Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Parmentier. Jaargang 15 (2006)

Informatie terzijde

Titelpagina van Parmentier. Jaargang 15
Afbeelding van Parmentier. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Parmentier. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Parmentier. Jaargang 15

(2006)– [tijdschrift] Parmentier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

[Nummer 1]

Van de redactie

‘Nog bevend verder: dit brood nog, dit wen / met kleine resten tover, vooral niet omzien’, waarschuwde Marc Kregting in zijn bibliofiel verschenen poëziebundel Zie je dat rood. Gedragslijnen (2004). Allicht kleven er gevaren aan omzien. Het funeste retrospectief: Lots vrouw keek om en veranderde in een zoutpilaar, Orpheus draaide zijn hoofd en moest zijn geliefde Eurydice voorgoed aan Hades afstaan. De voorbeelden liegen er niet om. In het feit dat Parmentier met dit nummer aan haar vijftiende jaargang begint, zag de redactie dan ook geen dringende reden tot terugblikken. Wij kijken liever vooruit.

Zoals naar Thomas Vaessens' artikel ‘Zonder kritiek wordt niemand groot - tegen het romantische beeld van de poëzie’ (NRC Handelsblad 21 januari 2006) waarin hij een pleidooi houdt voor het serieus nemen van podium- en internetpoëzie. Vaessens vindt dat de literatuurkritiek ook daar haar pedagogische plicht moet vervullen, want, zo stelt hij: ‘Zonder kritiek wordt niemand groot’. In zijn stuk richt hij zich vooral op de ‘echte’ uitgeverijen en de ‘officiële’ kritiek van landelijke kwaliteitskranten die, door niet mee te veranderen met de ‘gedemocratiseerde literaire cultuur’, verworden zijn tot een ‘esoterisch anachronisme’. Een tweede probleem schuilt volgens Vaessens in de beperktheid van de huidige poëziekritiek: traditionele critici blijken te eenzijdig gefixeerd op het geschreven woord, terwijl de werkelijke revolutie zich toch vooral in multidisciplinaire circuits lijkt af te spelen.

Gelukkig bestaan er ook literaire tijdschriften. Twee jaargangen geleden (amper een terugblik) besteedde Parmentier in het dossier ‘Podium en Papier’ ruimschoots aandacht aan het fenomeen podiumpoëzie. Deze maal betreden we de digitale biotoop van de elektronische literatuur.

Wij stelden dit dossier samen met gezond wantrouwen. In ons achterhoofd klonken de woorden van H.J.M.F. Lodewick die in zijn veelvuldig herdrukte schoolboek Literaire kunst al stelde: ‘Opgemerkt dient te worden, dat even afkeurenswaardig als de kritiekloze afwijzing, de kritiekloze aanvaarding is van alles wat zich als moderne kunst aandient. Snobisme, dat alles toejuicht wat modern lijkt en alleen maar bizar is, is evenzeer uit den boze.’

Then again. Wij geloven niet in een digitale onderwereld en een papieren bovenwereld anders dan als artificieel onderscheid van twee literaire discoursen die inmiddels al zo met elkaar vergroeid lijken te zijn dat niemand meer precies kan aangeven waar de een begint en de ander eindigt: een designer dichotomie derhalve.

 

Laten we dan ook maar meteen de overstap van papier naar elektronica wagen. Bij een dossier over elektronische literatuur hoort natuurlijk een cd-rom met digitale exempelen. E-pioniers Frans Budé, Huub Beurskens, Tonnus Oosterhoff, Hans Kloos, Mark Boog en John van der Wens en Peter Holvoet-Hanssen en Filip Walgraef laten zien wat de elektronische literatuur zoal vermag.

[pagina 6]
[p. 6]

Dat elektronische literatuur boven alles uiteenlopende reacties oproept, blijkt wel uit de verschillende papieren bijdragen aan dit dossier.

Lucas Hüsgen plaatst enkele kritische kanttekeningen bij de e-gedichten, terwijl Jan Baetens, Philippe Bootz en Serge Bouchardon ieder een essay schreven waarin toch vooral ook de mogelijkheden en perspectieven van literatuur en elektronica aan bod komen. Debutant Niels Bakker komt tot een herdefinitie van het verschijnsel en concludeert dat bewegende gedichten zoals die van Mark Boog ons zullen dwingen een andere manier van lezen aan te leren, die gericht is op taaltekens die bewegen en het parallel verwerken van informatie.

Dan nóg een debutant: Jeroen Mettes publiceert voor het eerst poëzie. Zijn gedichten komen voort uit Google-zoekacties naar een misschien bij uitstek onpoëtisch verschijnsel als sociale stereotypen: ‘Die grellsten Erfindungen sind Zita,’ zoals Karl Krauss zei over Die letzten Tage der Menscheit.

Voorts: Han van der Vegt maakte een poëtische variant op de walkthrough, een stap-voor-stap ‘doorloop’, die de lezer zonder al te veel kleerscheuren door level 1 van het imaginaire computerspel ‘Wormgoor’ kan loodsen. En Hans Kloos haalde de openingsstrofen van het Wilhelmus door zijn ‘heen-en-weermachine’ en demonstreert daarmee de (on)mogelijkheden van automatisch vertalen.

Dat dit dossier, tot slot, niet alleen antwoord wenst te geven, maar vooral ook vragen wil stellen, bewijst Josien Laurier, die besluit met een lijst FAQ's.

 

Buiten het dossier ditmaal nieuwe gedichten van Lucas Hirsch en een prachtig kort verhaal van oude bekende Mohana van den Kronenburg die tot het genoegen van de Parmentier-redactie haar weg naar de literatuur hervonden lijkt te hebben.

Marc Kregting start op zijn beurt een nieuwe poëzierubriek. ‘knapperig als de takjes van haar gedachten,’ heet de eerste aflevering van s.s.t.t.; een etherische still uit een Talpaprogramma vormde de aanleiding. Ook Piet Gerbrandy liet zich inspireren door beelden. Zijn gedichten gaan de dialoog aan met foto's van Gijs Haak. Op onze website www.literairtijdschriftparmentier.nl staan de foto's overigens in kleur afgebeeld.

Tot slot: Lucas Hüsgen vertaalde poëzie van de Duitse dichter Paulus Böhmer. Ook zorgde hij voor een inleiding bij deze poëzie.

 

Voor links naar websites over en met e-literatuur zie www.literairtijdschriftparmentier.nl


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken