Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde (1775)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde
Afbeelding van Proeve van oudheid-, taal- en dichtkundeToon afbeelding van titelpagina van Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.02 MB)

Scans (70.13 MB)

ebook (3.19 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde

(1775)–Anoniem Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 330]
[p. 330]

De digter en de nagtegaal. Eene fabel.

 
Een digter, die schier dag en nagt
 
Versleet met likken en beschaven,
 
Maar met zijn ingebeelde gaven,
 
Nog nooit iets schoons had voordgebragt,
 
Hoorde eens bij maneschijn den slaanden nagtegaal.
 
Wat is het tog, dus sprak hij, dat de taal
 
Van dezen zanger doet behagen;
 
Hy kent de regels niet van harmonie en maat;
 
Al 't fraai van zijn gezang bestaat
 
In kunstelooze slagen.
 
En ik, die op mijn nagels bijt,
 
En alles doe om meer dan schoon te wezen,
 
Ik word van niemand schier gelezen!...!...
 
Hier voelde mijn poëet een vonkje van den nijd;
 
Ja hij begon, om zig te wreken,
 
Met dezen nagtegaal luidkeels den gek te steken.
 
Bedaar tog, heer poëet! zei toen de nagtegaal;
 
Dat ik u thans zoo gul op mijn gezang onthaal,
 
Geschiedt tot uw vermaak: weest daaröm niet boosäartig!
 
De vogel is de scheut niet waardig.
 
Wy gaan geen éénen weg; gij pogt op uwe kunst,
 
En zoekt door angst en zweet de gunst
[pagina 331]
[p. 331]
 
Te koopen, ja te dwingen.
 
Ik zie, mijn goede man, het zingen valt u zuur.
 
Ik folter nooit mij zelf om door de kunst te zingen,
 
Maar all mijn toonen zijn natuur.
 
 
 
* * *
 
 
 
De eenvoudige natuur heeft dikwijls 't hart geraakt.
 
Terwijl de kunst alleen een slegten digter maakt.

H.v.A.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken