Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Over Multatuli. Jaargang 22. Delen 44-45 (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Over Multatuli. Jaargang 22. Delen 44-45
Afbeelding van Over Multatuli. Jaargang 22. Delen 44-45Toon afbeelding van titelpagina van Over Multatuli. Jaargang 22. Delen 44-45

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.40 MB)

ebook (5.94 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Over Multatuli. Jaargang 22. Delen 44-45

(2000)– [tijdschrift] Over Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

Wat verdichtsel is in 't byzonder, wordt waarheid in 't algemeen
door Berry Dongelmans

7 november 1979

Vanochtend om 6.30 uur vertrokken richting noorden. Ik moet een van de eerste lezingentournees van Multatuli in Friesland (Arum, Drachten, Leeuwarden, Sneek, Bolsward, Franeker, Harlingen, enz.) dunnetjes overdoen. Er is wel wat materiaal op het Multatuli-nauseum, maar er ontbreekt toch nog heel veel. Sneek, Harlingen en Franeker staan op het programma, omdat alleen daar nog leggers van de Sneeker, Harlinger en Franeker Courant te vinden zijn. Meestal is het KB-krantendepot aan het Westeinde in Den Haag voldoende, maar veel van die lokale kranten ontbreken er toch. De diesel uit Leeuwarden naar Sneek doet Mantgum aan, stopt in Sneek Noord, maar om 10.00 uur ben ik er dan toch. Het Sneeker Meer zie ik sinds ik de Friese meren op de lagere school topografisch geleerd heb voor het eerst.

Op het gemeentehuis vriendelijk geholpen, de krant hebben ze en ik mag alleen achterblijven in de archiefruimte. Met de inventarisatie die Henri Ett ooit als regeringsopdracht van Multatuli's itineraria heeft gemaakt, is het niet moeilijk de gevraagde advertenties te vinden. Of er ook verslagen zijn gemaakt, is steeds een verrassing. Blader je door, dan stuit je af en toe ook nog wel op ingezonden brieven. En dan is het steeds de vraag: is er een kopieerapparaat en zo ja, mag ik er kopiëren of niet. Het mag. Dat scheelt uren overschrijven, en naderhand weer overtikken, met alle gevolgen van dien. In de Burgerlijke Stand zoek ik ten behoeve van de afdeling Biografische aantekeningen nog wat gegevens over Toussaint Bokma, de uitgever van de Sneeker Courant en correspondent van Multatuli. Om 13.30 uur naar Harlingen, via Leeuwarden. Dronrijp blijkt ook te bestaan. Ik aarzel of ik eerst in Franeker zal uitstappen, maar ik trein toch door naar het verste punt: Harlingen. Ik ken de plaats alleen van Vestdijk en ik bestel er - voor niet al te veel geld - wel eens boeken bij Panochtus. Het stadhuis herbergt in de kelder wél de Burgerlijke Stand, waar ik gegevens over ene Merkelbach probeer te vinden. Hij blijkt goud- en zilversmid te zijn. De krant hebben ze niet. Die is nog op de uitgeverij-drukkerij van de nog steeds bestaande Harlinger Courant. Die lokale kranten leiden een taai leven. Het pand ligt aan de rand van het stadje en na een korte wandeling sta ik oog in oog met de receptioniste. Ik schat haar zeventien, zonder enige historisch besef, want wat ik dan precies met ‘die ouwe kranten’ wil. Haar chef is allervriendelijkst, en wijst me de oude leggers. Hij vindt het interessant en kent Multatuli van naam. Ook hier mag ik kopiëren. Het verslag stelt niet veel voor. De koffie is lekker en de vraag is, of het nog zin heeft in Franeker uit te stappen? Ik vrees van niet. Voor ik bij het gemeentehuis ben, is de deur op slot. Een volgende keer moet ik de Provinciale Bibliotheek Leeuwarden (Leeuwarder Courant, Friesche Courant) en Franeker maar combineren. In Leeuwarden neem ik de trein van 16.30 uur. 's Avonds om 20.00 uur weer thuis.

[pagina 23]
[p. 23]

14 augustus 1980

Stuiveling wil graag de brieven die Multatuli en Funke met elkaar hebben gewisseld in fotokopie hebben. Voor een deel zijn ze te vinden in de gedrukte versie van de kleinzoon, maar die heeft ze toch wel erg fragmentarisch afgedrukt. Een groot aantal brieven aan Funke bevindt zich bij een kleindochter, mevrouw J. Funke, Balsemienlaan in Den Haag. Ik heb eerder al een afspraak met haar gemaakt. Ze kan me om gezondheidsredenen alleen 's middags ontvangen. Ik tram naar Kijkduin en bel aan. Een statige vrouw doet open en informeert hoe het met de professor gaat. Het huis ademt cultuur. Thee met een koekje en onderwijl praten over grootvader Funke - ik ben tenslotte ook nog halftijds boekhistoricus - maar ook Ett komt ter sprake. Ze haalt drie blauwe dozen die als boeken zijn vormgegeven. De brieven zelf worden bij elkaar gehouden door een kartonnen omslag, omspannen met een witte ruige stof. Ik krijg twee dozen van haar mee, de derde moet maar op een later tijdstip. Met een vermogen in een plastic tasje tram en trein ik naar huis. Onderweg visioenen van roofovervallen, vergeten plastic tassen in treinen en struikelpartijen op een overweg. Ik heb veertien dagen de tijd om honderden brieven te kopiëren. Later zal Stuiveling in het voorwoord schrijven: ‘Dank zij de grote welwillendheid waarmee Mevrouw J. Funke ons de handschriften ter beschikking heeft gesteld, is het mogelijk de dokumentatie van deze unieke verstandhouding tussen uitgever en auteur integraal te publiceren’.

15 augustus 1980

's Ochtends bij de boekwinkel in de Julianastraat de eerste doos gekopieerd. In het begin probeer ik zo zuinig mogelijk te kopiëren, want de brieven zijn soms net te groot voor A4, dus dat is steeds passen en meten, en soms is er tekstverlies. Na ettelijke mislukte kopieën, besluit ik de rest op half A4 te kopiëren. Soms kan je ook te zuinig willen zijn. De verkoopster staat nieuwsgierig te kijken. Aan het eind van de ochtend ga ik met meer dan 400 kopieën de winkel uit. Thuis controleer ik, of ik wel alles gekopieerd heb, want anders moet ik straks weer terug naar mevrouw Funke. Ze ziet me aankomen. Hier en daar een paar onduidelijke passages scherper gemaakt, maar vooral met het origineel in de hand de omvang en samenstelling van elke brief op de fotokopie beschreven. Als ongedateerde en onbewerkte fotokopieën eenmaal op drift raken, is het einde zoek. Aan het eind van de dag ben ik gaar, maar het weekend staat voor de deur.

27 april 1982

Met de auto Stuiveling opgehaald in Hilversum. Hij gaat steeds moeilijker lopen, maar wil wel graag z'n dinsdagse bezoeken aan het Multatuli-museum blijven afleggen. Ik heb de gelegenheid verschillende zaken na te speuren in de collectie van het museum en van Lientje Roelfsema te horen hoe ze al die knipsels systematisch aan het opbergen is. Ze is het wandelende geheugen van de collectie, en,

[pagina 24]
[p. 24]

zeker toen ik in 1979 begon, een onwaardeerlijke vraagbaak voor van alles en nog wat. De collectie is nog steeds niet echt op orde, je moet op zes plaatsen kijken om zeker te weten, of iets er wel of niet is. Het feit dat een deel van de handschriften in de universiteitsbibliotheek ligt en een deel in de kluizen van het museum, maakt het zoeken er niet eenvoudiger op. Ook de collectie in de universiteitsbibliotheek heeft nog een paar dozen ongedateerde spullen. De angst dat ik iets zal missen, is levensgroot aanwezig; daarom vlooi ik die dozen voor elk deel weer opnieuw door. Vooral de ongedateerde aantekeningen die Multatuli bij zijn voordrachten heeft gemaakt, bezorgen me nachtmerries. Op de dinsdagen dat Stuiveling op het museum is, zorgt Lientje voor taartjes bij de koffie, die ze trouwens bijzonder pittig zet. Tussen de middag wordt er boven uitgebreid geluncht. Ook ik mag aanzitten. 's Middags nog wat nagezocht op de bibliotheek. Om 16.00 uur Stuiveling weer teruggebracht naar de Diependaalselaan.

30 april 1982

Als om 12.00 uur de nrc in de bus valt, bevat het boekenkatern een recensie van deel 14 van de hand van Willem Frederik Hermans. Hermans gaat, zoals altijd, flink te keer tegen Stuiveling, maar aan de andere kant lees ik: ‘Hij, en doctorandus Dongelmans, die een deel van Garmt's taak heeft overgenomen, zijn te prijzen dat de ergste absurditeiten die oudere delen ontsieren (doublures in de biografische aantekeningen o.a.) nu geloof ik vermeden zijn’. Maar ik heb te vroeg gejuicht. Woorden als jammerlijk, malligheden, debiele lezer kruiden deze filippica tegen ‘de professor en zijn doctorandus’. Onze toelichtende aantekeningen zijn onbenullig, ons commentaar onnauwkeurig, zo niet kinderachtig, kortom: Hermans op z'n best... want wat kan die man knap en tendentieus schrijven. ‘Et tutti quanti’ als Latijn in plaats van Italiaans aanduiden is inderdaad niet juist. Ik vind alles hoogst vermakelijk, maar realiseer me tegelijk in wat voor mammoet-onderneming ik me eigenlijk bevind.

Zomer 1987

Een deel van het particuliere archief van Vosmaer is naar het Algemeen Rijksarchief in Den Haag overgebracht. In de tijd van Stuiveling heb ik diverse malen geprobeerd bij de nazaten binnen te komen, maar het is steeds niet gelukt, ondanks smekende brieven van Stuiveling zelf. De jaren 1873-1877 zijn inmiddels afgewerkt met behulp van alles wat al gepubliceerd was, maar voor de overige jaren kunnen we nu over de bewaard gebleven originelen beschikken. Hoewel de inventaris nog wel enige tijd op zich zal laten wachten, mag ik het archief alvast doorzoeken. Het Centraal Register van Particuliere Archieven in Den Haag wordt gastvrij opengesteld door mevrouw Van Leeuwen, die bezig is met een voorlopige inventarisatie en inmiddels alles wat zij over Multatuli in relatie tot Vosmaer heeft kunnen vinden bij elkaar heeft gezocht. Ik mag fotokopieën maken. Vosmaer blijkt tijdens zijn bezoek in 1873 ook tekeningen gemaakt te

[pagina 25]
[p. 25]

hebben: er komen tot nu toe onbekende afbeeldingen van Multatuli, Mimi, hun behuizing, ‘die gekke “zoete” Max’ (de hond), maar ook van Haspels boven water. Het zijn enerverende dagen. De tekeningen zijn zo aardig, dat ik het plan opvat ze in een artikel voor Over Multatuli te gebruiken. Voor het ‘bezemwagendeel’ maak ik aantekeningen over een groot aantal andere stukken die in het archief zitten en helaas nu niet (of onvolledig) op de juiste plek in de Volledige Werken zitten. In de kluis op het museum ligt inmiddels een aardige map met dat soort ‘nagekomen berichten’.

14 december 1988

9.30 uur op het museum. De kachel mag hoog, want het is flink koud in de kelder. Ik kopieer uit het ‘problemenboek’ de vragen die Hans van den Bergh opgelost wil zien. Verder bezig met het chronologiseren van de door Alma van Donk uitgetypte brieven. Vooral de ongedateerde stukken, of de brieven waarvan maar één velletje bewaard is gebleven, of waaruit hele stukken zijn weggeknipt, bezorgen me hoofdbrekens: een eigennaam, een plaats, een zinswending, de naam van een hotel, alles helpt om tot een steeds preciezere datering te komen. Dit soort puzzelen blijft een intellectuele uitdaging. Verder deze dag vooral knippen, plakken en kopjes maken, dat wil zeggen: dateren, document beschrijven, met vindplaats. Het chronologisch op volgorde leggen levert steeds dikker wordende stofmappen met stukken op. Voor Alma een nieuwe portie uit te typen fotokopieën gemaakt. Die kan ik haar maandag op de VU toestoppen, als ik voor de zoveelste keer een uitgetypte stapel brieven bij haar ophaal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • B.P.M. Dongelmans


datums

  • 7 november 1979

  • 14 augustus 1980

  • 15 augustus 1980

  • 27 april 1982

  • 30 april 1982

  • 1987

  • 14 december 1988