Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Opwaartsche Wegen. Jaargang 14 (1936-1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Opwaartsche Wegen. Jaargang 14
Afbeelding van Opwaartsche Wegen. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van Opwaartsche Wegen. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (22.15 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Opwaartsche Wegen. Jaargang 14

(1936-1937)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 169]
[p. 169]

Amerikaansche NegerlyriekGa naar voetnoot*)
vertaald door Jan H. Eekhout

Een neger ben ik

 
Een neger ben ik:
 
Zwart als de zwarte nacht,
 
Zwart als het diepste hart der wouden van Afrika.
 
 
 
Een slaaf was ik:
 
Caesar gebood mij trappen te boenen;
 
Ik heb Washingtons schoeisel gepoetst.
 
 
 
Arbeider was ik:
 
Mijn handen baarden de pyramiden;
 
Ik mengde de mortel voor het Woolworthgebouw.
 
 
 
Een zanger was ik:
 
Van Afrika naar Georgia
 
Torste ik het lied van mijn leed;
 
De ragtime schiep ik.
 
 
 
Een offer was ik:
 
In den Congo hieuwen de Belgen
 
Mij de handen af;
 
Nu lyncht mij Texas.
 
 
 
Ik ben een neger:
 
Zwart, zwart als de zwartste nacht,
 
Zwart, zwart als het diepste hart der wouden van Afrika.

LANGSTON HUGHES

[pagina 170]
[p. 170]

Een zwarte vrouw spreekt:

 
Ach, klop niet aan mijn deur, mijn kind,
 
Het beschermend bloed te verlaten.
 
Je weet niet hoe menschen zijn, mijn kind,
 
Hoe helsch zij elkander haten.
 
De aarde: ze smaakt zoo bitter, mijn kind.
 
Hoe zou je op de aarde nog hopen!
 
Wacht, wacht tot wij in den hemel zijn, kind.
 
Dan gaan alle deuren open.
 
 
 
En klop niet aan mijn hart, o kind.
 
Het doet me nameloos lijden.
 
Ik houd mij doof, ik houd mij blind.
 
Maar hierboven zal God jou bevrijden.
 
De menschen van deze wereld, mijn kind,
 
Ze beduiden smart en gevaren.
 
Wees stil, wees stil, o kind, mijn kind.
 
Ik wil, ik mag je niet baren.

GEORGIA DOUGLAS JOHNSON

[pagina 171]
[p. 171]

Ik veracht u niet

 
'k Veracht u niet.
 
Ook gij zijt schoon.
 
Ik krenk u niet
 
Met wederhoon.
 
Ik ken geen haat.
 
Ik droom niet van
 
Toekomstige macht
 
Die eens bepaalt
 
Wraak en gericht.
 
Ik, zwarte man,
 
Schouw uw gelaat,
 
Denk mijn gelaat,
 
En weet, hoe kracht
 
Aan beide ontstraalt,
 
en licht!
 
 
 
Maar waarom kwelt
 
Gij, blanken, mij?
 
Ach, waartoe kwelt
 
Gij, blanken, mij?

LANGSTON HUGHES

[pagina 172]
[p. 172]

Spiritual

 
Breekt groot door den nacht het Morgenlijk rood -
 
Dan ga ik naar huis op de wolken.
 
 
 
Haalt mij weg uit mijn arbeid de vorstelijke dood -
 
Dan ga ik naar huis op de wolken.
 
 
 
Als gij mijmeren zult, waar ik heen ben gegaan -
 
Dan ga ik naar huis op de wolken.
 
 
 
Ik klop aan de poort van den hemel aan -
 
Ik ga naar huis op de wolken.
 
 
 
Ik ben maar een schamele zwerveling -
 
Ik ga naar huis op de wolken.
 
 
 
Met de engelen sta 'k voor Heer Jezus en zing -
 
Ik ga naar huis op de wolken.
 
 
 
O Gij, mijn Verlosser, Die alles schiep -
 
Ik ga naar huis op de wolken.
 
 
 
Hier staat Uw soldaat en volgt Die hem riep -
 
Ik ga naar huis op de wolken.

Onbekende Dichter

[pagina 173]
[p. 173]

Gebed

 
Doe mij niet haten, o Heer!
 
Zonder erbarmen
 
Morzelt de wereld
 
Mijn kleine rust -
 
Altijd weer......,
 
Drijft mij op uit den slaap,
 
Doorteistert mijn droom,
 
Dooft mijn arme
 
Hoop -
 
Altijd weêr.
 
 
 
Doe mij niet haten, o Heer!
 
Mijn dag is nacht.
 
Groen glinsterende slangen
 
Schuifelen ringsom mij,
 
Omstrenglen mij,
 
Zoeken
 
Sijflend mijn hart -
 
Altijd weêr.
 
 
 
Ach, maak mij blinkend
 
Van liefde, Heer!
 
Vervul mij met U -
 
Immer meer!
 
Dat de angstig
 
Flakkerende
 
Hoogaltaarvlam
 
Stil staat,
 
En steil -;
 
Dat haar zuivere pracht
 
Den grimmigen nacht
 
Dezer smartelijke ster
 
Wit maakt en vol heil -
 
 
 
Eeuwig, Heer!

GEORGIA DOUGLAS JOHNSON

[pagina 174]
[p. 174]

Blues van het noodlot

 
Diepe sneeuw en naakte voet.
 
Beestenleven leven.
 
Scherpe koude. Stukke voet.
 
Nutteloos voortgedreven.
 
Lijf de straten door gesleept.
 
Geen wou arbeid geven.
 
 
 
Zag een herberg. Ging er in.
 
In geen week gegeten.
 
Vroeg om brood. Toonde mijn voet
 
Bloedig rauw gereten.
 
Waard vroeg centen. Heeft mij toen
 
Op de straat gesmeten.
 
 
 
Was lang achter met de huur.
 
Oude kon niet wachten,
 
Nam mijn schatten in beslag.
 
Sloeg haar in gedachten.
 
Greep haar enkel bij den arm.
 
Honderd dage' en nachten.
 
 
 
Honderd dage' en nachten cel.
 
Droevig en gebogen.
 
Staren naar mijn naakte voet.
 
Staren naar het hooge
 
Treiterende tralieraam.
 
Stom. Met leege oogen.

LEWIS ALEXANDER

voetnoot*)
Uit een binnenkort bij de Uitgeversmij. ‘Holland’ te A'dam te verschijnen bundel ‘De Neger zingt’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • James Langston Hughes

  • Georgia Douglas Johnson

  • Lewis Alexander


vertalers

  • Jan H. Eekhout