Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Opwaartsche Wegen. Jaargang 13 (1935-1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Opwaartsche Wegen. Jaargang 13
Afbeelding van Opwaartsche Wegen. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van Opwaartsche Wegen. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (21.32 MB)

XML (1.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Opwaartsche Wegen. Jaargang 13

(1935-1936)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 132]
[p. 132]

Uitweiding en inwijding
Redactie

Hebben de auteurs die bij ‘Opwaartsche Wegen’ geinteresseerd zijn, en hebben de lezers die belang stellen in ons blad voor zichzelf al een antwoord gevonden op de vraag, die in ons vorig nummer werd gedaan: Waar staan wij?

U hebt natuurlijk het recht om tot ons de weervraag te richten, of wij, Redactie, misschien reeds weten, waar wij precies staan. Uit ons laatste artikel hebt u kunnen opmaken, dat wij menen, in de eerste plaats met de anderen ‘in de schuld te staan’.

Dit zou een betrekkelijk gemakkelijke belijdenis kunnen zijn, waarbij we dan de slappe handen maar in de schoot legden en dachten: ach ja...... En als we dan, om onze figuur te redden, een poging zouden wagen, om hoofd en lijf op te richten, dan zou ons mogelijk toch het gevoel kunnen bevangen, dat we eigenlijk aan handen en voeten gebonden zijn.

Misschien dat we aanvankelijk in dit gevoel van belemmering het meest aan elkaar verwant blijken. Het is wel zéker, omdat het zo begrijpelijk is. Het is des te zekerder, omdat de tijd er naar is. Iedereen heeft tegenwoordig het gevoel, gekortwiekt te zijn, bij elke beweging ondervindt hij tegenstand. Nationaal en internationaal levert de drang naar bewegingsvrijheid gevaar op. Omdat iemand, die in de buurt is, naar hem dunkt, kans loopt van zijn plaats geduwd, mogelijk helemaal uit zijn evenwicht gestoten te worden. Wij leven immers met de neuzen op elkaar.

Ja - wij staan, maar vraag niet hoe. Er hoeft niet veel te gebeuren of we liggen. Vandaar dat wellicht de meesten het 't veiligst achten voor de zekerheid maar te gaan zitten, in de hoop dat ze zo het langst ongemoeid blijven.

Welnu, met ons is het, om te beginnen, niet anders geweest. Wij zijn in de Redactie van ‘Opwaartsche Wegen’ gaan zitten, en we zijn er nota bene, na de ‘beweging’ van onlangs, gebleven ook.

Of dat het veiligste was?

Dat is maar de vraag! Want we hebben sedertdien toch wel de neiging vertoond, om recht van hoofd en lijf eens op te staan, en een woordje in het midden te brengen.

Maar - niets menselijks is ook ons in deze tijden vreemd: bij elk breedarmig en wijdbeens gebaar ontkomen we niet aan het gevoel, dat we niet helemaal ‘los’ zijn. Laten we de eerste indruk van die gewaarwording niet dadelijk ontleden, maar allereerst eens bedenken, of dit op zichzelf wel zo vreemd is, of er misschien zelfs een lichtzijde aan deze toestand waar te nemen valt.

In elk geval werd ons dadelijk dit aan het verstand gebracht: voorzichtig! Als een mens ‘bedachtzaam’ wordt, dan poogt hij meteen ook ‘waardig’ te zijn, maar bovendien ‘nadrukkelijk’ als het nodig is. Dat we in de gegeven omstandigheden hierin veel tekort schoten, geloven we niet.

[pagina 133]
[p. 133]

Het besef van ‘gebondenheid’ is geen fictie. Van een traditie van jaren zijn wij geenszins met één slag bevrijd. Een met toewijding gevolgde werkwijze konden wij onmogelijk zo maar prijs geven. Dat mochten we zelfs niet, nu de feiten ons overtuigden dat deze arbeid duidelijk zijn sporen heeft nagelaten op een weg, die van uit een schemerig begin opwaarts klom naar een lichter, wijder, gebied.

Maar buiten dát. De zaak die wij voorstaan, hebben wij beslist niet helemaal in eigen beheer. Dat wil zeggen, wij moeten haar drijven, voor een groot deel, met de middelen die ons worden aangeboden. Haar positie is mede afhankelijk van de handreiking van medewerkers en lezers.

En nu zijn we niet bij de boedel blijven zitten, maar we zijn zo goed mogelijk met ons aangeboren én met ons verhelderd aangezicht naar beide groepen toe gaan staan, om te laten zien wat we zijn, en willen zijn.

Zo goed als iedereen kan bemerken: wij bevinden ons niet, of nog niet, in omstandigheden die ons veroorloven om veel ‘ophef’ te maken.

Wij, en wij allemaal, zitten nog aan allerlei vast.

Van welke bindingen wij gaarne bevrijd zouden zijn, welke gebondenheid wij als de enig ware en wenselijke erkennen, welke banden wij willen versterken, moge echter in hetgeen wij uit het hart hebben gesproken toch enigermate tot uitdrukking zijn gekomen.

Wij stellen voorop, dat een eigenhandige losmaking, d.w.z. een overmoedige zelfbevrijding, ons verwerpelijk voorkomt. Wij hebben de overtuiging, dat wij moeten worden bevrijd. Dat wij ons niet bruusk in de ruimte moeten begeven, maar dat wij in de ruimte gestéld moeten worden.

Na het uitspreken van dit verlangen, past ons nu verder toch eigenlijk niet een afwachtende houding: tot het een keer gebeurt. Want dan zouden we gerekend moeten worden tot de onachtzamen en ondankbaren, die ogen en harten gesloten houden voor hetgeen hun, eer zij het vroegen, reeds geschónken werd. De vrijheid n.l. waarmee Hij, Dien wij hoofd voor hoofd als onzen Verlosser belijden, ons heeft gelost.

In die vrijheid mogen we staan. We mógen het niet alleen, we móeten het ook. De maat van deze vrijheid te bepalen, ze concreet vast te stellen, dat is ons niet gegeven. In oprechte, overgegeven gebondenheid aan Christus zullen wij haar ruimte én haar grens in de beslissende ogenblikken gewaar worden.

Zijn deze woorden op hun plaats in een ‘literair’ maandblad? Of horen ze feitelijk thuis in ánders betitelde rubrieken? Dat wil zeggen, heeft dit ook iets met ‘literatuur’ te maken? Maar natuurlijk! Want wij, wij allemaal, hebben er mee van doen. Niet nu en dán, hier of daar, daar wel, en hier niet; - overal! In elke levensuiting, die onze gehele persoonlijkheid eist. En o.m. literatuur, onverschillig of men haar voortbrengt of beoordeelt, eist die gehele persoonlijkheid. Niet maar b.v. een beetje, geschoold inzicht, een weinigje gevoel voor vers- of woordkunst, een tikje genegenheid voor een zaak of ‘beweging’, die ook ónder ons en vóór ons haar nut zou kunnen hebben. Vooral nu, in deze tijden, vordert de literatuur, terwijl men zich met haar inlaat, den gehelen mens op. Omdat literatuur tegelijk leven is.

Maar - er is méér, zult ge zeggen. Zeker! Literatuur is léven - echter, hoe dikwijls

[pagina 134]
[p. 134]

hebben wij de indruk, dat ze tegenwoordig ook minder is, minder omvat, dan dit zich, dag bij dag, in velerlei aspecten en tendenzen ontvouwende gebeuren. Met andere woorden: bij de beoefening van literatuur bemerkt men toch ook, dat de aandacht wordt afgetrokken van gebieden, waar het leven zich niet zachtzinniger met ons bemoeit; waar wij evenzeer genoopt worden tot weerstand, houding en repliek.

Waar te eniger tijd de noodzaak zich mocht opdringen om - misschien in verband met literaire verschijnselen, maar desnoods ook terzijde van dit speciale cultuurterrein - critiek en getuigenis te geven, daar hopen wij met vrijmoedigheid het woord te nemen. Al naar dat ons gegeven zal worden te spreken.

Wij doen een beroep op medewerkers en lezers beide, om het onderling vertrouwen te bevestigen, de wederzijdse welgezindheid te schragen door het levend besef van de saamhorigheid, waartoe wij, van-binnen-uit én van-buiten-af, verplicht worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken