Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Opwaartsche Wegen. Jaargang 13 (1935-1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Opwaartsche Wegen. Jaargang 13
Afbeelding van Opwaartsche Wegen. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van Opwaartsche Wegen. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (21.32 MB)

XML (1.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Opwaartsche Wegen. Jaargang 13

(1935-1936)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 65]
[p. 65]

Aan de inzenders
Redactie

Na de aanvaarding van de taak, een arbeid van twaalf jaar voort te zetten, hebben wij in een tweetal artikelen kort trachten toe te lichten wat ons bij de leiding van het tijdschrift bezielt.

Wij menen niet, daarmee ten aanzien van het doel van Opwaartsche Wegen iets geheel nieuws naar voren te hebben gebracht. Maar wel waren wij van oordeel, dat dit geluid onder de huidige omstandigheden op geestelijk gebied noodzakelijk weer eens moest worden uitgezonden.

Hetgeen wij hierdoor tevens hebben gepoogd te doen is: het geluid dat ons als een echo in de inzendingen zal tegenklinken, stimuléren.

Oppervlakkig gezien mocht het er op lijken, of de Redactie met dat ‘critiek en getuigenis’ in de eerste plaats slechts voor zichzelf een gedragslijn uitstippelde, een houding bepaalde, die zij wenste aan te nemen speciaal bij haar critische arbeid, dat wil dus zeggen: bij de bespreking van literatuur en wat daarmee verband houdt.

De gedachte zou kunnen zijn opgekomen, dat er zodoende bij Opwaartsche Wegen weer eens een verschuiving heeft plaats gevonden naar de zijde van het essay.

Wij hebben eerder met de schijn, dat ons tijdschrift deze richting zou inslaan, te kampen gehad, en daarbij de sympathie verloren van hen, die wat men noemt zo goed als uitsluitend ‘creatief’ gericht waren.

Naar onze vaste overtuiging berust echter de indruk, als zouden ‘dichters en prozaïsten’ niet of in veel mindere mate onder dit ‘critiek en getuigenis’ besloten zijn, op een misverstand.

Wanneer wij toch - en dat zelfs zeer in het algemeen - de werkzaamheid van den kunstenaar nader bezien, dan valt er zonder veel moeite te constateren, dat het werk van hen allen, zonder onderscheid, volstrekt in dit teken staat.

[pagina 66]
[p. 66]

Om te beginnen staat elke ‘vormgever’ critisch tegenover zijn (ruwe) materie. Het proces der omvorming, dat daarna een aanvang neemt, vindt plaats in een gezindheid die zich beweegt van ‘verwerpen’ naar ‘aanvaarden’. En is tenslotte het werk volbracht, dan is hetgeen tot stand kwam altijd op een of andere wijze een getuigenis.

Nu ontvangen ‘deze beide wijzen van bewogenheid’, die ten sterkste op elkander betrokken zijn, de verbizondering, de speciale gerichtheid, het accent, vanuit de persoonlijkheid van den kunstenaar.

Wij geloven niet dat het, na twaalf jaargangen Opwaartsche Wegen en vooral na de publicatie der laatste twee Redactie-artikelen, noodzakelijk is nauwkeurig aan te geven, welke hoedanigheden deze persoonlijkheid zou moeten bevatten om mede deel te kunnen nemen aan de taak, die ons tijdschrift bij voorkeur zou willen vervullen.

Aan allen die onze stem hebben opgevangen en bij wie ze ‘instemming’ heeft gevonden roepen wij toe: verenig u met ons. Stel Opwaartsche Wegen in de gelegenheid om profijt te trekken van Uw inzichten. Zend ons Uw verzen en Uw prozawerk, opdat wij in staat zijn ook daardoor te ‘breken’ en te ‘bouwen’ aan de cultuur van onze tijd.

Wij beseffen, dat het thans moeilijker is dan b.v. een tiental jaren geleden om de culturele werkzaamheid en de belangstelling hiervoor bijna geheel in en op Opwaartsche Wegen te concentreren. Sedertdien heeft er op ons terrein - we mogen dankbaar vaststellen: mede tengevolge van de arbeid in en om ons tijdschrift - een zodanige uitbreiding plaats gehad, dat het voor de betrokkenen haast lastig wordt op te merken, aan welke uithoek van het gebied hun ‘bijstand’ het eerst en allermeest nodig is. Wie echter zijn ogen de kost geeft en eens nadenkt bij hetgeen hij ziet, zal zich afvragen, of bij deze ‘uitdijïng’ niet tevens het gevaar dreigt van ‘vervlakking’.

Als uit onze betrekkelijk kleine groep, telkens en aanhoudend, personen, en dan dikwijls dezelfde, gerequireerd worden om een handje te helpen hier, en mee aan te pakken daar, dan moeten we ons toch ernstig bezorgd maken, of niet na verloop van korte tijd een uitputting over de hele linie het gevolg zal zijn.

Hetgeen Opwaartsche Wegen, in samenwerking met het Verbond van Chr. Letterk. Kringen, de Auteurskring, de Essayistenkring e.d. verlangt te

[pagina 67]
[p. 67]

ondernemen, is: de geestelijke kracht fit, weerbaar, op peil houden. Haar door ‘voorlichting’ en ‘voorbeeld’ enten met bestanddelen, die haar gezonde weerstand versterken en bevorderen.

Wij stellen er daarom prijs op, om al datgene op de pagina's van ons tijdschrift te verzamelen, dat kan dienen tot onderrichting, dat kan strekken tot een voorbeeld; waarbij we, wat dit laatste betreft, ook terdege het ‘literair-technische’, het ‘genre’, in het algemeen: het (verantwoorde) experiment op het oog hebben.

Aanstonds willen we hierbij aantekenen, dat wij hiermee in geen geval bedoelen, van Opwaartsche Wegen een blad te maken dat uitsluitend ‘proefnemingen’ zal demonstreren, zonder er rekening mee te houden of er wel mensen zijn die zich daarvoor interesseren. Met enkel proefnemingen zijn wij, en zijn vooral ook onze lezers, weinig gebaat. Dat we nog zo dikwijls inzenders moeten teleurstellen komt in vele gevallen daardoor, dat zij vee te spoedig tevreden zijn met een of ander probeersel. Wij vragen om werk dat met volle overgave en met de grootst mogelijke toewijding, onder het besef dat elke daad verantwoordelijkheid meebrengt, tot stand komt. Wij doen niet enkel een beroep op ‘grote’ talenten, maar wel algemeen op talent; d.w.z. op datgene waardoor zich het werk presenteert als het resultaat van een bewogenheid die daar ontspringt, waar de elementen ‘critiek en getuigenis’ reagéren.

Om niemand onnodig af te schrikken, wijzen wij er nadrukkelijk op, dat wij er alles behalve op gesteld zijn dat de mening zou post vatten: de Redactie van Opwaartsche Wegen zal waarschijnlijk alleen die verzen en dat proza waarderen, dat - behoudens het literair gehalte - sterk en uitsluitend uitdrukking geeft aan ‘vrome’ overleggingen of ‘Christelijke’ levensopvattingen.

Wij leggen hier met opzet de nadruk op ‘overleggingen’ en ‘opvattingen’, ten eerste om de schijn te vermijden van tegenzin tegen vroomheid en Christelijkheid, ten tweede om aan te duiden, dat wij het in 't algemeen niet hebben op dat soort werk, dat zo uitdrukkelijk te voorschijn komt met een stichtelijk onderwerp of een of andere beschouwelijke opinie. Wij twijfelen er niet aan, dat al deze dingen wel oprecht gemeend zijn, maar doorgaans ontstaan ze daar, waar een eigen visie ontbreekt. De stof is niet verwerkt, hoogstens bewerkt, in schema gebracht, op rijm gesteld.

[pagina 68]
[p. 68]

Het opmerkelijke van zulke verzen en verhalen is, dat ze ogenschijnlijk zeer evenwichtig zijn, maar dat betekent dan, dat ze zo vast liggen als een blok. Er is niet dat eigenaardige balancement van bewogenheid dat het gevoel geeft, hierachter, hieronder trillen de diepste zielsbewegingen. Al mogen ze dan niet altijd overal en even sterk waarneembaar zijn, ergens moeten ze toch bespeurbaar worden. En alle werk dat deze ritselingen in zich draagt heeft ons oor en onze aandacht.

Het is onmogelijk hier verder in details te treden. Wij nemen ons voor, omtrent aangeboden werk, waar nodig, in de correspondentie onze bedoelingen te verduidelijken. Ieder van ons stelt zich gaarne beschikbaar om diegenen, die daaraan behoefte mochten voelen, met raad te dienen. Wij bieden ons niet aldus aan, omdat wij menen dat juist ons advies een waardebij-uitstek heeft, maar omdat het door omstandigheden nu eenmaal ook op onze weg ligt, op deze wijze handreiking te doen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken