Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2004 (nrs. 105-108) (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2004 (nrs. 105-108)
Afbeelding van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2004 (nrs. 105-108)Toon afbeelding van titelpagina van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2004 (nrs. 105-108)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.00 MB)

ebook (4.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2004 (nrs. 105-108)

(2004)– [tijdschrift] Raster–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 89]
[p. 89]

Bon appétit 1

Joke van Leeuwen
Velouté

 
Wat vale vlekken heeft, de doordeweekse,
 
wat licht gerimpeld raakt van niet gebruiken,
 
wat wacht op afgeraspt tot naakt en sappig,
 
wat valt te snijden tot minieme velen,
 
wat slaag verdraagt, wat tegen donker kan.
 
 
 
Dat in een pan.
 
 
 
Vermalen tot geen vorm om wie of wat
 
op aan te spreken. Verzameld in een geur.
 
Daarmee van deur tot deur, dat iedereen mag ruiken.
 
 
 
Soldaten hebben zich vermomd als struiken,
 
De nachten vallen om, de dagen duiken,
 
Wat niet verkocht kan worden wordt versleten.
 
 
 
Achter de muur is ruzie, achter de ruzie muur,
 
achter de muur twee die het niet meer weten,
 
Daarachter straat, heet asfalt, niemand aan het stuur.
 
 
 
Nooit meer kleinzerig zijn. En appels eten.

Rutger Kopland
Maaltijd

 
Het was Kerstmis, we zaten aan tafel en ik wilde
 
een aangenaam literair gesprek
[pagina 90]
[p. 90]
 
daarom zei ik: vrienden, we weten dat de materie
 
op ons bord en in ons glas kan vervluchtigen
 
in ons lichaam tot heerlijke poëzie
 
 
 
maar wisten jullie dat onlangs ook is gebleken
 
dat op poëtische wijze heerlijke gerechten
 
kunnen worden gemaakt
 
 
 
er viel een stilte waarin je alleen de geluiden
 
hoorde van messen en vorken, van drinken en slikken
 
en van het getik van de klok
 
 
 
maar ik vervolgde: men heeft ontdekt dat er gedichten
 
bestaan die zo goed zijn gemaakt dat de woorden
 
veranderen in wat ze beschrijven
 
 
 
zodat het woord vlees vlees wordt, het woord brood
 
brood, het woord wijn wijn, ik noem maar
 
een paar voorbeelden
 
 
 
als poëzie de ruimte van het volledige leven
 
tot uitdrukking moet brengen, de echte werkelijkheid
 
dan kun je je voorstellen dat een gedicht
 
een heldere soep kan opleveren
 
een doorleefde wildschotel
 
een luchtig nagerecht
 
een mooie bordeaux
 
 
 
men begon mij te begrijpen en het werd zodoende
 
een vrolijke literaire maaltijd
 
 
 
we vroegen ons af welke poëzie we zaten te eten
 
en te drinken en we zochten naar gedichten
 
in ons hoofd die we een volgende keer
 
op tafel zouden willen zien
 
 
 
ik zal niet zeggen welke dat waren
 
iedereen kan ze bedenken
[pagina 91]
[p. 91]

Tomas Lieske
Men stijve

 
Leg een geliefde neer, het olielekkend lijf
 
ontdaan van alle kleding, dwars over de tafel.
 
Doop haar grondig met het kookvocht van je kussen,
 
strik haar met lussen, besprenkel de stelen.
 
 
 
Snij heel voorzichtig alle weerstand los en leg
 
die in een voorverwarmde schaal, lepel het schuim
 
als de eerste gloed over het vlees getrokken is,
 
verwijder de resten van het fatsoen, filter de sappen.
 
 
 
Gooi alle boterremmen los. Durf in de geliefde
 
wijn en olie rijkelijk te mengen. Strooi kruiden
 
als bij een bruiloftsfeest met alle wensen
 
van duizend kaarsen, sjerpen, altijd jonge vrouwen
 
 
 
met opspringende borsten. Schik dakpansgewijs
 
alle geblancheerde en weer opgestijfde lust
 
over haar buik, haar vleselijke trijp, haar dijen
 
en haar milt. Reserveer het mooiste achterstuk
 
 
 
voor wat later. Weeg zeer zorgvuldig de restanten
 
op je hand. Was in een kom. Gebruik voor het pikeren
 
vlak onder de huid of in de organen. Wacht niet te lang,
 
dan brokkelt de structuur. Wat vloeit, dat dreigt te schiften.
 
 
 
Wacht tot het vlees van binnen roze is. Men stijge
 
ten paradijze. Het aansnijden van wat u bij voorkeur
 
spreekt. Men vreze het eigen vlees. Men stijve. Vleugels
 
breed spreiden. Men strooie geen zout in wonden.

Erik Menkveld
De nieuwe vis

 
Al bij opserveren van het exemplaar
 
staken belendende tafels het graven
 
van verdere greppels in de kastanjepuree,
[pagina 92]
[p. 92]
 
het afplaggen van de verruigde salades
 
stagneert, wijnen talmen in geheven glazen:
 
de gebruikelijke gezelligheid uit zee
 
 
 
is deze vis niet. Een openbaring,
 
opgehaald uit wateren van aanvang
 
lijkt ze. Al ontbraken kop en staartvin,
 
 
 
ervaren vissers verbeten hun tranen
 
bij het zien van de borsten, de aanzet
 
tot ledematen. Hoeveel soorten moesten
 
 
 
vergaan voor deze ongeëvenaarde? Of
 
zijn eruit ontstaan? Maar het ogenblik
 
van nuttigen is daar. Ongewis moment:
 
 
 
de kok stond voor een culinair raadsel.
 
Hoe bereid je wat niet eerder bereid is
 
en ogenschijnlijk in zichzelf volmaakt?
 
 
 
Pocheren, braden, marineren? Overbodig,
 
een belediging. En daarna? Hou je het
 
simpel met zeewier en mootjes op toast
 
 
 
of vraagt dit om een complexe brandade
 
voor de meereisende maag? Rauw, ongesneden
 
werd het, met struisvogelei en slobeendrollade.
 
 
 
Zelfs het plonzend ijsklontenwater
 
onderbreekt zich nu op het uitstroompunt.
 
Daar steekt de uitverkoren eerste eter
 
 
 
de eerste hap in zijn mond. Hij kauwt
 
in stilte en ongekende overgave. Begint
 
dan ijselijke kreten te slaken. Uit afkeer
 
 
 
of extase? Minutenlang danst hij rond
 
en bedaart tot verbijsterd staren. Zelfs
 
na de soesjes kan hij er niet over praten.
[pagina 93]
[p. 93]

Hsia Yü
Die mooie verdorven dagen van weleer

 
god schiep de hemel en op de zevende dag hing traag en loom
 
en niet meer verliefd iedereen in het bos
 
rond het bestaan stroomde over na de regen
 
groeide op de paardenvijgen eekhoorntjesbrood
 
en iedereen ging afzonderlijk eekhoorntjesbrood zoeken
 
we namen het eekhoorntjesbrood mee terug
 
wasten het, lieten het weken
 
roosterden het op een vuurtje tot de sappen stroomden
 
bakten het in boter
 
met wat knoflook en peterselie
 
voegden zachtgesmolten kaas toe en
 
gerookte hamsnippers
 
 
 
die sfeer behoort tot de mooie verdorven dagen van weleer
 
een psychologische crisis
 
comfortabel als een oude sofa, buitenissigheden
 
bewaard in diverse soorten ziekelijke potten gedecoreerd met
 
een vergeeld bloemenrandje van fijngeweven kant
 
we openden een fles bordeaux uit '87 a capella
 
maar nadat ook die van samenzwering was beschuldigd
 
verloren we contact maar
 
het buitenissige deel
 
namen we als stilzwijgende overeenkomst mee

VERTALING: SYLVIA MARIJNISSEN

Marjoleine de Vos
Waartoe is de mens op aarde

 
Ik at een boterbloem met dooie kip
 
dat was geluk een beek van wijn
 
dronk ik erbij en ook nog knappersla
 
verlucht met zoute vis en stralend ei.
 
 
 
Is ongeluk dan vieze saus of sliertjesdeeg
 
waar plastic smeltend draad in trekt
 
andijviesnot en grijs gehakt, het lauwe bier
 
de zak vol meelpatat in smerig ossenvet?
[pagina 94]
[p. 94]
 
Hoe heilig is die rosse goudglans jou
 
van spattend visfrituur, garnaalkroket
 
het juiste uur voor camembert en peer
 
de geur van drank de klank van mossel in de pan?
 
 
 
Wou jij niet inkeer zijn, de wijn
 
bewaard voor mis en bloed wou jij niet
 
vasten, zelden zoet maar bitter in de mond
 
het hart gezond en steeds de geest getrouw?
 
 
 
Moet ik beseffen dus de duivel in de boerenkaas
 
verleidt de haas mijn heilige in haar woestijn
 
zou ik veel liever mysticus met kalme blik
 
een mager mens met niets tevreden kunnen zijn.
 
 
 
Oh lieve room oh trouwe soep oh dom geluk
 
van groot gebraad - ik ben onthecht
 
van elke wens bij witte wijn en ene mens
 
met mul aan zee, zo fijn gevuld, voorgoed getwee.

Jan Baeke
Waar men zoal ziet en proeft

1
 
Iemand kan de avond goed beschrijven
 
maar het eten zagen wij niet voor ons
 
hoezeer ik ook mijn best deed.
 
 
 
Soms hangt het licht nog even boven tafel
 
als het al uit is.
 
 
 
Een onderwerp dat ik graag had willen schilderen.
 
 
 
Zulke contouren
 
waarin woorden het van eten overnemen
 
en onze handen misgrijpen, de mijne
 
druk gesticulerend alsof ook dat met room en dille
 
eetbaar wordt.
[pagina 95]
[p. 95]
 
Een enkeling blijft zitten
 
om eens goed te lachen
 
of bitter te wenen
 
boven het alfabet.
 
 
 
Wat we moesten versnijden
 
begrijpen de disgenoten
 
is een andere oorlog die ons 's nachts bevangt
 
als we dit huis gemarineerd verlaten
 
half glimlach, half afwezigheid.
 
 
 
Ook de handen van de tot eten gedrevene
 
vergeten soms de vorm
 
die brood met bloedworst is
 
 
 
en de handen van degenen
 
die zich niet kunnen bedwingen.
2
 
In de lange winters van Horendonk past een oud gebruik:
 
om in het vuur een tweede kans te bedelen
 
om hutspot veilig ter tafel te brengen
 
wacht men op een onverwacht woord.
 
Een woord en alles voegt zich bij de rook
 
waarin ik naar de pan staar
 
en de wirwar van dwarrelende kranten, schemer, sneeuw
 
de andere kant van alles
 
kan worden teruggebracht tot een idee van uien, wortelen en spek
 
rondom op alle stralende gezichten.
 
Eten zou het heten, vlees en groente bedacht
 
om van te leven, om goed af te lopen.
 
 
 
Toch bracht de dag veel verbeteringen.
 
Het eten was verbrand maar de gasten
 
gaven mijn schaduw een hand en vertelden
 
hoe ze nooit iets in de steek gelaten -
 
Zo begonnen jij en ik aan het oponthoud, de details
 
nodig om een oud gebruik
 
in onze geschiedenis te maken
 
en nog stem te houden in dit bont en blauwe
 
doorgevraagde
[pagina 96]
[p. 96]
 
verbeten
 
van het kauwen verloste
 
avondmaal.
3
 
Jij was er niet, toen ik at.
 
Toen ik at was er licht in de lamp
 
waren er woorden op tv
 
trof een foto in de krant.
 
 
 
H. die jou niets zegt kwam mij
 
de dag nadien conclusies brengen
 
of waren het vragen?
 
 
 
Nog moest er in de koelkast en
 
tussen de gedroogde kruiden, in de potten
 
rijst en pasta, diep in de venkel of het lof
 
iets zijn van wat we aten, hoe we aten.
 
 
 
Ook later die dag bij het bier
 
en met H. in een slenterend betoog
 
een vleugje peper en vanille
 
jouw mond die een smaak zoekt
 
nog onvolledig, wat we elkaar zeiden
 
een schaduw, het negatief ervan
 
maar we konden het nergens ontdekken.

Alfred Schaffer
Hoe wij aan tafel gingen

 
Het kan hier behoorlijk tekeergaan, je moest liever niet te veel
 
beloven. Nooit eens een gelegenheid recepten uit te wisselen.
 
 
 
Maar stel nu dat het waar was: brood en wijn, garnalen vooraf,
 
chocolade-ijs toe. ‘Geef de zout eens door.’ Als een eredienst,
 
 
 
een maaltijd om mee te pronken, verfijnd in geuren en kleuren.
 
‘En zo sappig en mals!’ Servet op schoot, jij, ik, een toonbeeld
[pagina 97]
[p. 97]
 
van onschuld boven de dampende schalen. Denk jij wat ik denk.
 
‘Laat het niet koud worden hoor!’ Nog eens wat feiten op een rij?
 
 
 
Feiten en ingrediënten, in woord en gebaar. Zonder te smakken.
 
‘Ik lust je ráuw.’ Wijsheid achteraf kon ons maken of breken.

K. Michel
Droomde

 
droomde dat ik in een donker trappenhuis
 
de dode A sprak
 
die verzuchtte jongen je hebt geen idee
 
wat voor hemels genot
 
het eten van een gewone appel schenkt
 
een jona een cox ja
 
een gala een granny een james grieve
 
een elstar ach nee
 
er bestaat helemaal geen gewone appel


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Raster


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Joke van Leeuwen

  • Rutger Kopland

  • Tomas Lieske

  • Erik Menkveld

  • Marjoleine de Vos

  • Jan Baeke

  • Alfred Schaffer

  • K. Michel


vertalers

  • Silvia Marijnissen