Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Stam. Jaargang 1910 (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Stam. Jaargang 1910
Afbeelding van Onze Stam. Jaargang 1910Toon afbeelding van titelpagina van Onze Stam. Jaargang 1910

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.73 MB)

Scans (319.14 MB)

ebook (3.31 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Stam. Jaargang 1910

(1910)– [tijdschrift] Onze Stam–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Kunst- en Letternieuws.

De Koning dankt.

Secretariaat dek bevelen des Konings
Paleis van Brussel, den 1n Juli 1910.

De Koning heeft met genoegen de 6e aflevering van ‘Onze Stam’ en het exemplaar van het dramatisch gedicht ‘De Nevelingen’ ontvangen, die UEd. Hem den 16 Juni 1. 1. aangeboden heeft.

Zijne Majesteit gelast mij UEd. Hare oprechte dankbetuigingen te doen geworden.

De Secretaris der Bevelen.

De Guldensporenslag.

De algemeenheid der feestviering, de samentrekking aller krachten vervult het hart aller Vlamingen met tevredenheid en fierheid Door eendracht kon het bevrijdingswerk worden voltrokken, zoo ook moeten door eendracht de laatste gulden sporen van den Vl. kamp worden gewonnen.

De leliaerts der schepenbanken hadden Vlaanderen's belangen gespeeld in de handen van den koning van Frankrijk; zoo doen ook de taalverguizers van heden, die Vlaanderen overleveren aan het geestesleven, dat hier niet gedijen kan. Het werk der vroegere leliaerts werd gebroken door de eendracht der gemeentemannen.

[pagina 223]
[p. 223]

Daar stonden zij rotsvast, pal als een muur voor de Groeningerbeek. In woesten rit kwamen dan afgestormd de ridders met gouden kwast aan gulden spoor. Niet op de hoogte van de ligging der gronden als winderige fransche officierkens of kaartenmakers, ondergingen zij het lot van hunne onwetendheid en van hunnen onbesuisden wrok tegen het vlaamsche volk. In Kortrijk's beemden werden ze verslagen, vielen ongenadig onder de knodsen der gemeentemannen, die uit Brugge, het noorden (Veurne-Ambacht), ook eenige honderden uit Gent en Ieperen, samengestroomd waren tot eene ernstige legerbende. Dezer eenheid slaagde erin de fransche ridderscharen te breken met hun overmacht.

Jacob van Maerlant, de ziener van de XIIIe eeuw verbeeldt zoo goed de drijfveeren der Vlamingen. In zijn ‘Wapen Martijn’ onderzoekt hij, wat er verkeerd is in de opeenhooping der eigendommen en in het feit, dat de eene vrij is en de andere slaaf. Ja, de Vlaming van dien tijd is reeds een denker, die zich rekenschap geeft van de noodwendigheden op maatschappelijk gebied. De kruistochten hebben de Vlamingen bijeengebracht voor een kristelijk oorbeeld; de slavernij is er grootelijks door verdwenen. Thuis gekomen, bouwden ze dan die mooie torens, die gemeentehuizen, die lakenhallen, welke hunne schatten behelsden. En Engeland, dat alsdan met Vlaanderen zoo druk in handelsverkeer kwam, schreef in zijne grondkeure de meeste vrijheden af onzer voorvaderen. Onze democratie, onze gemeentemacht is overigens zes eeuwen ouder dan de fransche, welke uit Vlaanderen's heldenstrijd en Engelands grondkeure de meeste punten opteekende Maar behalve het ‘mijn en dijn’ behalve het maatschappelijk vraagstuk was daar ook het wordend besef van het Vlamingschap. Maerlant roept ook uit ‘omdat ic Vlaminc ben’ en stelt die leuze op zijn kaproen of vest ze op zijn borst als een eerekruis. Hoe kon het anders, of de sociale zijde van den strijd moest ook gepaard gaan met de vlaamsche. De Vlamingen hadden in strijd met wat zekere flinke doch soms ‘éénzijdige’ geschiedschrijvers voorhouden toch wel besef van een vaderland. De sluimerende liefde voor hunne gemeentehuizen en panden, voor hunne juweelen en perels van bouwtrant, het wel is waar tot gewestelijke opvatting bekrompen vaderland, neemt toch het denkbeeld van het vaderland niet weg. ‘Omdat ic Vlaminc ben’ weegt zoozeer in de balans als het ‘mijn en dijn’, alhoewel velen

[pagina 224]
[p. 224]

de gemeenschappelijke belangen over het hoofd zagen en mangel aan tucht aan den dag legden. Zoo zijn er altijd geweest, die minder stamgevoel vertoonen ook tot heden toe; zoo geschiedde het, dat Zannekin verlaten werd door velen en niet rekenen mogend op de alge meenheid te Kassei, sneuvelde als de flinkste voorzetter van de denkbeelden en gevoelens der mannen van 1302.

Uit dien heugelijken strijd, moeten wij dus onthouden, dat er eendracht hoeft te heerschen, met het oog op den eindzegepraal. Gelijk Zannekin verraden werd door Robrecht van Kassei, zoo zijn er in de vlaamsche rangen maar al te dikwijls mannen, die de algemeene zaak slachtofferen aan hun persoonlijk voordeel. Het vlaamsch gevoel moet worden gesterkt en gestaald, opdat de Vlamingen niet worden overstemd door de minderheid. Daarom is het onderwijs van het allergrootste belang, omdat het onderwijs de hef boom is van dat vlaamsch gevoel. Het lager onderwijs is op den buiten vlaamsch, in enkele steden vlaamsch en fransch overeenkomstig de taalwet van 1883. De Hoogeschool is fransch en brengt nog advokaten voort, die hunne klanten uit gemakzucht laten in 't fransch pleiten, brengt geneesheeren voort, die den vlaamschen soldaat niet begrijpen; brengt bouwkundigen, ingenieurs voor Limburg voort, die niet in staat zullen zijn, den mijn werker aldaar voor te lichten. Het is plicht voor de Vlamingen door hunne eendracht een einde te stellen aan dien wraakroependen toestand. De heldendaden onzer voorvaders nopens ons daartoe. Onze twee schilderscholen, die twee vlaamsche kunstuniversiteiten beschamen ons. Simon Stevin, de groote vlaamsche wiskundige roept er ons toe op, evenals Maerlant Wij hooren van uit de nevels der tijden hunne didactische roepstem evenzeer ons daartoe aanmanen als Vondels dichtgenie. De wetenschap schitterend beoefend door een Cobet voor de filologie, door een Lorentz voor de natuurkunde maken het pleidooi onwerderlegbaar. Een jonge Clauwaert, Sevens met name, heeft reeds 12000 handteekens ingezameld; op ons Vlamingen der twintigste eeuw, rust de plicht mee te gaan met die nieuwe frissche stem van den Groeningerkouter. Dicht bijeen, schouder aan schouder, gewapend met dezelfde taal, moeten we de belangen van ons volk behartigen en zonder uitsluiting voor andere veelvoudige tolken, maar met het Nederlandsche voermiddel, moeten wij den blinddoek van de oogen doen vallen, door het licht der Hoogere Wetenschap.

F.V.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken