Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Parmentier. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre
sec - letterkunde

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Parmentier. Jaargang 6

(1994-1995)– [tijdschrift] Parmentier

Vorige Volgende
[p. 92]

Pierre Kemp
Gedichten
Bezorgd door Marc Beerens

Herfstreclame

 
Bij was moet wind zijn en die is er nu.
 
Maar waar is de was, die van zo'n wind kan bollen?
 
Het land is leeg. Een vogel zie ik schuw
 
kijken naar een dor blad, dat weg begint te rollen.
 
Daar valt het om en ligt in een der voren.
 
Nu laat de vogel zich ook niet meer storen.
 
Hij wiekt en drijft en gooit zich over de heg
 
om te verdwijnen in de holle weg.
 
Maar waar is nu de was, de wind is daar
 
en ook het bord. Ik mis alleen de tekenaar.
 
(1927)

Ik ben in mij

 
Ik ben in mij en kom er niet vandaan
 
dan door de dood.
 
Ik hoef niet meer te liggen of te gaan
 
met ogen groot.
 
Voelen zal ik mij er als een veer van licht
 
en andere veren drijven langs het gezicht.
 
Trillen zal ik er teer en ongedacht,
 
zonder de hinder van een zwak geslacht.
 
Ik zal daar.... zal ik daar gelukkig zijn
 
zonder zenuwen voor angst en pijn?
 
(1928)

Bestuiving

 
De bloem verneemt het. Of zij het bezoek verwacht?
 
Er komt iets en zij voelt het aan. Daar is 't.
 
Zij herinnert zich niet eens meer de nacht
 
en voelt zich alleen gevuld van een voller licht.
 
Wat duurt het kort? Heeft het bezoek zich dan vergist?
 
Daar komt het weer, nu houdt het langer aan.
 
Zij ademt op en is niet onvoldaan
 
maar weet misschien niet eens
 
dat al een andere bij is in- en uitgegaan.
 
(18-8-1937)
[p. 93]

Geen exclusiviteit

 
Het ruist zo overdreven over mijn hoofd.
 
Mij is de hemel beloofd
 
en nu is het wel goed.
 
Laat mij de aangename pijn
 
van de andere dingen die er zijn
 
toch onder mijn hoed.
 
Ik kan met mijn hand
 
nog altijd de rand
 
er van lichten
 
om alleen van de hemel te dichten.
 
(11-10-1929)

Wat is?

 
Er zijn avonden, dat je me vraagt:
 
wat is de wind?
 
Ze weten dat immers maar alleen
 
waar hij begint.
 
Al heeft de wind geen beeldenaar,
 
er beeft een beeld in zijn gevaar.
 
Vraag mij ook nog: wat is God?
 
God is zeer groot en wijd en stom.
 
God is een kolom
 
en zijn dichtsbije lamp is de zon.
 
Ik zou God nog anders willen noemen,
 
maar ik mis de ziel,
 
die de foto's nam van de middeleeuwse bloemen
 
hangend in de friezen van de dom.
 
(31-7-1931)

Grijsaard

 
Zij hebben hem aan de grond gegeven.
 
Hij kon ook niet altijd blijven leven,
 
hij had zoveel van de zon gezien.
 
Maar zag hij het loof van de bomen gelen
 
en de wind al met de welkende bladeren spelen,
 
dan speet hem de dood misschien.
 
(20-8-1938)


Vorige Volgende

Over dit hoofdstuk/artikel

Pierre Kemp


Marc Beerens


1927

1928

18 augustus 1937

11 oktober 1929

31 juli 1931

20 augustus 1938