Zijn er mogelijkheden?
Wat kunnen uitgevers en boekhandelaars doen i.v.m. het uitgeven en verspreiden van gedichten? Om hierop te kunnen antwoorden moeten we weten welke kansen de poëzie maakt bij de lezers/kopers. De praktijk toont aan dat die kansen erg laag liggen. Maar wat is in deze de praktijk als de gedichten zowat overal in het verdomhoekje staan?
Van lezer tot dichter via drukker, uitgever en boekhandel schijnt niemand nog te weten wat met gedichten aan te vangen, ook de hoofdredakteuren van onze bladen niet. Men schudt wat meewarig het hoofd, associeert dichters en dromers, laat hier of daar een leraar Nederlands rustig met zijn klassieken begaan, tolereert dat de overheid een prijsje of een subsidietje voor de gedichten spendeert en zwijgt verder over de eigen ‘jeugdzonden’. Als er dan toch een paar figuren bestaan waarvan men niet alleen het dichterschap, maar zelfs de poëzie moet erkennen, dan zijn dat uitzonderingen. Die bevestigen de regel.
Is het de regel dat er geen plaats is voor poëzie in de keiharde boekenbusiness? In het onderzoek van de Vlaamse boekenmarkt gedaan in 1972-73 voor de VBVB kwam naarvoor dat de aankoop van gedichten slechts o, 5 procent of 5 per duizend van de boekenaankopen haalt. Bijna de helft hiervan waren pocket uitgaven. Zelfs een verdubbeling van de belangstelling voor poëzie zou nog niet veel zoden aan de dijk zetten.
Deze marginale belangstelling van het publiek is zeker geen uitnodiging voor uitgever en boekhandelaar om er wat aan te doen. Het zijn de dichters zelf die de hand aan de ploeg moeten slaan (of in eigen boezem steken?). Een telling van het aantal geadverteerde gedichtenbundels in recente en oudere uitgaven van Het Boek in Vlaanderen gaf volgend beeld:
1962: 23 bundels, 1967: 55, 1970: 36, 1972: 46, 1973: 58, 1974: 66, 1975: 46, 1976: 54. Hier is geen trend uit te halen. Feit is dat de uitgevers gedichtenbundels beschikbaar hebben en ervoor adverteren: dus investeren. En dit voor schamele oplagen van meestal 500, eenmaal 2000 of uitzonderlijk 5000 exemplaren.
In een enquête onder Vlaamse schrijvers in 1972 is zelfs melding gemaakt van een eerste publicatie van poëzie op 10.000 exemplaren. Er werd echter niet bij gemeld of het in een druk was en evenmin wanneer het gebeurde.
De laatste cijfers - hoe uitzonderlijk ook - wijzen dan toch op mogelijkheden. In alle eerlijkheid mag men van een boekhandelaar niet verwachten dat hij een voorraad gaat aanleggen van een genre waar niet eens een op honderd van zijn klanten naar vraagt. Dat soort riskante investering is voor een handelaar niet te verantwoorden. Bovendien zal hij slechts van een klein gedeelte van de beschikbare poëziebundels horen.
Voor de poëzie lijkt er - mits realistische aanpak - mogelijkheid te bestaan om de situatie om te buigen. Dit vergt echter een grote soepelheid en het voldoen aan een aantal voorwaarden.
Wie geheimtaal schrijft, een boodschap zonder inhoud uitstuurt, eenzijdig belangstelling eist en andere onaangenaamheden voor lief wil laten nemen, mag niet rekenen op terugkoppeling. Dat geldt trouwens niet alleen voor de poëzie, maar ook voor alle literaire en wetenschappelijke publicaties.