Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 32 (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 32
Afbeelding van OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 32Toon afbeelding van titelpagina van OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 32

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.31 MB)

Scans (51.81 MB)

ebook (7.41 MB)

XML (0.72 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/sociologie
non-fictie/culturele antropologie-volkenkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 32

(2013)– [tijdschrift] OSO–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

Van de redactie
Voorwoord

Het IBS-colloquium van november 2012 had als thema: Taal Tori: Kultura den Boka. Het uitgangspunt van het colloquium was dat taal levend is, dus verandert taal. De verandering vindt niet alleen plaats door de jaren heen, maar ook door de plaats waar een taal wordt gesproken, door wie en tégen wie. De aandacht richtte zich op de talen van Suriname en de voormalige (Nederlandse) Antillen. Verschillende sprekers (taal- en cultuurwetenschappers) hebben tijdens het colloquium laten zien hoe de vorm, structuur, betekenis en functie van deze talen samenhangen met de culturele identiteiten van verschillende bevolkingsgroepen. Dit themanummer bevat de op dat colloquium gehouden inleidingen, aangevuld met een bijdrage van Kathleen Gyssels.

In de eerste bijdrage geeft Pieter Muysken een breed overzicht van meertaligheid in het Caraïbisch gebied en Suriname. Hij begint met een uitleg van de grondbegrippen over meertaligheid, de organisatie van meertaligheid in een gemeenschap, en het stigma dat voor veel mensen kleeft aan Creooltalen. Daarna gaat hij heel kort in op de taalsituatie op Curaçao, Aruba, Jamaica, Haïti, Martinique, Frans-Guyana en Cuba om te eindigen met de conclusie dat er sprake is van een soort Algemene Caraïbische Logica die vormt geeft aan het taalgebruik in de verschillende gebieden. Hij besluit zijn bijdrage met een gedetailleerde bespreking van de complexe taalsituatie in Suriname en wat opmerkingen over de waardering van meertaligheid.

In de tweede bijdrage doen Sjaak Kroon en Kutlay Yağmur verslag van een onderzoek onder 22.643 leerlingen van het gewoon lager onderwijs (glo), het lager beroepsgericht onderwijs (lbgo) en het meer uitgebreid lager onderwijs (mulo) op alle scholen in Suriname. Het onderzoek richtte zich op de thuistaalsituatie van leerlingen en leraren in het primair en secundair onderwijs, de talen die op school en buiten de school worden onderwezen en geleerd (de schooltaalsituatie) en de opvattingen en ervaringen van leraren met meertaligheid in het onderwijs. Het doel was het verschaffen van empirische gegevens ten behoeve van het taalbeleid in de complexe Surinaamse taalsituatie.

De derde bijdrage is van de hand van Margot van den Berg (met medewerking van Robert Borges en Kofi Yakpo) en betreft een verslag van een onderzoek naar het taalcontact in Suriname en Nederland. De gedachte is dat veeltaligheid op gemeenschapsniveau en meertaligheid op individueel niveau in Suriname tot contacten tussen de verschillende talen

[pagina 7]
[p. 7]

leidt, aldus Van de Berg et al. De vraag is of de talen van Suriname al dan niet veranderen en of eventuele veranderingen wel kunnen worden verklaard door taalcontact?

De vierde bijdrage van de hand van Gerrit Jan Kootstra en Hülya Şahin gaat over de manier waarop het Papiamento kan worden beïnvloed door het Nederlands. De mogelijke invloed wordt onderzocht door na te gaan in hoeverre de Nederlandse grammatica invloed uitoefent op de grammatica van het Papiamento, en dan voornamelijk het Papiamento van mensen die in Nederland wonen.

De vijfde bijdrage is van Guiselle Starink-Martha en heeft betrekking op de discussie over de soevereiniteit van het Curaçaose volk, de verhoudingen binnen de Curaçaose gemeenschap en de verhouding tussen Curaçao en Nederland. Die discussie is ook aangezwengeld door de onlangs vermoorde politicus en radiomaker Helmin Wiels. Volgens sommige deelnemers aan deze discussie zou Curaçao zijn soevereiniteit in de weg zitten door een gebrek aan eenheid van de bevolking en de last van zijn koloniaal verleden. Volgens Starink-Martha haakt deze discussie aan op een discussie die al langer binnen de gemeenschap gaande is over de identiteit van de Curaçaoënaar. Kortom: Wie is de ware Yu di Kòrsou (Curaçaoënaar)? In dit artikel gaat zij op zoek naar beelden van de Yu di Kòrsou in culturele uitingen van Curaçaoënaars en vraagt zij zich af hoe culturele beeldvorming bijdraagt aan de discoursen over de Curaçaose identiteit.

Het deel met de bijdragen aan het colloquium wordt afgesloten met vijf gedichten van de Curaçaose dichter Walter Palm. De keuze van zijn gedichten heeft hij afgestemd op de locatie waar hij ze heeft voorgedragen: het Tropentheater.

In dit nummer is ook een bijdrage opgenomen van Kathleen Gyssels, die weliswaar los staat van het thema van het colloquium maar daar nauw aan verwant is. Het is een uitgebreide boekbespreking van de laatste roman van (wijlen) André Schwarz-Bart, de Franstalige, joodse auteur van Poolse afkomst, die jarenlang op Guadeloupe heeft gewoond met zijn echtgenote, de aldaar geboren en getogen schrijfster Simone Schwarz-Bart (geboren Brumant). In Morgenster vertelt Schwarz-Bart het verhaal van Chaïm (leven) Yaacov van Podhoretz en zijn vijf zoons, die de naam Schuster aangenomen hebben. De zoons raken verspreid over de planeet. Hun lot is nauw verwant met dat van de tot slaaf gemaakte Afrikanen die ook overal terecht gekomen zijn. Volgens Gyssels maakt de auteur duidelijk dat de hele menselijke soort één gemeenschappelijke origine heeft. De hele mensheid zou immers zijn ontstaan uit Adam en Eva. Het zou echter aan de taal zijn te wijten dat die gemeenschappelijkheid verloren is gegaan. De oorsprong van alle conflicten, oorlogen en genocides zou taal zijn, maar taal kan evengoed ook mensen bij elkaar brengen. Daarmee zijn wij terug bij het thema van dit nummer.

[pagina 8]
[p. 8]

Dit nummer wordt afgesloten met een bericht van Margot van den Berg en Melanie van Overveldt over de donatie van de collectie van de overleden taalkundige Jacques Arends aan de Anton de Kom Universiteit, een in memoriam over Jan van Donselaar en met de rubrieken Recensies, Signalementen en Lijst van recente publicaties.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken