Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1997 (nrs. 77-80) (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1997 (nrs. 77-80)
Afbeelding van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1997 (nrs. 77-80)Toon afbeelding van titelpagina van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1997 (nrs. 77-80)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1997 (nrs. 77-80)

(1997)– [tijdschrift] Raster–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 202]
[p. 202]

Over de medewerkers

Anthony Mertens (1946) was als wetenschappelijk medewerker moderne letterkunde verbonden aan de universiteit van Amsterdam. Promoveerde in 1991 op het proefschrift Sluiproutes en dwaalwegen. Was als criticus verbonden aan De Groene Amsterdammer. Is momenteel redacteur bij Uitgeverij Querido en tevens van De Revisor.

 

Michael Bienert (1964) is sinds 1990 ‘stadsgids’ voor ‘StattReisen Berlin’. Hij publiceerde reportages, kritieken en essays in kranten en tijdschriften. In 1992 verscheen Die eingebildete Metropole. Berlin im Feuilleton der Weimarer Republik.

 

Joseph Roth werd in 1894 in Galicië geboren. Hij studeerde filosofie en literatuurwetenschap in Lemberg en Wenen. Van 1918 af was hij journalist in Wenen, later in Berlijn. Van 1923 tot 1932 was hij correspondent voor de Frankfurter Zeitung. Hij emigreerde in 1933 naar Parijs, waar hij in 1939 stierf. Tot zijn bekendste boeken behoren Hiob (1930) en Radetzkymarsch (1932).

 

Nicolaas Matsier (1945) Recente publikaties: Gesloten huis (roman 1994), Was Sinterklaas maar een gracht (pamflet 1995), Alice in Verbazië (essays 1996), Dicht bij huis (kort proza 1996).

 

Jacq Vogelaar (1944) Recente publikaties: De dood als meisje van acht (roman 1991), Striptease van een ui (essays 1993), Weg van de pijn (roman 1994), Uit het oog (‘beeldverhalen’ 1997), Klaaglied om Ka (gedichten 1997).

 

Franz Hessel, Elias Canetti, Walter Benjamin, Siegfried Kracauer: zie de bijdragen van Cyrille Offermans

 

Richard Dehmel (1863-1920) Duits dichter. Publiceerde o.a. Erlösungen (1891), Lebensblätter (1893), Schöne wilde Welt (1913). Zwischen Volk und Menschheit (oorlogsdagboek 1919).

 

Cyrille Offermans (1945). Recente publikaties: Sporen van Montaigne (essays 1994), De vogelman (jeugdroman 1966) en Dag lieve vis (essays 1996).

 

Wieland Herzfelde (1896-1947) behoorde tot de oprichters van de Dadabeweging in Berlijn. Hij verplaatste in 1933 zijn uitgeverij, Malik Verlag, van Berlijn naar Praag. Hij gaf werk uit van o.a. Bertolt Brecht, George Grosz en Oskar Maria Graf. In 1939 emigreerde hij naar New York.

 

Iwan Goll (1861-1950) Vooraanstaand surrealist. Geboren in Lotharingen, leefde tot 1919 in Berlijn, vertrok toen naar Parijs. Zijn Berliner Gedichte verschenen in 1931.

 

Kurt Schwitters (1887-1948). Van 1923-1927 medewerker van het dadaïstische tijdschrift Merz. Emigreerde in 1935 naar Noorwegen, in 1940 naar Engeland. Bekend werden zijn teke-

[pagina 203]
[p. 203]

ningen en collages. Publikaties o.a. Anna Blume (1919), Die Kathedrale (1920), Ursonate (1932).

 

Kurt Tucholsky (1890-1935) schreef gedichten, schetsen en verhalen. Hij was medewerker van de Schaubühne en de latere Weltbühne. Publikaties o.a. Deutschland Deutschland über alles (1929), Schlosz Gripsholm (1931), Lerne lachen, ohne zu weinen (1931). Emigreerde in 1929 naar Zweden, waar hij in 1935 een einde aan zijn leven maakte.

 

Willem van Toorn (1935) Recente publikaties Dooltuin (gedichten 1995), De rivier (novelle 1996), Heer Doos (jeugdboek 1997). Dit najaar verschijnt zijn gedichtenbundel Tegen de tijd.

 

Karel van Eerd (1938) studeerde oude talen en was een kwarteeuw leraar en rector. Hij publiceerde o.a. twee bundels vertaalde poëzie van Pasolini en een van diverse andere hedendaagse Italiaanse dichters. Hij draagt geregeld bij aan De tweede ronde, vooral light verse.

 

Filippo Tommaso Marinetti, Luciano Folgore, Ardengo Soffaci, Aldo Palazzeschi, Dino Campana: zie de inleiding van Karel van Eerd.

 

Vítežslav Nezval (1900-1958), een van de belangrijkste dichters van de Tsjechische avantgarde uit het interbellum, was lid van de kunstenaarsvereniging Devětsil (poëtisme), concipieerde daarna zijn eigen surrealisme maar verviel in zijn naoorlogse poëzie tot socialistisch-realisme.

 

Jaroslav Seifert (1901-1986), belangrijk dichter uit het interbellum. Voortkomend uit de proletarische literatuur ging hij al snel over tot het poëtisme; in de jaren dertig volgde een periode van poëzie geïnspireerd op nationale culturele waarden. In de jaren vijftig maakte hij een artistieke crisis door, maar kwam in de volgende periode van politieke dooi terug met een verrassend moderne uitdrukkingswijze. In de jaren zeventig ondertekende hij Charta. Voor zijn omvangrijke dichterlijke oeuvre en voor zijn moedige politieke houding ontving hij in 1984 de Nobelprijs voor literatuur.

 

Konstantin Biebl (1898-1951), belangrijk vertegenwoordiger van het poëtisme, maar gold als een minder uitbundig dichter dan bovengenoemde generatiegenoten. Was eerst nauw bevriend met de voorman van de proletarische literatuur, Jiří Wolker (gest. 1924) en later met Karel Teige, de theoreticus van Devětsil. Kort na Teiges plotselinge dood (mede veroorzaakt door de politieke hetze die tegen hem werd ontketend) sloeg Biebl de hand aan zichzelf.

 

Artuš Černík (1900-1953), medeoprichter van Devětsil, redacteur van het eerste echte poëtistische tijdschrift ‘Pásmo’ (Zone), organisator, publicist, filmcriticus, vertaler en auteur van enkele losse gedichten.

 

Kees Mercks (1944), docent Tsjechische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam, vertaler uit het Tsjechisch en publicist. Mercks kreeg in 1985 de Aleida Schotprijs, in 1987 de Nijhoffprijs. Hij vertaalde werk van o.a. Ludvík Vaculík, Ivan Klíma, Václav Havel en Bohumil Hrabal. Momenteel werkt hij aan de vertaling van Hrabals laatste grote werk, de zgn. trilogie, waarvan het eerste deel, Trouwpartijen, vorig jaar verscheen en het tweede, Vita nuova, dit najaar verschijnt.

 

Franz Kafka (1883-1924). Voor zijn dood verschenen als afzonderlijke uitgaven slechts Betrachtung, Der Heizer, Die Verwandlung, Das Urteil, Ein

[pagina 204]
[p. 204]

Landartzt en Ein Hungerkünstler. Zijn grote romans Amerika, Der Procesz en Das Schlosz en het overige werk werden door zijn vriend Max Brod tegen de wens van Kafka voor het nageslacht gered.

 

Theodor W. Adorno (1903-1969), filosoof, socioloog, musicoloog, componist. Zijn verzameld werk verscheen tussen 1970 en 1986 in twintig delen bij Suhrkamp. Vanaf 1993 verschijnen daar ook zijn Nachgelassene Schriften, die zijn gepland op dertig delen. Bij SUN verschenen vertalingen van Dialectiek van de Verlichting en Filosofie van de nieuwe muziek.

 

Karl Kraus (1874-1936) publiceerde van 1899 tot 1936 in Wenen zijn eenmanstijdschrift Die Fackel, dat grote invloed had op de vernieuwing van kunsten en wetenschappen aan het begin van de eeuw. Uiteenlopende kunstenaars en denkers als Arnold Schönberg, Ludwig Wittgenstein, Adolf Loos, Herman Broch en Elias Canetti achtten zich diepgaand door Kraus beïnvloed. Zijn Verzameld Werk is in pocketeditie verschenen bij Suhrkamp.

 

Klaus Siegel (1934) is schrijver en vertaler. Recente publikaties: De zoon van madame Butterfly (verhalen 1996), Winterkoren (roman 1996),

 

Gerhard Roth (1942) publiceerde vanaf 1980 zijn romancyclus Die Archive des Schweigens, waarvan in 1991 het laatste deel, Die Geschichte der Dunkelheit, verscheen. ‘De tweede stad’ is afkomstig uit Eine Reise in das Innere von Wien (1991).

 

Mirko Kovač (1938) schreef romans, novellen en essays. Bij de Bezige Bij verscheen van hem Het leven van Malvina Trifković (1994). Zie ook Raster 62.

 

Antonije Žalica (1959) schrijft poëzie, proza en toneelstukken. Sinds 1980 werkt hij bij televisie Sarajevo. In december 1993 kwam hij naar Amsterdam. Zijn roman Het spoor van de drakeklauw werd voor het eerst gepubliceerd in de derde serie van ‘Apatridi’ een uitgave van het onafhankelijke radiostation B92 in Belgrado.

 

Reina Dokter (1953) studeerde sociale geografie en Slavische talen aan de Universiteit van Amsterdam. In 1993 kreeg zij de Aleida Schotprijs voor haar vertalingen van Danilo Kiš en Aleksandar Tišma. Behalve van deze schrijvers vertaalde zij werk van o.a. Milorad Pavić, Svetlana Slapšak en Slavenka Drakulić.

 

K. Michel (1958) Recente publikaties: Tingeling & Totus (proza 1992) en Boem de nacht (poëzie 1994).

 

Ron Elshout publiceerde o.a. de bundels Huiswaarts en De wervels van je rug. Hij is redacteur van Bzzletin.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken