Over het tegenwoordig plastisch leven
Een tijdperk van kontrool, van specialisten met scherpen blik, de mikroskoop op alle dingen, gebruik van elementen tot het maximum; zuiverheid, juistheid, het schietlood, minumum van bijzaak.
De mensch, het voorwerp, gezien langs alle zijden, onderzocht, gewogen, doorzocht, tijdperk van waardebepaling, totale voortbrengst.
Desentimenteele waarde, tweede plan, herleid, afgezonderd.
Tijdperk, resultaat van een oorlog die de mogelijkheid gaf eener herziening van alle waarden.
Menschelijke waarde: physiek en moreel uithoudingsvermogen; ware leider, valsche leider, overmatig aangroeien der aanvals- en weerstands-kracht. Het leven en de dood in blijvend verband.
Toestand van voortdurend blijvend gevaar, den mensch in eene gesteltenis zonder voorgaande.
De wet van het uithoudingsvermogen geschokt, het menschelijk dier beantwoordend aan alle noodwendigheden, afhangend of onafhankelijk van zijn wil. Het individu (vrede toestand) bewust, logisch, zelfzuchtig, oppermachtig, herleid (oorlogstoestand) tot een nummer deel van een geheel, rekenkundige waarde, abstrakt getal.
Resultaat = omschrijving van menschelijke waarde, verhevigen van opbrengstkracht.
Materieele waarde: overheersching van het werktuig, zijn verbetering, wedloop naar de volmaking, intense krachtontplooiïng, de millimeter, gangbare maat, stiptheid, tijdperk der bestipping, eeuw van voortdurende uitvinding......................... Konsequent aan dien tijd verschijnt een nieuw plastisch leven.................... Een blik in 't verleden.
....................
Het Oosten, het verre Oosten, Azië, Afrika, Egypte, Griekenland, Rome, de gansche kunstvoortbrengst voor de 15de eeuw. Het Romaansche, de Gothiek, de primitieven: vrije kunst en zuivere vinding: Kunst van zelf uitgevonden vormen, gelijkloopende kunst met de werkelijkheid.
Na de 15de eeuw. De hergeboorte, ontstaan der burgerij gelijkloopend met het verval van het Christendom; het type van in 't oog springende dwaling. Vergiftiging der plastische waarden gedurende 5 eeuwen.
Tijdperk van den nagebootsten vorm: kunst van overeenkomsten, beschrijvend sentimenteel sensualisme, totaal verval..................................
Het impressionisme. Kiesche revolutie, schuchter, plaatselijk, maar juist en zwaar aan konsequentie's. Daarnevens de valsche hergeboorte, aanknooping aan de groote perioden van uitvinding. Het voorwerp, het onderwerp wordt betrekkelijk (staat van gelijkwaarde) overheersching van eene plastische waarde, de kleur. De bevrijding begint. Wedloop naar de uitersten, overdrijving der logiek. Het Pointillisme, onderlijning der bevrijding, maar verwarring van het middel met het doel................................
Reactie. Cubisme: de vorm ten nadeele der kleur, destruktie van het voorwerp, van het onderwerp, terug naar de kleur in een adekwate vorm (volume). Het schilderij der zuivere schepping, totale bevrijding. Toestand zonder voorgaande, uiterste toestand, revolutionaire toestand, staat van oorlog..............
Schoonheid van den oorlogstoestand, naijver, afbreken van versleten waarden, vinding van nieuwe waarden, voortdurende genialiteit, warme toestand (intensiteit). Staat van vrede, behoudsgezindheid van verbruikte en ontwende waarden. Vertraagd leven, schuchterheid, kontemplatieve toestand, vriespunt..................
Het tegenwoordig plastisch leven. In deze eeuw van kontrool, van snelheid, hardheid, fragmentarisme, specialisme, ontdaan van sentimentaliteit, verschijnt een rusteloos plastisch leven, dat naar alle mogelijkheden graaft. Alle plastische waarden zijn ontleend, beproefd onder de mikroskoop; gevaarlijk, sceptisch en kritisch tijdperk. Instinkt kwaliteiten verminderen, de mensch spant de teugels te sterk. Kritische gesteltenis, iedereen voerman, (vriespunt) niemand trekdier (kookpunt)...........
Klaar inzien, juist voelen, blijvend werk maken, een kunstvorm opvatten die evenwichtig is. Buiten de uitersten, de stellige waarde zoeken, overdaad en originaliteit vermijden, ten nadeele van de blijvende waarde van het werk. Verplichting te scheppen, gansch levend volgens zijn tijd, hoe gevaarlijk deze ook weze, er alle konsequenties van dragen, hem volledig inleven..................
Noodwendigheid van den schepper één te zijn met de grondstof, die hij aanwendt, in het element, ruw, niet verwerkt; het instinkt bezitten der nieuwe en nuttige stof: moeilijkheid der keus, gevaar der dwaling...........
De steden, geometrisch, horizontaal, vertikaal.............
Het mekanisch leven, het vervaardigd voorwerp, volmaakt, sterk, juist, plastisch, schoon in zich zelf, millioenen verbruik. Reekswerk, het gewoon waar te nemen levens spektakel, vervormd door de Kunst der nieuwigheden. De moderne straat, aangrijpend, verblindend, de plakbrief, de getypographieerde brief.
De overheerschende geometrische vorm. Zijn doordringen in alle domeinen, zijn visueele en psychologische invloed. De affiche die het landschap breekt. De elektriciteitsmeter op den muur die den kalender overbluft................
Plastisch gebruik van al deze nieuwe waarden, er van de gelijkwaardigheid zoeken. Twee werelden van plastische uitingen opvatten.
1e Het kunstvoorwerp. Strenge waarde op zich zelf, gevormd door concentratie en intensiteit, anti-dekoratief, het tegenovergestelde van een muur. Coördinatie van alle mogelijke plastische middelen, groepeering der elementen in kontrasten, uitstraling, licht, juistheid, levens intensiteit (samengebald in een lijst).
2e Ornementale kunst. Afhangend van bouwkunst, strenge afhankelijke waarde, fresko overlevering, zich schikkend naar de noodwendigheid van het midden, de levendige vlakten eerbiedigend en destruktief optredend tegenover het doode vlak (verwezenlijking in een gekleurd plat gehouden oppervlak), de volumen gegeven zijnde door de architekturale en gebeeldhouwde massa's.........................
Opvatting der kleur als uiterlijke bouwkunstige waarde.