Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Stam. Jaargang 1909 (1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Stam. Jaargang 1909
Afbeelding van Onze Stam. Jaargang 1909Toon afbeelding van titelpagina van Onze Stam. Jaargang 1909

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.50 MB)

Scans (280.76 MB)

ebook (4.41 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Stam. Jaargang 1909

(1909)– [tijdschrift] Onze Stam–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 140]
[p. 140]

Boekbeoordeeling.

Studiën over de Nederlandsche en Engelsche taal en letterkunde en haar wederzijdschen invloed, door W. de Hoog, leeraar in de Nederl. en Engelsche Taal en Letterkunde. - 2 Dln. à 2 g 50. Geb. in 1 Dl. 5. 5,50, Dordrecht, J.P. Revers, 1909. 1e Dl. 240 bl.

Van dit wezenlijk standaardwerk is het eerste deel van de tweede uitgave eindelijk verschenen. Het werpt een overschou-wenden blik in eene flinke inleiding, over den te voltrekken arbeid. Na eene treffende vergelijking tusschen Engelsche en Nederl. Taalstudie, komt eene zeer belangwekkende beschouwing over Franciscus Junius, als grondlegger van het Angelsaksisch en het Gotisch. Wie begeert een denkbeeld te erlangen van het Angelsaksisch of het Oudengelsch met zijne schaarsche, doch zeer verrassende letterkunde, waarvan de Beowulf en Koning Alfred's wetteksten de bijzonderste gedenkteekens zijn, zal met vrucht het volgend hoofdstuk doorbladeren. De middelengelsche letterkunde, met Chaucer als vertegenwoordiger van de middelengelsche poëzie, en van J. Wiclef als schepper van het Engelsch letterkundig proza, is opnieuw een zeer groot hoofdstuk, waarin men bewondert den diepen wijsgeerigen blik, waarmeê de geschiedschrijver gewapend is. In volgende hoofdstukken leeren wij veel aangaande de overeenkomst van de germaansche woorden van het Engelsch en die van het Nederlandsen. We hadden het doelmatiger geoordeeld, een deel te wijden aan de taalstudie en een ander aan de letteren. Nu komt het ook vreemd voor, dat die philologische beschouwingen afwisselen met aesthetische, en in allen gevalle, hadden wij liever de philologie doen voorafgaan, daar zij eene historische wetenschap is, waaruit veel af te leiden valt voor de literatuur. In deze tweede, herziene en vermeerderde uitgave heeft S. zooveel mogelijk naar volledigheid gestreefd, verklaart hij. Met taal- en letterkundige vraagstukken b.v. als de Angelsaksische c reeds vóór 1066 volkomen palatale ch, kon hij zich minder bezig houden. Met dankbaarheid vermeldt hij de critieken van ‘Prof. G. Kalff, Prof. Fr. Van

[pagina 141]
[p. 141]

den Weghe, Dr. E.B. Koster, Mr. L. Willems en W. Pik.’

Men kan zich een denkbeeld vormen van de belangrijkheid der wederzijdsche ontleeningen, gedaan uit beide zustertalen, bij het nagaan b.v. der woorden voorkomend onder de B.

En deze belangrijkheid gaat crescendo, want niet minder dan drie en dertig bladzijden groot-octavo worden gemeld met ontleeningen van het Engelsch uit het Nederlandsch in bondigen woordenboekstijl. Voor de B. stippen wij de volgende vergelijkingen aan, zonder den schrijver voet voor voet te volgen in den door hem gebaanden weg:

Back = Ned. bak; balked = belgen, opzwelgen; balken = balken; roepen, om aan te duiden, waar zich de haringscholen bevinden; to bale = balie; brandy = brandewijn; branskate = brandkoren (?); brantkom = idem; brassem = brasem; brick = Fr. brique; Ned. breken; to broider = borduren; Fr. broder; brokes = gebruik = bruges = Brugge; bruin = Bruin de beer; bulk = Kiliaan; bulcke (lading); bully = boel, geliefde; bumkin = bommekijn, vaatje; bumkin = boomkijn; bumpkin = boerenkinkel, vat; bunting-crow bonte kraai; buoy = boei; burgher, burger, burghemaster = burgemeester; bus, = arquebus; buschbome = busboom; bush = bus, koker; bushbuk = boschbok; bushman = boschjesman; buskin = beurzekijn; buiterham = boterham; bijslabbed = beslabben, bemorsen.

Langs het Fransch in 't Nederl.: ballast = ballast; lamboo = lamboes; bay = baai; to bedrive = bedrijven, to bedwynge bedwingen; beer = beer (dam); to belay = beleggen; to beleaguer = belegeren, to berisp = cf. 1481 Caxton Reynard; berispen; biltong = bil tong (Afr Kaauns), blas = Ned. idem, bluff = Ned. blaf; blunderbus; Ned. donderbus; boil = Ned. buil; bomespar = Ned. boomspar; boom = kluiverboom; boor, boer = boer; border = Fr. Bordure, Ned. boord; verder onder de B zijn nog aangestipt geworden: bosch, boss, botch (botsen), bottomry = bodemerij; .bounce = bonzen; bouse, booze = buizen; bowery = bouwerij; boy - boef; to brabble = brabbelen; brack = brak; brake = braakland;

[pagina 142]
[p. 142]

brake = braak (om paarden vast te zetten).

Voor hogan, mogan denkt de Hoog aan hoogmogendheden. Is hier niet eerder eene veronderstelling te maken in verband met de godenleer. Te Londen bemerkt men namelijk in Guildhall de twee standbeelden van Hogin en Mogin, die verheerlijkt worden als de twee beschermgeesten van de stad. Voor Heug geeft Prof. Vercouillie op hugs verstand; Etym. Wob. bl. 111).

Cardel, dit geven we als aanvulling (bl. 193), bestaat nog in West-Vlaanderen, met uitspraak van karteel b.v. aalkarteel, dat misschien al evenzeer kan teruggevoerd worden tot kar.

Is Coper, cooper zijnde een ‘vessel fitted out to supply ardent spirits to the fishers in the North sea’ wel zeker afgeleid uit ‘kooper’ en niet uit ‘kuiper’? De Noordzee zou evenwel eerder ‘kooper’ billijken.

To domineer bl. 197, kan bezwaarlijk in verband gebracht worden met een ander woord dan ‘dominus’ (Lat). dat wel een bastaardwoord kan gevormd hebben, dat ook nog in ander talen, buiten het Nederl., werd overgenomen.

Bij to forslinger (bl. 200) paste, zonder twijfel, eerder eene vergelijking met het Hoogduitsch. ‘Schlingen’, waar de g zich heeft behouden, terwijl de d van verslinden in ‘Schlund’ is rechtgebleven.

Bij Holster (bl. 205) luidt het ‘a leathern case for a pistol’ = pistool, holster. Een woord van later tijd. Uit Ned. holster = foudraal, knapzak; oorsprong onzeker.

Huckster = a pedlar, retailer, hawker = venter, kramer; cf. hawker... vg. hukken, huiken = dus iemand, die onder zijn last gebukt gaat of verwant met hoek = in de beteekenis van winkel. Oorsprong is onzeker.

Knure, knur = ‘a swelling, a knot in wood = knoest. ME. knorre, uit Oudnederduitsch. Friesch knure, vg. Ned. knor = kwast, Mn. Cnorre, vg. knoest, knorf’. In 't Limburgsch bestaat knor in den zin van harde pees in het vleesch of aan het been. Vandaar wellicht elke hardheid of knoop, ook in het hout?

To loiter = ‘to delay, to linger. Mr. loitren, cf. lout = lummel....’ vg. West. Vl. ‘hitte’ = vrouwe ‘lummel.’

[pagina 143]
[p. 143]

To snip - ‘Uit Nederl. snippen, snipperen, vg. snavel er snappen, en dus: met den snavel stubpijken.’ Vgl. kaartenspel: snip-snap-snorium (Kaartenspel) doelt wellicht op de levendigheid van het spel.

To tack = to draw close together = opschorsen, instoppen. Uit Ondnederduitsch. Vg. Ned. tokken = aantrekken, lokken. Vg. Duitsch (an) ziehen.

Vysevase = ‘a folly, a whim, cf. 1481. Caxton. Reynard. Uit An. vysevase = een dwaasheid, een gril; vg. fazelen, vazen, feziken. - ’ In 't West-Vl. kennen we een ‘wiesjewasje’ = onnoozelaar. Is dit nu een ‘vieze’ (vreemde) fezelaar, of moet men hier denken aan Duitschen invloed: weiss etwas? Het eerste schijnt ons verkieslijk en wel namelijk zonder reduplicatie, maar met den vorm ‘vies’ ‘vreemd’ vooraf.

Zulke studiën, die nu eens vulgariseerend zijn, dan weer van veel diepzinnig onderzoek getuigenis afleggen, zijn voor leeraars en studenten onmisbaar, en tevens onweerlegbare en kostbare pleidooien ten voordeele van een vergelijkend taalonderwijs in zekere klassen van den middelbaren graad.

F.V.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken