Kort
Fernando verliefd
Eén aantal brieven, beschouwingen en dagboeknotities van Fernando Pessoa die eerder al verspreid in het Portugees gepubliceerd werden, verschenen onlangs in vertaling in
Mijn droom is van mij. Met voorsprong het spectaculairste onderdeel in deze bundeling zijn de liefdesbrieven
aan Ophélia Queiroz, die het verslag doen van de enige zweem van liefde die Pessoa ooit gekend heeft. De brieven tonen het onvermogen van de getourmenteerde dichter om uit zijn eenzaamheid te treden en zijn werk zelfs maar voor even naar het tweede plan te schuiven. Hoe Pessoa's spel met de heteroniemen zijn bestaan overwoekerde, blijkt nog het treffendst als hij Ophélia troostend schrijft: ‘Droog je tranen, stout baby'tje! Vandaag heb je mijn oude vriend Álvaro de Campos aan je zijde, die over het algemeen maar tegen je is geweest.’ Jammer aan deze ontroerende, bevreemdende en bijwijlen grappige brieven is dat ze het cliché-beeld bevestigen van de geniale dichter die zijn hele leven vol drank en ellende rusteloos van het ene heteroniem naar het andere zwierf. Het is immers wraakroepend hoe de dichter die de meervoudigheid als geen ander incorporeerde, steeds vaker gereduceerd wordt tot een stereotiepe ikoon. Gelukkig reveleert de rest van
Mijn droom is van mij hoe de dichter die zichzelf en zijn eigennaam radicaal in de kunst investeerde, ook de sociale en politieke Portugese actualiteit op de voet volgde, ook een druk sociaal leven leidde als ijverig redacteur, en ook een bezielde stem in tal van discussies en cafégesprekken was. (Bart Vanegeren)
Fernando Pessoa, Mijn droom is van mij (vert. H. Lemmens)
de arbeiderspers, amsterdam / antwerpen, 1995. 286 p. / f 39,80 / 799 fr.