Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Stam. Jaargang 1910 (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Stam. Jaargang 1910
Afbeelding van Onze Stam. Jaargang 1910Toon afbeelding van titelpagina van Onze Stam. Jaargang 1910

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.73 MB)

Scans (319.14 MB)

ebook (3.31 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Stam. Jaargang 1910

(1910)– [tijdschrift] Onze Stam–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

Boekbespreking.

Studiën over de Nederlandsche en Engelsche Taal- en Letterkunde en haar wederzijdschen Invloed door W. de Hoog, rector aan de Rijks Hoogere-Burgerschool te Meppel. - Revers, Dordrecht. - Deel II.

Van dit standaardwerk is het tweede deel der nieuwere uitgave verschenen, einde 1909. Hierin worden o.a. behandeld met eene groote deskunde, volgende zeer belangrijke onderwerpen: ‘Den Spiegel der Salicheit van Elckerlyc’ vergeleken met ‘Everyman’, het Engelsche zinnespel; Edmund Spenser, den verfijnden dichter vergeleken met Jhr. van der Noot; Milton en Vondel; Sir Philip Sidney en dezes invioed op Theodoor Rodenburg; Starter en Thomas Campion; Donne en Huygens; Francis Quarles en Johannes Westerbaen; Byron en Beets; Lindo en de Engelsche humoristen; Keats en Shelley en dezer invloed op Perk.

Het standpunt des schrijvers is veelal, dat hij geen invloed aanneemt van Engelsche op Nederlandsche schrijvers uit het oudere tijdvak maar doorgaans eene gemeenschappelijke bron weet te ontdekken, wier vermelding alléén reeds een kostbare vingerwijzing mag genoemd worden.

Evenwel kan ik me niet altijd neerleggen bij zijne onderstelling en vind ik met Prof. Dr H. Logeman voor ‘Everyman’ en ‘Elckerlyc’, dat de vorm en zelfs de woorden zoozeer overeenstemmen (b.v. rekenynge); voor Milton en Vondel acht ik, dat schrijver wat te algemeen blijft in zijne beschouwingen, aanvankelijk toch. Hij doet me ook de eer aan, miin oordeel in te roepen aangaande de Vondel-Miltonkwestie en zegt onder ander ‘Prof. Fr. Van den Wege kwam in 1903 (Vreemde Beelden en Schetsen) tot de slotsom, dat Milton den invloed van Vondel heeft ondergaan, daar hij onze taal kende en betrekkingen onderhield met ons land, doch dat het gewaagd is, altijd navolging te zien, waar Edmundson die meent te bespeuren. Edmundson gaat te ver zegt hij, wanneer hij het een schrijver euvel duidt, dat hij de volgende gedachte van Vondel

 
‘En liever d'eerste vorst in eenig lager hof
 
Dan in 't gezaligd licht de tweede of nog minder’,
[pagina 96]
[p. 96]

durft vertolken door: ‘Better to reign in Hell than serve in Heaven’, wanneer de gedachte zelfs niet van Vondel is, maar aan Caesars's welbekend spreekwoord ‘Malo me primum esse in vico quam Romae secundum werd ontleend.’ (Blz. 128, II). Ten einde deze zaak helder toe te lichten, deelt Rector de Hoog verder het plan mede van ‘Lucifer’ en van ‘Paradise Lost’ en besluit, dat beide schrijvers uit de classieken en uit andere bronnen hebben geput, die ze beiden kenden. De overeenkomst van ‘Lucifer’ en ‘Paradise Lost’ is o.a. niettemin klaarblijkend in de boeken III, VII en IX van Milton's Meesterstuk, wat Moolhuyzen, die van geen invloed hooren wil, evenwel ook loochent. Beider onsterfelijkheid blijft niettemin onaantastbaar, want de dramatische dichter mag putten in eene epische legende, en het tegenovergestelde recht moet ook billijkheidshalve gewaarborgd blijven.

Het hoofdstuk met het oog op de jongeren is zeer belangrijk, want Perk is een neefje van Shelley, een veel volmaakteren artiest doch minder hoog dreunenden woordheraut dan de onsterfelijke Lord Byron. Hier ware den Vlamingen een familieboom of letterkundige stam met als uitspruitsels Pol de Mont en Hélène Swarth, wier takken en wortels zich ook in de romantiek van Schiller verliezen gaan, nu juist niet onwelkom geweest. 's Schrijvers bronnen en zegsmannen zijn talrijk; noemen wij even voor Milton-Vondel b.v.: Bakhuizen v.d. Brink, Edmundson, E. Gosse, Müller, Dr Moolhuyzen, Mark Pattison, H. Morley, Busken Huet, Prof. Fr. van den Weghe, Dr Koster, Modern Languagenotes, wat pleit voor de belezenheid van den schepper van dit taalkundig gedenkteeken.

 

F.V.

Vlaamsche Beweging:

Op 2 Maart, is Frans Reinhard, de verdienstelijke griffier van ‘de Vl. Volksraad,’ zijn zestigste jaar ingetreden. Moge deze voorbeeldige kamper en bezielde redenaar aan Vlaanderen nog lang zijne grootsche Liefde wijden!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken