Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 15 (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 15
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.20 MB)

Scans (88.17 MB)

ebook (4.62 MB)

XML (3.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 15

(1915)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 157]
[p. 157]

Leestafel.

Fokko Bos. De vreemde woorden. Verklarend woordenboek. 2e druk. Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur. Amsterdam.

Het is 's werelds loop, dat het oudere verdrongen wordt door het nieuwere, dat op zijn beurt weer veroudert.

Zoo hadden, in mijn jeugd, de wiskundige leerboeken van Jacob de Gelder al nagenoeg afgedaan; ze werden alleen nog gebruikt op het gymnasium, waar de leeraar geen enkele reden zag, het zoovele jaren door hem betreden pad te verlaten. Nu zijn weder de werken van Strootman, Badon Ghyben en Kempees, naar ik vrees, nog slechts bij den antiquarischen boekhandel te vinden, hoe velen er ook zijn die daaruit hunne wijsheid hebben geput. En op ander gebied: wie leert nu nog Fransch uit Baudet, geschiedenis uit Wynne?

Hetzelfde geval doet zich hier voor. Tientallen van jaren heeft Kramers' kleine woordentolk ons allen vele goede diensten bewezen, - het boekje schijnt thans de plaats te moeten ruimen voor dat van den heer Bos, dat duidelijker gedrukt en, zooals mij bij vergelijking van enkele bladzijden bleek, vollediger is.

Bij die vergelijking maakte ik een paar opmerkingen, waarvan de vermelding hier misschien eenig nut kan hebben, al kan van critiek geen sprake wezen.

De heer Bos heeft het, terecht, dienstig geacht, vele ‘argot’-woorden op te nemen; of daarbij de volledigheid is genaderd? Mij viel het op dat sjemiel = arme drommel, niet in de lijst voorkomt.

Bestaat er voor het bekende drukstiftje, punaise, geen Hollandsch woord? Het is niet juist, dat het stiftje van koper vervaardigd is; het is altijd van staal.

Het Hollandsche woord voor sky-scraper schijnt mij eerder te zijn ‘wolkenkrabber’ dan ‘hemelkrabber’; en nu de heer Bos smoddermuilen opnam, had hij m.i. verder kunnen gaan, door vele woorden te vermelden die in onze oudere letterkunde voorkomen.

Er is dus reden te verwachten, dat een volgende uitgaaf weer

[pagina 158]
[p. 158]

‘verbeterd en vermeerderd’ zal zijn. Nu ja, de ‘kleine Kramers’ kreeg in den loop der jaren ook wel den dubbelen omvang!

E.B.K.

Dr. J.A.N. Knuttel. Bloemlezing uit Nederlandsche schrijvers sinds de renaissance. Deel. I. Amsterdam. S.L. van Looy, 1914.
Dr. K.H. de Raaf en J.J. Griss. Een nieuwe bundel. Derde deel. Bloemlezing van Nederlandsch poëzie en proza. 13e tot 18e eeuw. Rotterdam. W.L. en J. Brusse's Uitgeversmaatschappij, 1914.

Dergelijke bloemlezingen zijn een nuttig, ja onmisbaar hulpmiddel bij het onderwijs in de taal. Doch zij hebben hare bedenkelijke zijde: zij werken de oppervlakkigheid in de hand. Het is mij gebeurd, dat een jongmensch, die het eindexamen der hoogere burgerschool had afgelegd, van Potgieter niets anders bleek te weten dan dat deze ‘Blauw bes, blauw bes!’ geschreven had; dit was het eenige wat van dien schrijver in Stellwagens ‘Proza’ was opgenomen, en op school had de leerling geen ander leesboek gehad... Had de leeraar dan niet even goed Potgieter geheel kunnen overslaan?

Ik zou dus liever zien, dat men den leerlingen, in plaats van uitknipsels uit de boeken van een aantal schrijvers, die boeken zelve in handen gaf; en op scholen, waar men nog niet zucht onder het aantal vakken, zooals de middelbare meisjesscholen, geschiedt dat tot zekere hoogte ook wel.

Maar waar dat niet mogelijk is, dient men zich te behelpen met chrestomathieën, waarvan de stukken zóó gekozen zijn, dat zij den leerling opwekken nader kennis te maken met de auteurs wanneer zich daartoe de gelegenheid aanbiedt, en dat zij in ieder geval een zoo juist mogelijk beeld geven van diens werken. Mij zou het voorkomen, dat de keuze het best kan geschieden door een letterkundige, een man van oordeel en smaak; ik word tot deze opmerking geleid door hetgeen ik lees in de Voorrede van de heeren de Raaf en Griss: ‘wij meenen dat zulk een boek (als het hunne) nog wel reden van bestaan heeft naast de paar bloemlezingen, samengesteld door mannen die door ervaring met de behoeften van middelbaar en gymnasiaal onderwijs vertrouwd zijn.’

Nu is Dr. Knuttel ‘slechts’ redacteur van het woordenboek der Nederlandsche taal, en dus allicht minder ‘vertrouwd’ met even bedoelde ‘behoeften’; zou dààrom zijne bloemlezing als min-

[pagina 159]
[p. 159]

derwaardig moeten worden aangemerkt? Ik kan het niet gelooven.

Intusschen, ik zal er mij wel voor wachten, eenige parallel te trekken tusschen de beide in hoofde dezes genoemde verzamelingen, of tusschen deze en de in vorige jaren verschenen leesboeken, zooals die van de Groot, Leopold en Rijkens, of van de heeren Leopold; de smaken, ook de geestesrichtingen van de menschen loopen nu eenmaal uiteen. Ik zou haast geneigd zijn te zeggen: de eene is, hoeveel zij ook moge verschillen, juist even goed als de andere; het zal toch de leeraar moeten zijn die aan het samengebracht materiaal dàt leven geeft, hetwelk noodig is om de blijvende belangstelling der leerlingen te wekken.

E.B.K.

Karel van de Woestijne. Interludiën. Tweede Bundel. Bussum. C.A.J. van Dishoeck, 1914.

Adonis, Eroos en Anteroos, Hebe, de Stierendief: deze dichtstukken, hier tot een bundel vereenigd, zijn door publicatie in tijdschriften den lezers van Nederlandsche poëzie reeds eenigen tijd bekend. Ik moet dus mijne warme bewondering voor Woestijne's herschepping der oudheid in geheel oorspronkelijk, zeer persoonlijk maar tevens door antiek natuur-aanschouwen gansch doortrokken herdenken, in korte woorden uitspreken. Al deze stukken hebben hun eigene schoonheid, en daarnaast hunne gemeenschappelijke bekoring door de uitnemende zorg gewijd aan rhythmische klankuitbeelding. Zij zijn alle geboren uit eene onafgebrokene fijngevoelige aandacht, uit een vol toewijding verricht gadeslaan van de bezielde natuur. Zij brengen telkens door hunne zuivere muzikale taal en hunne dichterlijke helderziendheid die spanning, door verrassing bekroond, in den geest des lezers te weeg, die hem de oogen opent en hemel en aarde aan hem vertoont in nieuwe gedaante.

Zulke modern-antieke poëzie heeft hare eigenaardigheden. Zij verdiept zich vaak met onbeperkte vrijmoedigheid in het wezen der zinlijke liefde, zij schuwt nooit de zwoele atmosfeer van den alexandrijnschen Eros; zij schildert met eene afwezigheid van alle terughouding maagdelijke schoonheid en manlijk begeeren. Of het goed en gewenscht is dat te doen, of de kunstenaar langs dien weg het edelste van zijne roeping begrijpt en bereikt? Mij dunkt, dat die vraag, zóó algemeen gesteld, niet voor beantwoording vatbaar is. Ik zelf heb de bladzijden, in welke Van de Woestijne de ongesluierde schoonheid der jonge Hebe schildert, gelezen en herlezen met onbeperkte bewondering en zou den bundel gemutileerd achten indien zij daaruit werden weggesneden door een of andere ‘mo-

[pagina 160]
[p. 160]

reele censuur’. Maar... classici zien nu eenmaal zulke dingen anders dan een ander en - ik erken het - de reinheid van eens dichters geweten waarborgt nog niet de ongereptheid van het gemoed zijner lezers.

K.K.

Job Steynen. Sentimenteele Geschiedenissen. Bussum. C.A.J. van Dishoeck, 1913.

De heer Job Steynen blijkt in dezen bundel van twaalf schetsen een talentvol schrijver, naar wiens vlotvertelde verhalen - slechts hij met genoegen zal luisteren die van dezen verhaaltoon houdt. En daartoe mag ik mijzelven niet rekenen.

Die toon is die van dubbel overgehaalde satire. Daarmede wordt dan levensleed in het groot afgedaan, terwijl voor afwisseling soms een humor dienst doet, dien ik ook niet kan bewonderen. De eerste schets Het Misverstand geeft daarvan dadelijk een voorbeeld. Een conservatief rentenier, Batenteller (N.B. daar is het al!) eet brood uit de coöperatieve bakkerij, opgericht door de revolutionaire, nivellistische partij. Zijn kleinsteedsche café-vrienden besluiten hem te boycotten omdat hij, zooals de onderwijzer uitriep, ging heulen ‘met de belagers van wat wij met de moedermelk hebben ingezogen. Hier greep hij rillend zijn glas, en wat hij inzoog, was geenszins moedermelk, maar mocht, naar de geur te oordeelen, eerder een cognacgrog heeten’ (bl. 5). Het plan gelukt en de arme Batenteller durft zijn huis niet meer uit; ‘en de enkele malen dat hij zich op de straat vertoonde, geleken zijn houding en ijlende schreden wel het meest op die van een voortvluchtigen misdadiger. Het luttelst geluid in zijn nabijheid deed hem rillen en zijn tred verhaasten, de gevels der huizen joegen hem schrik aan, maar het meest was hij bevreesd voor de wandelaars, voor wat zich hier en daar aan een venster liet zien: het bekende chimpansé-masker, verlevendigd door een glanzende wezenloosheid, dat alom met den naam van “menschengezicht” wordt aangeduid’ (bl. 26).

Dat Batenteller door de nivellistische partij plechtig wordt begraven is even begrijpelijk, als dat de volgende schetsen in denzelfden toon zijn gezet. Want wie eenmaal behept is met dezen stijl, laat dien niet gemakkelijk los.

G.F.H.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De vreemde woorden

  • over InterludiĆ«n II


auteurs

  • E.B. Kielstra

  • K. Kuiper

  • G.F. Haspels

  • over J.A.N. Knuttel

  • over K.H. de Raaf

  • over J.J. Griss

  • over Job Steynen