Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde (1775)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde
Afbeelding van Proeve van oudheid-, taal- en dichtkundeToon afbeelding van titelpagina van Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.02 MB)

Scans (70.13 MB)

ebook (3.19 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde

(1775)–Anoniem Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 279]
[p. 279]

De verheerlijkte Jesus op den throon van God.

 
Hef u uit het stof naar boven,
 
Hef u op tot God, mijn ziel!
 
Dring nu door tot in Gods wooning,
 
Dring nu tot den Throon van God.
 
Vlieg met Cherubynen schagten
 
In de wooningen des Lichts,
 
Vlieg tot Jesus, den Verlosser,
 
Vlieg, vlieg tot den Midd'laar Gods....
 
ô Wat schoone hemelzalen!
 
Pragtig, heerlijk hemelhof!
 
Wooning van den Allerhoogsten!
 
Wooning van den grooten God!
 
Zaal'ge geesten! Hemellingen!
 
Schitt'rend Seraphynendom!
 
Boden van het Rijk des Heeren!
 
Knegten van den Zoon van God!
 
Wit gekleede Cherubynen!
 
Dienaars van den Throon van God!
[pagina 280]
[p. 280]
 
Vlugge Geesten, die de wooning
 
Van den Eeuwigen bewoont -
 
Dat ik in den hemel woonde!
 
Dat ik by den Midd'laar was!
 
Dat mijn ziel als de Eng'len zweefde!
 
Dat ik by den Midd'laar was!.
 
Ruimt my plaats, o Eng'len-orden!
 
Gunt mijn ziel een' vryën togt,
 
Gunt my doortogt, Eng'len scharen!
 
Toegang tot den Throon van God.
 
Ja, gy ruimt my...... maar...! o Eng'len!
 
Ach! hier wordt mijn oog te zwak...
 
O..! wat heerlyke vertooning!
 
‘Jesus op den Throon van God!’
 
Ja, gy zijt eens opgevaren,
 
Luisterrijk den hemel in,
 
Opgevaren tot uw' Vader,
 
En nu aan Gods regtehand.
 
Voor de nooit begonnen eeuwen
 
Waart gy God van eeuwigheid.
 
Met den Geest en met den Vader
 
Zijt gy God in eeuwigheid;
 
In den schoot des grooten Vaders
 
Hadt gy alle zaligheid;
 
Algenoegzaam voor zig zelven
 
Was de Vader, Zoon en Geest:
 
Maar gy wilde uw' luister toonen
 
God van eenw'ge heerlijkheid!
[pagina 281]
[p. 281]
 
Gy geboodt: - en de Eng'len vlogen,
 
De aarde stond, en Adam was.
 
Adam en de Seraphs loofden
 
God die hen geschapen had.
 
Adam en de Seraphs zagen
 
God in all zijn heerlijkheid;
 
Zy bewonderden, zy prezen
 
God in all zijn heerlijkheid.
 
Maar... helaas! voor zig begeerden
 
Zy Gods groote heerlijkheid.
 
Sommigen van de Englen wilden
 
Wilden zijn als God in magt:
 
Adam, en wat mensch zou worden,
 
Viel door hoogmoed af van God:
 
Adam en de Seraphs vielen;
 
Seraphs vielen voor altijd.
 
Maar voor menschen sprak mijn Jesus:
 
Voor ons sprak de Midd'laar Gods:
 
‘'k Zal uw heiligheid, geschonden
 
Door den mensch, voldoen, o God!
 
'k Zal voor sommigen der menschen
 
Lyden en verzoening doen.’
 
Jesus heeft voldaan voor menschen,
 
Jesus werd op aard gekruist,
 
Jesus was op aard voor menschen,
 
En nu aan Gods regtehand.
 
Jesus stierf op aard voor menschen;
 
Maar hy werd weer opgewekt:
[pagina 282]
[p. 282]
 
Jesus is uit de aard verrezen,
 
En nu op den Throon van God!
 
Jesus vloog van de aard naar boven,
 
Vergezeld van 't Englenheir,
 
Jesus werd geleid van de Englen,
 
Hy beklom den Throon van God.
 
Op dien Feestdag van den hemel,
 
Toen Gods zoon van de aarde kwam,
 
Bragt gy in uw witte kleeding
 
Jesus by den Throon van God.
 
Gy hebt de aanspraak van den Vader
 
Tot den Zoon van God gehoord,
 
Gy, o Englen! hebt den zegen
 
Op mijns Heilands werk gehoord:
 
's Vaders stem klonk door den hemel:
 
‘Engelen! ziet hier mijn Zoon,
 
Jesus van de aard' gekomen!
 
Engelen! verheerlijkt hem!’
 
Allen hebben 't hoofd gebogen,
 
Allen op Gods wenk gepast,
 
Allen vrolijk opgezongen:
 
‘Nu is Jesus weer by God.’
 
Ja! Hy zal nu by U blyven,
 
Tot dat hy ten oordeel komt,
 
En met u de weereld oordeelt,
 
En - weer in den hemel komt.
 
Zegt nu juichende Englenscharen!
 
Wat gy tog by Jesus doet?
[pagina 283]
[p. 283]
 
Zegt my, zielen! wat mijn Heiland
 
Voor my by den Vader doet?
 
'k Zal, o Geesten! naar U hooren;
 
Letten op uw hemelzang,
 
'k Zal.... maar 'k hoor reeds.. welke toonen!
 
Zwijg mijn ziel: De Archangel spreekt:
 
(De Archangel.)
 
Verheft u o reiën!
 
In juichenden toon:
 
En Zingt den verlosser,
 
Den eeuwigen Zoon!
 
(De Engelen)
 
Wy hooren u, o Engel!
 
Wy loven u, o God!
 
Wy loven in uw wooning,
 
Wy loven u, o God!
 
 
 
O Middelaar der waereld!
 
Gy verliet uwen troon,
 
En daalde naar het aardrijk,
 
Dat u zugtend ontvong.
 
Wy hebben u zien lyden
 
Voor het menschlijk geslagt:
 
Wy treurden om uw rampen
 
Op het aardrijk geleên;
 
Nu juichen wy weer blyde:
 
De voldoening is daar.
[pagina 284]
[p. 284]
 
Wy hebben u zien sterven
 
Nu is alles voldaan.
 
Gy zwaait nu uwen scepter
 
Zegevierend o Held!
 
Gy zegent nu als Midd'laar,
 
En regeert; als Gods Zoon.
 
Nu dienen wy de menschen
 
Door den Heiland verlost,
 
Wy dienen de verkoornen,
 
En met hun hunnen God.
 
Wy helpen en vertroosten
 
De verlosten op de aard,
 
De kinderen van Adam,
 
Die nog woonen in 't stof.
 
Gy koning der koningen,
 
Gy geeft ons uw bevel.
 
Dan vliegen wy daar henen,
 
En wy doen uw bevel:
 
Dan brengen wy de geesten
 
Der verlosten tot U:
 
Gy kent dan uw' kinderen
 
Dan verheerlijkt gy hen.
 
Dan pryzen u de zielen,
 
En verheffen uw los:
 
Dan zingen zy den Heiland,
 
En aanbidden hun God.
 
Verheft hem, o gy heem'len,
 
De Messias is groot:
[pagina 285]
[p. 285]
 
Verheft Jesus, verlosten!
 
Verheft gy hem nu ook!
 
(De Verlosten)
 
Ja wy, die nu geesten,
 
Maar eerst in het stof
 
Het aardrijk bewoonden,
 
Wy zingen Gods eer.
 
Wy volgen u, Englen!
 
Wy volgen u na.
 
Wy zingen nu Jesus,
 
Wy loven Gods Zoon.
 
Eeuwig-gezegende!
 
Gy gaaft ons het heil!
 
Ontvang nu ons offer
 
En hoor onzen lof.
 
Wy zijn uw geliefden,
 
Wy waren 't op aard:
 
Gy gaaft ons verlossing,
 
Gy bragt ons tot God.
 
Wy kennen geen zonde:
 
Geen onregt is hier:
 
Op 't aardrijk is zonde:
 
Geen onregt is hier.
 
Wy loven uw Godheid,
 
Wy zingen uw' lof,
 
Wy zingen u eeuwig,
 
Wy zingen uwe eer.
[pagina 286]
[p. 286]
 
En gy, o verlosten!
 
Die nu zijt op aard,
 
Maar ook in den hemel
 
Uw vaderland hebt,
 
Gy zijt nog afwezig,
 
Nu zondigt gy nog:
 
Haast zijt gy by Jesus,
 
Dan zondigt gy niet.
 
Nu bidt de vorlosser,
 
Hy bidt nu tot God:
 
Hy bidt voor uw' nooden,
 
Hy bidt nu tot God.
 
De Priester des hemels
 
Volbrengt het gebed:
 
Wy zeggen het Amen
 
Op 's Priesters gebed.
 
Hoe groot is de koning!
 
Verhef hem o mensch!
 
Hoe groot is Messias!
 
Hoe groot onze God!
 
Juicht nu ook, gy stervelingen!
 
Heft nu hemeltoonen aan!
 
Zingt nu Jesus, zingt nu Jesus,
 
Jesus op den Throon van God.
 
Jesus bidt voor ons den Vader,
 
Voor ons bidt de Midd'laar Gods:
 
'k Voel het.... ja! hy zendt ons Englen,
 
Englen van den Throon van God.
[pagina 287]
[p. 287]
 
Bidt nu Jesus in uw nooden,
 
Hy verhoort u, bidt voor u:
 
Bidt nu Jesus, bidt den Heiland,
 
Jesus op den Throon van God.
 
Leeft tot eer van uwen koning,
 
Leeft naar zijn gebod en wil,
 
Leeft naar Jesus zagte wetten,
 
Van hem op den Throon verhoogd.
 
Strijdt in 't strijdperk van dit leven
 
Moedig, fiere Christenheid!
 
Strijdt tot eer van uwen koning
 
Jesus op den Throon van God.
 
Zend, verleider, all uw pylen:.
 
Jesus zendt ons Englen toe.
 
Jesus zal ons gansch verlossen,
 
Jesus op den Throon van God.
 
Jesus overwon dien sterken
 
Hy benam de magt der hel:
 
Hy kwam zegevierend weder
 
Weder op den Throon van God.
 
Looft nu Jesus, looft Messias!
 
Looft den overwinnaar Gods!
 
Looft den koning, looft den Heiland,
 
Jesus op den Throon van God!
 
Haast verlaat gy 't aardsche leven,
 
Haast zijt gy by uwen vriend,
 
Haast by de Englen, by uw' Heiland,
 
Jesus op den Throon van God.
[pagina 288]
[p. 288]
 
Allen zullen wy eens komen
 
In de groote hemelstad,
 
Engelen en menschen komen
 
By hem voor den Throon van God
 
Maar mijn ziel keer tot u zelven,
 
Leef op aarde tot zijn eer:
 
Haast zijt gy by den Messias,
 
By hem voor den Throon van God.

F.v.G.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken