Italië speelde intusschen de dankbare rol van den derde, die zich verheugt. Het is niet denkbaar, dat het met Rusland op zoo goeden voet staande Italië niet mede een rol heeft gespeeld bij de leiding der uitbarsting op den Balkan: het geeft te denken, dat Montenegro, ook met Italië zoo nauw verbonden - zoo goed als met Rusland - den aanval begonnen is.

[pagina 304]
[p. 304]

Het eerste gevolg van het uitbreken van den oorlog op den Balkan is dan ook geweest, dat de onderhandelingen te Ouchy bij Lausanne vlot zijn afgeloopen, al dreigden de Turken nog op het allerlaatst met afbreking, welke door Fransche tusschenkomst verhinderd schijnt. De, naar men zegt door Poincaré, uitgedachte formule voor den afstand van Tripoli en Barka aan Italië was deze, dat Turkije ‘autonomie’ verleende aan de beide provinciën, door Italië tot deel van zijn gebied verklaard, de Turksche troepen terugtrok en zich alleen voorbehield de geestelijke overheid van den Kalief over zijn geloofsgenooten, waartegen ook andere mogendheden geen bezwaar hebben.... voorzoover die overheid zich niet te zeer laat gelden. Italië geeft 40 mill. lire, laat de veroverde eilanden weder aan Turkije, mits amnestie voor de afvallige onderdanen en ‘hervormingen’...à la Turque. Zoo is dan deze oorlog uit na een een jaar van bloedigen strijd, waarin de kleine Turksche troep onder Enver bei zijn waarde toonde en... tevens duidelijk werd, dat Italië nog heel wat oorlog tegen de Arabieren zal hebben te voeren, eer het zijn nieuwe provinciën rustig bezit en ervan gemaakt heeft wat het ervan hoopt te maken: een bloeiend débouché voor overtollige bevolking, een cultuurland zooals het in de Oudheid was. In ieder geval, met ongeveinsde bewondering kan men de taaiheid bejegenen, waarmede Italië zijn doel heeft weten te bereiken; de zware opofferingen waardeeren, die het zich ter wille van dat doel heeft laten welgevallen; de eenheid van geest, waarmede het gansche koninkrijk deze ‘nationale’ zaak tot het einde toe heeft gesteund. Eerlijk verkregen is het nieuwe bezit geenszins maar met kracht en energie ongetwijfeld en inzooverre is er sprake van een ‘eervol’ einde dezer niet zeer eervol begonnen worsteling van het nieuwbakken ‘Romeinsch keizerrijk’, waarvan reeds gerept wordt.

Het einde is zoo plotseling gekomen, dat men zou willen vermoeden, dat de Balkanoorlog alleen met dit doel was aangestookt, vooral toen in de eerste dagen der gemeenschappelijke mobilisatie van de christenstaten die mobilisatie zóó langzaam voortging, dat men alleen aan dreigement kon denken. De oorlogsverklaring van Montenegro nam toen alle gedachte aan eenvoudig dreigement weg, òf: was het misschien de laatste stoot, die Turkije moest bewegen om toe te geven? Dan zou men kunnen onderstellen, dat de beweging in de Balkanstaten den trekkers aan de touwtjes van het marionettenspel ten slotte uit de hand is gevallen, dat zij dieper was gegaan dan gewenscht werd ook door de hoofden dier kleine

[pagina 305]
[p. 305]

staten zelf. Geheel onwaarschijnlijk is deze opvatting niet; integendeel, de houding van de Balkanvorsten zelf geeft aanleiding tot zulk een onderstelling en die van de met hare ‘ernstige’ waarschuwingen te laat komende mogendheden evenzoo. Het is meer vertoond, dat eenmaal opgewekte volkshartstochten - en deze zijn onmiskenbaar werkzaam - niet meer in bedwang te houden waren, nadat het doel, waarmede zij waren opgewekt, reeds bereikt was. Ook de houding van Rusland wettigt zulk een onderstelling, die, als ze juist is, vooreerst nog wel niet uit authentieke stukken kan bewezen worden.

Dan zou het ook wel mogelijk zijn, dat waarheid bevatten de jongste onthullingen over den moord op Stamboulof en dien op koning Alexander en Draga, waaruit blijken zou, dat zij vielen, omdat zij tegenover het al te machtige Rusland een Balkanbond onder leiding van Turkije wilden. Er geschiedt meer in de politiek dan ‘is dreamt of in our philosophy’, in de philosophie van krantenen overzichtschrijvers, die gaarne alles wilden weten en, als zij niets weten, toch doen dikwijls en doen moeten alsof zij het wisten, alsof zij zaten in den raad der goden.

Zooveel is op dit oogenblik duidelijk, dat de Turken, hoewel bloedigen tegenstand biedend, voor het oogenblik èn numeriek èn feitelijk in het nadeel zijn: Skoetari, Saloniki, Adrianopel worden ernstig bedreigd en men hoort zelfs van een stoutmoedig plan der Bulgaren om rechtstreeks op het ontredderde Konstantinopel aan te trekken. Weldra zal bij het sterke Adrianopel ten minste een ernstige beslissing moeten vallen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken