Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Over Multatuli. Jaargang 31. Delen 62-63 (2009)

Informatie terzijde

Titelpagina van Over Multatuli. Jaargang 31. Delen 62-63
Afbeelding van Over Multatuli. Jaargang 31. Delen 62-63Toon afbeelding van titelpagina van Over Multatuli. Jaargang 31. Delen 62-63

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.71 MB)

ebook (3.99 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Over Multatuli. Jaargang 31. Delen 62-63

(2009)– [tijdschrift] Over Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

Guido Leerdam en Jos van Waterschoot
Das Kapital, Uncle Tom's Cabin en Max Havelaar
Interview met Shi Huiye



illustratie

Iets meer dan twintig jaar geleden (1987) verscheen de Chinese vertaling van Max Havelaar. Vertaler was Shi Huiye (*1941), zoon van twee Chinese Indonesiërs die vloeiend Nederlands spraken. Zijn naam werd tijdens zijn jeugd in Indonesië omgedraaid en ‘vernederlandst’ tot Jaap Sie. Hij is biochemicus van huis uit maar heeft zijn werkzame leven slechts voor een klein deel in het laboratorium doorgebracht. Want hij moest van de overheid onderzoek doen naar internationale problemen. Vertalen van literatuur deed hij ernaast. Het gesprek met hem over Max Havelaar, maar ook over Chinese literatuur en de culturele wisselwerking tussen oost en west, had plaats tijdens zijn verblijf in het Vertalershuis in Amsterdam in november 2008.

 

[pagina 16]
[p. 16]

We leggen SH twee vertalingen van de Max Havelaar voor, de officiële en een officieuze editie. SH kijkt de hem onbekende officieuze door en stelt verrast vast dat die gebaseerd moet zijn op zijn vertaling. Het betreft blijkbaar een roofdruk, uitgegeven in 1997. De bibliotheek van het Multatuli Museum bewaarde die editie als de tweede druk van Sies vertaling.

Ik weet dat er zelfs twee piraatedities zijn! Omdat de kring van vertalers voor dit soort literatuur heel klein is, moet ik de vertaler vast een keer zijn tegengekomen. De uitgever [People's Literature Publishing House in Beijing (red.)] liep al sinds de jaren vijftig rond met plannen voor vertaling van het boek. Het was bekend dat er andere vertalingen bestonden. Maar ze konden geen geschikte vertaler vinden. Ze waren er namelijk van overtuigd dat alleen een vertaler met zowel een Nederlandse als Indonesische achtergrond Max Havelaar goed zou kunnen vertalen. En toen klopte ik dus bij hen aan met plannen voor een vertaling.

 

Sinds wanneer bent u vertaler?

Ik heb medicijnen in Indonesië gedaan, en daarna in China biochemie. Toen ik daar mee klaar was barstte de Culturele Revolutie los, in 1966, en veel instituten werden gesloten. Ik ging in een van de provincies in het lab werken. Dat heb ik een paar jaar gedaan. Toen binnen China de wederopbouw begon, begin jaren zeventig, werd mij via via gevraagd om naar het internationale departement van de communistische partij in Peking te komen, om te werken als vertaler. Iedereen was na de Revolutie bang zich in politieke kringen te bewegen, ik ook, want je wist nooit wat er met je kon gebeuren. En ik was niet gewend aan de communistische discipline. Ik beschouwde mezelf als een kritische geest. Toch begon ik wel van het ‘politieke’ vertaalwerk te houden, want dit leverde ook een unieke gelegenheid voor mij als wetenschapper om politieke problemen te bestuderen.

Ik kwam pas voor het eerst naar Europa in 1980 voor een expositie in België, ‘uitgeleend’ door een handelsinstelling.

 

Hoe kwam u erbij de Max Havelaar te gaan vertalen?

Nadat de Culturele Revolutie was uitgewoed, wilde ik mijn Chinese taalbeheersing verbeteren. Chinees had ik nooit goed geleerd, het was wel mijn officiële moedertaal maar pas vanaf mijn negentiende omdat ik vooral Nederlands ben opgevoed. En ik wilde iets anders doen buiten mijn formele werksfeer, en dat werd vertalen. Ik ben begonnen met het vertalen van folders. Aan het begin van de jaren tachtig was er nog steeds veel literatuur verboden. De beweging tegen de zogenaamde ‘burgerlijke vervuiling’ was nog steeds invloedrijk. Ik wilde geen risico lopen en heb uitgezocht hoe de autoriteiten zo'n boek als de Max Havelaar zouden beoordelen. Ik vond houvast in een encyclopedie, waarin Douwes Dekker en zijn boek werden genoemd. Vooral het antikoloniale van de Max Havelaar trok belangstelling. Er circuleerde in China een lijst met boektitels van wereldbelang. De drie titels uit de negentiende eeuw die echt voor uitmuntend doorgingen waren Das Kapital, Uncle Tom's Cabin en Max Havelaar. De groot-

[pagina 17]
[p. 17]

ste drie zonden van de mensheid werden er respectievelijk in aangepakt: kapitalisme, slavernij en kolonialisme.

 

Toen kwam u in aanraking met de uitgever?

Ja, met een van de redacteuren van de prestigieuze Volksliteratuur Uitgeverij. Die had Duits gestudeerd en kende de westerse literatuur vrij goed. Hij was van mening dat dit boek een goede opvoedende functie zou hebben. Maar ik had nog nooit literatuur vertaald. Ik moest dus bewijzen dar mijn Nederlands goed genoeg was. De ambassade, die erbij werd gehaald, vroeg de opinie van Peter Peverelli, wetenschapper en sinoloog, èn consultant op het gebied van samenwerking tussen Chinese en westerse bedrijven. Hij classificeerde mij op grond van een gesprek op de ambassade als native speaker Nederlands. Maar hoe stond het met mijn Chinees? Ik ben tenslotte een banaan: van buiten geel, van binnen wit. Ik besloot te werken met een Chinese native speaker erbij. Zo werd Max Havelaar per hoofdstuk gereedgemaakt. Het ging wel wat langzaam, maar ik kon het manuscript uiteindelijk tijdig inleveren bij de uitgeverij.

 

Met wat voor problemen kreeg u te maken? In de taal, of toch meer in culturele verschillen?

Beide. Veel zinnen gaven vertaaltechnische problemen. Voorbeeld: wanneer Multatuli zegt dat ‘Fransen de g en h niet kunnen onderscheiden’ - hoe zeg je dat in het Chinees waarin die klanken niet zo worden uitgesproken? Neem bijvoorbeeld ‘hout’ en ‘goud’, na lang nadenken kwam ik met ‘huanggua’ (komkommer) en ‘guanghua’ (glad). Maar er waren ook culturele problemen. Hoe vertaal je bepaalde namen? Moesten Droogstoppel en Slijmering fonetisch of inhoudelijk vertaald worden? Ik koos voor het eerste, maar daar heb ik nu eerlijk gezegd spijt van. Moest ik in mijn vertaling negentiende-eeuws Chinees gebruiken of gewoon modern Chinees? Ik koos het laatste omdat Multatuli's taal ook vernieuwend was, maar vooral omdat daardoor meer jonge Chinezen mijn vertaling zouden kunnen begrijpen. De bekende Nederlandse schrijver Willem van Kemenade zei toen dat mijn boek veel weghad van een Reader's Digest-uitgave. Ik vind dat niet erg want dat was juist de bedoeling, maar nu vind ik dat ik in mijn vertaling soms best wat oude gezegden en uitdrukkingen zou hebben kunnen gebruiken. Een groter probleem is dat je in het kort een heleboel over Multatuli aan de Chinese lezers moet uitleggen. Door wie was hij eigenlijk beïnvloed? Was hij geïsoleerd of waren er meer mensen zoals hij? Wist Multatuli bijvoorbeeld dat er een Taiping-opstand tegen de Manchukeizers plaatshad in China, ook ongeveer in het midden van de negentiende eeuw? Kende hij de ideeën van Marx?

 

Wanneer bent u daadwerkelijk met het werk begonnen?

Dat was in 1984. Ik heb altijd fulltime gewerkt en moest dit in mijn vrije tijd doen.

 

[pagina 18]
[p. 18]

Zijn er destijds recensies verschenen in de Chinese pers?

Niet voor zover ik weet. Alleen een paar korte berichten in een paar kranten. Dat is des te meer jammer omdat ik ook gevraagd was een voorwoord te schrijven, dat zowel een academische als een politieke verantwoording moest zijn. Eigenlijk moest het voorwoord een soort dissertatie worden, maar dan van slechts twee pagina's! Aanvankelijk dacht de uitgeverij niet aan mij als schrijver van het voorwoord. Het manuscript is aan verschillende personen voorgelegd. Maar niemand werd goed genoeg bevonden. Ik heb het toen geschreven en dat viel kennelijk in goede aarde. Er staat in dat Max Havelaar een progressief boek is dat slechte toestanden in het landsbestuur aan de kaak stelt. Ik heb het woord ‘antikolonialisme’ niet gebruikt, maar de censuur heeft dat geen ‘rechtse’ afwijking gevonden, verder is ook geen zin geschrapt. Het was goed dat ik voor de vertaling door een fonds in staat werd gesteld een paar maanden naar Nederland te komen. Ik heb toen ook het Multatuli Museum bezocht.

 

Nu ís Max Havelaar ook geen antikolonialistisch boek.

Nee, ik zou het eerder reformistisch noemen.

 

De receptie van het boek is dus mede bepaald door uw voorwoord.

Ik ben er wel trots op dat ik die taak dan toch maar heb kunnen volbrengen. Als ik nu de tekst weer lees, dan zie ik toch dat ik bepaalde zaken nu anders zou vertalen. Ik hoop overigens dat jullie ooit nog iemand kunnen vinden die een artikel over de receptie van Max Havelaar in China kan schrijven. In de Chinese academische literatuur werd en wordt heel weinig over Nederland geschreven. Ten tijde van Soeharto was de film in Indonesië verboden.

 

Welke vertaalprojecten kwamen na Max Havelaat?

Onder andere De aanslag van Harry Mulisch. Dat boek was interessant omdat het over de Tweede Wereldoorlog gaat. Ik heb ook wel gedichten vertaald, maar dat was veeleer een hobby van me. Een andere titel is Inzicht en Uitzicht, een bundel opstellen van de politicus Den Uyl, het eerste boek over de sociaaldemocratie dat voor het grote publiek in China bestemd was. De uitgave was een waagstuk, want de sociaaldemocraten werden in China lange tijd beschouwd als verraders. Ik heb geen verkoopcijfers, maar het is uitgegeven door een gerenommeerde Chinese uitgever.

En er was een grote vraag naar achtergronden van de marxistische bewegingen in Europa, zoals beschreven in boeken van de New Left-historicus Perry Anderson. Ik vertaalde toen het boekje Tendensen in het Europese marxisme van professor Hans Holz van de RU Groningen. Ik heb dus Nederlandse en Europese zienswijzen aan het publiek in China geïntroduceerd, misschien ben ik daar een voorloper in geweest. In de jaren negentig erkende China de internationale bescherming van auteursrechten, en omdat Chinese uitgevers weinig wisten van Nederland en dus geen rechten kochten was ik inactief geworden. Alleen in

[pagina 19]
[p. 19]

1995 kon ik wat ‘antifascistische literatuur’ vertalen in het kader van de herdenking van de overwinning op het fascisme in 1945.

Pas na mijn pensioen, in 2001, werd mij gevraagd om een middelgroot Chinees-Nederlands woordenboek te maken. Dat werd een succes. Sinds 2006 is het Nederlands Literair Productie en Vertalingenfonds, dat vroeger nooit in Azië werkte, heel actief in China, want China is nu tot prioriteitsland bestempeld. Met steun daarvan ben ik nu weer bezig met literair vertalen waardoor ik geregeld in Nederland kan komen. Ze hebben me ook gevraagd om workshops en een zomercursus te modereren waarvan ik zelf heel veel leer. Een belangrijk evenement voor de intellectuele uitwisseling is de Boekenbeurs in Beijing. Daar ontmoet ik elk jaar de directeur van het Fonds. Ik hoop dat Nederland in 2010 gastland kan zijn.

 

Bent u nu alleen nog vertaler?

Ik ben gepensioneerd, en dus heb ik mijn activiteiten als vertaler kunnen verbreden. Ik heb een boek van Ton Lemaire vertaald, over natuurfilosofie. En een boek over seksuologie van Jelto Drenth, dat vooral in verband met de officiële Chinese ‘één-kind’-politiek enorm in de belangstelling staat. Beide onderwerpen, seksuologie en fysiologie, kende ik van mijn geneeskundestudie, zo kon ik toch mijn ervaringen als biomedische wetenschapper nog inzetten. Orde en trouw, Willem Otterspeers biografie over Johan Huizinga, heb ik zojuist vertaald. Dat was ook redelijk moeilijk, er staat veel theorie over historie en cultuur in.

En natuurlijk recent (2007) Jip en Janneke (Chinese titel Yiyi he Yaya). Dat was moeilijk vanwege de kindertaal, want die had ik tenslotte nooit zelf gesproken.

Iets heel anders is de biografie van Robert van Gulik, die ik nu onder handen heb. Met dit project zal mijn kennis van de Chinese cultuur uitermate beproefd maar ook uitgebreid worden. De persoon Van Gulik is van dermate groot belang voor China dat dit project voor mij (en China) misschien even belangrijk zal zijn als de vertaling van Max Havelaar.

 

Er is dus een markt voor vertalen vanuit het Nederlands, en dus voor vertalers?

Op workshops van het Vertalershuis zie ik die mensen wel, maar ze worden niet allemaal actief als vertaler. De lijst is dus klein. Er blijft een groot tekort aan vertalers en de Nederlandse literatuur in China is onbekend. Nederland zelf scoort wel beter qua bekendheid in China, na een populaire televisieserie over ‘de opkomst van de grote naties’ waarin Portugal, Spanje, Nederland, Engeland, Frankrijk, Duitsland, Japan, de VS en de Sovjet-Unie aan de Chinese televisiekijker werden voorgesteld. Dat Nederland een opstand heeft gekend die tachtig jaar heeft geduurd, heeft grote indruk in China gemaakt en er waren natuurlijk al eeuwen handelsbetrekkingen.

 

[pagina 20]
[p. 20]

Er is geen nieuwe vertaling van een werk van Multatuli in de maak?

Nee. China wil liever meer vertaalde nonfictie, dus niet nog meer Mulisch of Multatuli. Een lezing houden over Mulisch kan wel, maar dan moet je reizen en dat kost natuurlijk aardig wat. Ik zou er wel voor voelen om meer buiten Beijing te zijn, om mensen enthousiast te maken voor mooie boeken. Collega's van me, bijvoorbeeld uit Servië, zeggen het ook: je moet erop uit, ambassadeur zijn voor Nederlandse cultuur en literatuur. Eigenlijk zou het nlpvf daarvoor ruimere fondsen moeten hebben. Duitse collega's hebben dat niet nodig, die kunnen zichzelf bedruipen. Misschien kan de Nederlandse Taalunie dergelijke activiteiten financieel ondersteunen?

Wat Multatuli betreft: in 2007 heb ik een universitaire activiteit georganiseerd, omdat ik dat leuk vond, met als voorwendsel ‘twintig jaar geleden kwam de vertaling van Max Havelaar uit’. Ik heb iets verteld over het boek en heb de film vertoond, er kwamen zeker vijftig mensen op af, niet alleen van de letterenfaculteit maar ook uit allerlei andere faculteiten. De film werd simultaan door mij vertaald.

 

U hebt nooit een vertaalprijs gewonnen?

Nee, eigenlijk ben ik nog heel onbekend. In China ben ik geen lid van de vertalersbond. Er moet nog veel gedaan worden aan erkenning van het vak. Ik wil graag aan het vertalen blijven, maar uitgeverijen richten zich nu vooral op Engelse boeken, zoals Harry Potter. De Nederlandse literatuur zit daarmee danig in de knel.

Over een jaar is Nederland hopelijk gastland op de boekenexpo in Beijing. Misschien kunnen daar goede zaken worden gedaan. Dit kan een goede Nederlands-Chinese kruisbestuiving opleveren. Het is nog steeds van belang drempels te slechten. Je kunt het wel over mensenrechten hebben, maar verdiep je eerst eens in de Chinese cultuur en maatschappij zonder dat opgeheven vingertje.

Er is ook gewoon te weinig kennis over China. Het is bij velen onbekend dat Mao Zedong op drie belangrijke gebieden vernieuwingen in de Chinese cultuur heeft teweeggebracht: hij heeft bevorderd dat het schrift van links naar rechts werd geschreven in plaats van boven naar beneden, hij heeft een vereenvoudiging doorgevoerd in de tienduizenden Chinese karakters ten behoeve van het onderwijs en hij heeft het Latijnse alfabet als tweede tekenreeks ingevoerd. In steden als Taipei en Hongkong, die toch niet als ouderwets bekend staan, wordt dit allemaal nog steeds niet geaccepteerd.

 

Het is een enorme platitude, maar China is nog steeds een ongelooflijk interessant land.

Chinezen die de hele wereld bevaren hadden waren er al in de dertiende eeuw. Maar door de frequente politieke veranderingen wisselden openheid en geslotenheid in het politieke en maatschappelijke systeem elkaar in de eeuwen daarna regelmatig af. China werd gesloten in veertiende eeuw. Er waren toen geen

[pagina 21]
[p. 21]

buitenlandse agressors, dit kwam uit interne strubbelingen in China zelf voort. Maar China bleef wel in sommige dingen voorop lopen. Chinezen uit de kustgebieden hadden altijd al duurzaam contact met het westen gehad. Vóór 1600 kwam de eerste Nederlander naar China. Buitenlands contact mocht dan wel niet van de keizer, maar er kwam zo wel een uitwisseling van ideeën op gang. Keizer Kangshie trok veel jezuïeten aan, en daarmee kennis uit het westen, op veel gebieden: astronomie, mathematica, handel.

Daarna kwam er weer een terugval in de relaties. Aan het begin van de twintigste eeuw was de oorlog tegen Japan verloren en kwam het communisme op, met een nieuwe periode van geslotenheid. Gelukkig werd vanaf 1978 weer een succesvol hervormingsbeleid gevoerd.

 

We hebben 400 jaar handelsrelaties China-Nederland gevierd.

Ja, er is nooit oorlog geweest tussen beide naties. Kennelijk was de leidende gedachte dat we beter samen geld konden verdienen dan elkaar met een geweer bestrijden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy


auteurs

  • G.L.J. Leerdam

  • Jos van Waterschoot