Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refereynen ende liedekens (1563)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refereynen ende liedekens
Afbeelding van Refereynen ende liedekensToon afbeelding van titelpagina van Refereynen ende liedekens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

ebook (3.27 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refereynen ende liedekens

(1563)–Anoniem Refereynen ende liedekens–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Refereyn 66.

Elck suckt, raept, pluckt.

 
GOdt groet v Prince der Corenblommen reyn,
 
Met allen de Heeren van d'Bruessels pleyn,
 
Tsamen v Mans, oock vrouwen, en kinders,
 
Die van Rhetorica nu houdt den Hoofschen treyn,
 
Sonder te vergheten der Consten beminders:
 
Ghy die vander Uraghen Autheurs zijt en vinders,
 
Wilt my nu doch gheuen weynich Audientie:
 
Als een vanden minsten, die zijn onderwinders
 
Uan te antwoorden op uwe Inuentie,
 
Dus hoore elck toe, en leene Silentie:
 
Want ick sal hier terstont in cortte narreeren
 
Wat dat de Landen in Rusten can ghenęeren,
 
T'is Godt (die Liefd' is, nae Ioannes verclęeren)
 
Dies sal ic voor Antwoort, voorts breed' ontvouden,
 
Dat Liefde de Landen in Rusten can houden.
[Folio 148v]
[fol. 148v]
 
Deur Liefde soo compt den Urede ouer al,
 
En daer wt Ruste op Berch, Ualleye, en Dal:
 
Want sonder dese, en can gheen Ruste wesen,
 
Alsoo men claer mercken mach (hoort mijn gheschal)
 
Aen Leden eens lichaems, die veel zijn int ghetal,
 
En oock diuersch in haer wercken ghepresen:
 
Die nochtans in al Urede houden deur desen:
 
Dus waer de Gheest der Liefden daer niet inne,
 
Soo souden de Musclen, zenuwen en pesen
 
Wederspannich wercken: deur welcke Onminne
 
Int t'heel Lichaem sou rijsen (elck dit versinne)
 
Smertte, Pijne, en Onrust (my ghelooft)
 
Maer God gaf hun (deur Liefden) vanden beghinne,
 
In Rusten te leuen, eendrachtich onder t'Hooft,
 
Nae haers Herten lust goet, vrij onberooft,
 
Insghelijcx dan seghh'ick voor ionghe en ouden,
 
Dat Liefde de Landen in Rusten can houden.
 
 
 
Alsoot metten Lichaem is (wilt dit wel mercken)
 
Ist oock met Landen, steden, Cloosters, en kercken,
 
En Huysghesinnen // daermen leeft met Ureden,
 
In Rusten, eendrachtich: en dit al deur d'wercken
 
Der Liefden, diet al vast maeckt, en can verstercken:
 
Want men bevint noch ten daghe van heden,
 
Dat waer die ontslaept, daer ontspringen quaey seden,
 
Als valsche Religie, (het welck ick hate)
 
Onteeringhe der Ouders met crancken leden,
 
Dootslach, Ouerspel, Diefte, Eyghen bate,
 
En valsch Tuyghenisse (elck dit wel vate)
 
Oock quade begheerte, die dit al genereert:
 
Dus waer verdwijnt de voorseyde Charitate,
[Folio 149r]
[fol. 149r]
 
Daer verschijnt Onruste, die elcken turbeert,
 
(ghelijck als hier voren breeder is verclęert)
 
Dus seggh'ick (hoort toe, ten sal v niet rouden)
 
Dat Liefde de Landen in Rusten can houden.

§ Prince.

 
Die in deser Liefden volstandich blijuen,
 
Die blijuen in God (nae Ioannes beschrijuen)
 
En Godt in hun (als weerdich schat)
 
Waer wt noodich volght, dat in hun moet beclijuen,
 
Urede inder Sielen, en Rust inde Lijuen:
 
Oock alle Goet, dwelck in Godt is veruat,
 
Insghelijcx gheschiedet metten Lande en Stat,
 
Daer t'Uolck eendrachtich in Liefden is vergaert:
 
Waer deur elck sijnen Naesten (na sijn gauen) te bat
 
Mach dienen, als Leden eens Lichaems ghepaert
 
In alle Gherechticheyt, vrij onveruaert:
 
Want dese zijn als Pijlen by een ghebonden,
 
Die niemant breken can, hoe sterck oft vermaert:
 
Want sy zijn metten Bandt der Liefden omwonden.
 
Dus heb ick verclaert nu te deser stonden,
 
(Het welck de Gheleerde wel beter doen souden)
 
Hoe Liefde de Landen in Rusten can houden.

§ Liedeken op de wijse,
Ick erm Schaepken aen die groen heyde, Waer sal ick &c.

 
ERm Schaepkens van Christus Weyden,
 
Waer wildy nu doch henen ghaen,
 
Als de Landen, Uelden en heyden,
[Folio 149v]
[fol. 149v]
 
Ouer al in Onrusten staen?
 
Blijft, helpt ons nu ontvouden
 
Hoemen can met Waerheyt,
 
Tot s'Menschen Salicheyt,
 
De Landen in Rusten houden?
 
 
 
Godts Schaepherders int ghemeyne
 
Neemt v Schaepkens in v behoet,
 
Weydtse met Godts Woordt reyne,
 
Laet niet stortten d'onnoosel Bloet:
 
Oft schoon de woluen doen wouden,
 
Soo moechdy nae Godts Woort,
 
Cloeck helpen, soot behoort,
 
De Landen in Rusten houden.
 
 
 
Ouerheyt van Dorpen en Steden,
 
Diet t'Sweerdt der Iustitien draecht,
 
Beschermt doch Christus Leden,
 
Uan den ghenen diese plaecht:
 
T'wordt v van God vergouden,
 
En straft rechtveerdich t'Quaet,
 
Soo suldy metter daet,
 
De Landen in Rusten houden.
 
 
 
O Heeren, hooch van Rade,
 
En ghy ander Raetslieden smal,
 
Wilt altijt vroech en spade
 
T'volck trouwelijck raden in al:
 
Oock hoe sy voorspoedichst souden
 
Den Ouerheyden groot
 
Helpen, alst dede noot,
 
De Landen in Rusten houden.
[Folio 150r]
[fol. 150r]
 
Alle vrij constighe Gheesten,
 
Die den Prince nu Eere bewijst,
 
En commen zijt ter Feesten,
 
Int iugeren, de Waerheyt prijst.
 
Laet Liefde niet vercouden,
 
Maer deur Godts Woort ontsteckt,
 
En elckelijck verweckt
 
De Landen in Rusten te houden.
 
 
 
Ghy Lieden van alle Staten,
 
Die diuersschen handel drijft,
 
Zijt eendrachtich, tsal v baten,
 
Onderdanich der Ouerheyt blijft,
 
T'en sal v niet berouden:
 
Maer bouen al, Ureest Godt:
 
En leert wt sijn Ghebodt,
 
De Landen in Rusten houden.
 
 
 
Ghy Boeuen, en ghy Fielen,
 
En ghy Leechganghers vermomt,
 
Diemen siet grof vernielen,
 
Dwelck den Ermen alleen toecomt,
 
En in ander Boosheyt verouden,
 
Schudt wt v boose vel,
 
Oft vertreckt, soo salmen wel,
 
De Landen in Rusten houden.

§ Prince.

 
O Edel Princen der Landen,
 
En die daer van hebt bewint,
 
Godt gheue ons deur v Handen
 
Te houden goet Regemint:
[Folio 150v]
[fol. 150v]
 
Laet sulcx op Godts Woordt houden,
 
Soo machmen dies te bat
 
In elck Dorp, Uleck, en Stat,
 
De Landen in Rusten houden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken