Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Reynaert in tweevoud. Deel 2. Reynaerts historie (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Reynaert in tweevoud. Deel 2. Reynaerts historie
Afbeelding van Reynaert in tweevoud. Deel 2. Reynaerts historieToon afbeelding van titelpagina van Reynaert in tweevoud. Deel 2. Reynaerts historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.54 MB)

Scans (14.99 MB)

ebook (6.13 MB)

XML (1.01 MB)

tekstbestand






Editeur

Paul Wackers



Genre

poëzie

Subgenre

epos


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Reynaert in tweevoud. Deel 2. Reynaerts historie

(2002)–Anoniem Reinaerts historie (Reinaert II)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Derde indagingaant.

 
Doe ghinc Grymbart te Maperthuus
 
Ende vant Reynaert in sijn huus,
[pagina 76]
[p. 76]
 
Ende sijn wijff vrou Ermelijn
1380[regelnummer]
Die sat al bi hair wiegelijn
 
En lach in die doncker hagedochte.Ga naar voetnoot1381
 
Teerst dat hy spreken mochte,
 
Gruete hi sijn oom ende sijn moyen:Ga naar voetnoot1383
 
‘Laet u niet vernoyen’,Ga naar voetnoot1384
1385[regelnummer]
Sprac hi, ‘vanden geruft dair gi in zijt.Ga naar voetnoot1385
 
Mer docht u goet, so waert wel tijt,
 
Dat gi te hove myt my woud comen.
 
Te vertrecken en mach u niet vromen.Ga naar voetnoot1388
 
Dair is so veel over u geclaecht.
1390[regelnummer]
Hier om sy di voor den coninck gedaecht.
 
Ende verbeiden wi mergen dien dach,Ga naar voetnoot1391
 
So seg ic dat u niet en machGa naar voetnoot1392-
 
Geen aventuer meer gescien.
 
Ghi selt in drien dagen sien
1395[regelnummer]
Al om end om beleit u huus,Ga naar voetnoot1395
 
Ende voort casteel van MapertuusGa naar voetnoot1396
 
Een galge gerecht ende een rat.Ga naar voetnoot1397
 
Voorwair seg ic u dat:
 
Beide u kijnders ende u wijffGa naar voetnoot1399
1400[regelnummer]
Sel die coninc doen nemen tlijff,
 
Ende selve en moechdi niet ontgaen.Ga naar voetnoot1401
 
Dair om ist nu best gedaen,
 
Dat gi te hove myt my gaet.
 
Ghi cond doch so mennich quaetGa naar voetnoot1404
[pagina 77]
[p. 77]
1405[regelnummer]
Dat u licht wel baten mach.Ga naar voetnoot1405
 
Het is dick op enen dachGa naar voetnoot1406
 
So veel aventueren gevallenGa naar voetnoot1407-
 
Dan off gi quijt ghinct voor hem allen
 
Ende si alleen in die scande bleven.
1410[regelnummer]
Ghi hebt doch dit meer bedreven.’Ga naar voetnoot1410
 
Reynaert sprac: ‘Gi segt waer.aant.
 
Tis best dat ic myt u ga daer,
 
Want dair is gebrec van mynen rade.Ga naar voetnoot1413
 
Die coninc sel my doch doen genade,
1415[regelnummer]
Can ic hem onder die ogen zienGa naar voetnoot1415
 
Ende ic mijnre talen mach plien,Ga naar voetnoot1416
 
Al had ic noch meer mysdaen,
 
Want thoff en mach buten my niet staen.Ga naar voetnoot1418
 
Dat bedect die coninc wel.Ga naar voetnoot1419
1420[regelnummer]
Al sijn my nu die zommich fel,Ga naar voetnoot1420
 
Dat en gaet hem niet ter herten in,Ga naar voetnoot1421
 
Want sy en weten raet noch syn.Ga naar voetnoot1422
 
Al die raet sluut meest in my.Ga naar voetnoot1423
 
In wat hove oec dattet sy,
1425[regelnummer]
Dair coningen ofte heren versamen,Ga naar voetnoot1425
 
Dair men subtijl raet sel ramen,Ga naar voetnoot1426
 
Dair moet Reynaert die vonde vijnden.Ga naar voetnoot1427
 
Al sijn dair ander dies hem bewijnden,Ga naar voetnoot1428
[pagina 78]
[p. 78]
 
Dat mijn ist best ende tgaet voren.Ga naar voetnoot1429
1430[regelnummer]
Nochtant heeft er veel gesworen
 
Mijn quaetste te doen, die nu dair sijn.Ga naar voetnoot1431
 
Dit maect bedruct dat herte mijn,
 
Want dair veel sijn gemeen,Ga naar voetnoot1433
 
Die mogen meer dan ic alleen.Ga naar voetnoot1434
1435[regelnummer]
Dit, heb ic anxt, sel my dair deren.
 
Nochtant is beter dat ic dair mitter eren
 
Te hove myt u trecke, neve,
 
Ende reden voor my selven geve,Ga naar voetnoot1438
 
Dan dat ic wijff ende kijnder liet
1440[regelnummer]
In anxt, in sorgen ende in verdriet
 
Dat al verloren soude wesen.
 
Ic genese so ics mach genesen.Ga naar voetnoot1442
 
Wanneer gi wilt, so porren wy.Ga naar voetnoot1443
 
Die coninc is te machtich my.
1445[regelnummer]
Wanneert wesen soude,Ga naar voetnoot1445
 
So most ic doen al dat hi woude.
 
Ende want ic dan niet bet en mach,Ga naar voetnoot1447
 
So en is niet beter dan verdrach.’Ga naar voetnoot1448
 
Reynaert sprac: ‘Vrou Ermelijn,aant.
1450[regelnummer]
Ic beveel u die kijnde mijn,Ga naar voetnoot1450
 
Dat gise wel bewaret nu.Ga naar voetnoot1451
 
Ende boven al so beveel ic u
 
Mynen joncsten soen Reynaerdijn.
 
Hem staen so wel sijn granekijnGa naar voetnoot1454
1455[regelnummer]
Om synen mulekijn over al.Ga naar voetnoot1455
[pagina 79]
[p. 79]
 
Ic hoop hi my wel sclachten sal.Ga naar voetnoot1456
 
Ende hier is Roseel, een schoon dieff.
 
Desen heb ic wel also lieff
 
Als yement sijn kijnder doet.Ga naar voetnoot1459
1460[regelnummer]
Doe dy mynen kijnderen goet
 
Ende gans my God dat ic ontga,Ga naar voetnoot1461
 
So selt my gangen also naGa naar voetnoot1462
 
Dat ict u weder sel lonen.’
 
Mit sueten woorden ende sconen
1465[regelnummer]
Nam Reynaert aldus oorloffGa naar voetnoot1465
 
Ende ruumde sijns selfs hoff.Ga naar voetnoot1466
 
Seer droef bleef Ermelijn
 
Mit haren cleynen kijnderlijn
 
Om dat hi sceide van Mapertuus
1470[regelnummer]
Ende liet sijns selfs casteel ende huus
 
Also onberaden staen.Ga naar voetnoot1471
 
Ende als sy een stuck waren gegaen,
 
Reynaert ende Grymbart onder hem beiden,
 
Sprac Reynaert aldus ende seyde:
1475[regelnummer]
‘Hoort na my, lieve neve,aant.
 
Van anxte sorch ic ende beve,Ga naar voetnoot1476
 
Want ic in vrese ga vander doot,
 
Ende mijn berouwenisse is so groot
 
Van sonden die ic heb mysdaen.
1480[regelnummer]
Lieve neve, ic wil nu gaen
 
Te biechte hier tot u;
 
Hier en is geen ander paep nu.
 
Byn ic gebiecht van mynen mysdaen -Ga naar voetnoot1483
 
Misselic hoet myt my wil gaen -Ga naar voetnoot1484
[pagina 80]
[p. 80]
1485[regelnummer]
Mijn ziel sel te claerre wesen.’Ga naar voetnoot1485
 
Grymbart andwoorde na desen:
 
‘Oom, wil di te biechte gaen,
 
So moet gi verloven saenGa naar voetnoot1488
 
Alre dieverie ende rooff,
1490[regelnummer]
Ende des so sel di hebben groot looff.’Ga naar voetnoot1490
 
‘Dat weet ic wel’, sprac Reynaert.
 
‘Nu hoort na my, neve Grymbaert.
 
Confiteor tibi pater mater,Ga naar voetnoot1493aant.
 
Dat ic den otter ende den cater
1495[regelnummer]
Ende alle dieren heb mysdaen.
 
Des wilic gern in boete gaen.’Ga naar voetnoot1496
 
Grymbaert sprac: ‘Wat segdi?
 
Wildi biechten, dat segget my
 
In duutsche, so mach ict verstaen.’
1500[regelnummer]
Reynaert sprac: ‘Ic heb misdaenaant.
 
Tegen allen dieren die nu leven.
 
Bidt hem dat sijt my vergeven.Ga naar voetnoot1502
 
Ende want ic mynen oom BruunGa naar voetnoot1503
 
Al bloedich maecte syne cruun,
1505[regelnummer]
Ende Tybart leerdic muse vaen
 
Dair icken seer dede slaen,Ga naar voetnoot1506
 
Want icken int strick lopen dede.
 
Oeck heb ic sere misdaen mede
 
Cantecleer ende sijn kijndere.
1510[regelnummer]
Waren sy meerre ofte mynre,Ga naar voetnoot1510
 
Ummer maecte icse hem loss.Ga naar voetnoot1511
 
Mit recht claecht hi over die voss.
[pagina 81]
[p. 81]
 
Die coninc en is my niet ontgaen.
 
Ic heb hem dicke scand gedaen
1515[regelnummer]
Ende synen wyve, der coningynnen,
 
Dat sy spaede sel verwynnen.Ga naar voetnoot1516
 
Sy sijn gescandaliseert bi my.
 
Noch heb ic, dat seg ic dy,
 
Isegrym meer bedrogen
1520[regelnummer]
Dan ic soude seggen mogen.
 
Dat icken oom hiet, dat was verraet,Ga naar voetnoot1521aant.
 
Isegrym die my niet en bestaet.Ga naar voetnoot1522
 
Ic maecten monick ter Elmaren,Ga naar voetnoot1523
 
Dair wi beide begeven waren.Ga naar voetnoot1524
1525[regelnummer]
Dat hem seer quam te pynen.
 
Ic dede hem aen die cloc lynenGa naar voetnoot1526
 
Bijnden beide syne voeten.Ga naar voetnoot1527
 
Dat docht hem wesen seer soete,
 
Dat hijt ummer woude leren,Ga naar voetnoot1529
1530[regelnummer]
Mer dat was luttel tsijnre eren,
 
Want hi lude so uuttermatenGa naar voetnoot1531
 
Dat alle die lude bider stratenGa naar voetnoot1532
 
Diet hoorden, worden dair off in vaerGa naar voetnoot1533
 
Ende waenden dat die duvel waer.Ga naar voetnoot1534
1535[regelnummer]
Sy liepen dair sijt luden hoorden
 
Ende eer hy conde in corten woorden
 
Geseggen: “Ic wil my begeven”,Ga naar voetnoot1537
 
Was hem wel na genomen tleven.Ga naar voetnoot1538
[pagina 82]
[p. 82]
 
Ic dede hem off bernen thaerGa naar voetnoot1539
1540[regelnummer]
So na der vel, dattet wel naerGa naar voetnoot1540-
 
Die swaerde aenden live cramp.
 
Synt leyd ic hem, dat was sijn ramp,Ga naar voetnoot1542
 
Visschen vangen op enen dach
 
Dair hi ontfenck mennigen slach.
1545[regelnummer]
Oec leid icken tes papen van Vyanoys.Ga naar voetnoot1545aant.
 
In al dat lant van VermedoysGa naar voetnoot1546
 
En woonde geen pape riker.
 
Dese paep had enen spikerGa naar voetnoot1548
 
Dair mennich goet baec in lach,Ga naar voetnoot1549
1550[regelnummer]
Dair ic my dicke op te saden plach.Ga naar voetnoot1550
 
Aenden kelre had ic een gatGa naar voetnoot1551
 
Selve gemaect, ende in dat
 
Dede ic Ysegrim gaen crupen,
 
Dair hi runtvleisch vant in cupenGa naar voetnoot1554
1555[regelnummer]
Ende vetter vercken also veel.
 
Die liet hi gaen al door sijn keel,
 
So groten hoop boven den mate,
 
Dat hi uutten selven gate
 
Niet uut en mocht dair hi in quam,
1560[regelnummer]
Dat hem sijn groten buuck benam.Ga naar voetnoot1560
 
Doe most hi clagen sulck gewyn,
 
Want dair hi hongerich quam yn
 
En mocht hi sat niet comen uut.Ga naar voetnoot1563
 
Ic ghinc ende maecte groot geluutGa naar voetnoot1564
[pagina 83]
[p. 83]
1565[regelnummer]
In dat dorp ende groot geruchte.Ga naar voetnoot1565
 
Nu hoort, hoe ict dair toe brochte.Ga naar voetnoot1566
 
Ic liep dair die paep sat
 
Over die tafel ende at.Ga naar voetnoot1568
 
Ende voor hem stont een scoon cappoen.Ga naar voetnoot1569
1570[regelnummer]
Dat was een dat beste hoenGa naar voetnoot1570
 
Dat men wist in enich lant.
 
Dat hoen ic ter vaert prantGa naar voetnoot1572
 
Ende liep heen al dat ic mochte.
 
Doe maecte die paep groot geruchte
1575[regelnummer]
Ende riep lude: “Vanck ende slach.Ga naar voetnoot1575
 
Ic waen nye man sulc wonder sach,Ga naar voetnoot1576
 
Dat my een vos roofft van mijn cappoen
 
In mijn huus. Waer zach ye man so koenGa naar voetnoot1578
 
Dieff, ende ic zach selve oec toe.”Ga naar voetnoot1579
1580[regelnummer]
Sijn tafelmes greep hi doe
 
Ende werp na my, mer ic ontvoer.Ga naar voetnoot1581
 
Dat mess bleeff steken in die vloer.
 
Hi stiet die tafel dat sy vlooch,Ga naar voetnoot1583
 
Ende volchde my myt stemmen hoochGa naar voetnoot1584
1585[regelnummer]
Roepende: “Slach ende va!”Ga naar voetnoot1585
 
Ic liep voor ende hi my na
 
Ende myt hem luden een groot getal
 
Die mijn quaetste meenden al.Ga naar voetnoot1588
 
So lange liep ic, dat ic quam
1590[regelnummer]
Dair ic Ysegrim vernam.Ga naar voetnoot1590
[pagina 84]
[p. 84]
 
Dat hoen liet ic vallen dair,
 
Want het was my alte swair.
 
Des most ics mijns ondanx latenGa naar voetnoot1593
 
Ende ic liep henen mijnre stratenGa naar voetnoot1594
1595[regelnummer]
Doort gat dair ic wesen woude.Ga naar voetnoot1595
 
Ende doe hi thoen op boren soude,Ga naar voetnoot1596
 
Heeften die paep gerynck vernomen.Ga naar voetnoot1597
 
Tot allen die myt hem waren comen
 
Riep hi: “Lieve vrienden, slaet!
1600[regelnummer]
Hier is die wolff, een dieff quaet.
 
Siet dat hi u niet ontgaet.”
 
Doe scoten sy hem alle na,Ga naar voetnoot1602
 
Sulc myt stocken, sulc myt staven.
 
Mennigen slach dat sy hem gaven
1605[regelnummer]
Ende maecten so groot geluut
 
Dat alle die gebuer quamen uut,Ga naar voetnoot1606
 
Ende maecten cont over al geheel.Ga naar voetnoot1607
 
Dair most hi van mennigen steen
 
Den worp ontfaen ende mennigen slach,
1610[regelnummer]
So dat hi neder viel ende lach
 
In onmacht ende overdoot.Ga naar voetnoot1611
 
Daer wasser mennich die aen hem scootGa naar voetnoot1612
 
Ende sleepten myt groten geruchteGa naar voetnoot1613
 
Over steen ende over struuck
1615[regelnummer]
Buten den dorp in een graft.Ga naar voetnoot1615
 
Dair lach hi alle die nacht
 
In onmacht ende overdoot
[pagina 85]
[p. 85]
 
Ende ic en weet hoe hi ontvoer.Ga naar voetnoot1618
 
Synt verwerff ic dat hy my swoerGa naar voetnoot1619
1620[regelnummer]
Sijn hulp te doen een jaer omtrent,Ga naar voetnoot1620
 
Mer dat was op een conventGa naar voetnoot1621
 
Dat icken hoenre soud maken sat.Ga naar voetnoot1622
 
Doe leyd icken teenre stat,
 
Dair ic hem dede verstaen
1625[regelnummer]
Dat seven hennen ende enen haen
 
Op die haenbalc zaten
 
Die vet waren uutermaten,
 
Ende dair stont een valduer by.Ga naar voetnoot1628
 
Op dat huus so clommen wy,
1630[regelnummer]
Isegrym end ic, dair boven.
 
Ic seide hem, woude hi my geloven,
 
Dat hi croop al in die duer.Ga naar voetnoot1632
 
Al dair so soud hi vinden vuerGa naar voetnoot1633
 
Van vetten hoenre sijn gevoech.Ga naar voetnoot1634
1635[regelnummer]
Ter dueren ghinc hi ende loech.Ga naar voetnoot1635
 
Een deel croop hi in myt vaerGa naar voetnoot1636
 
Ende ghinc tasten haer en daer.Ga naar voetnoot1637
 
Doe sprac hi: “Reynaert, wi sijn vermeltGa naar voetnoot1638
 
Off het is boert dat gi my telt,Ga naar voetnoot1639
1640[regelnummer]
Want wat ic zueck, ic en vijnd niet.”Ga naar voetnoot1640
 
Ic sprac: “Oom, wats gesciet?Ga naar voetnoot1641
 
Cruupt een luttel bet in.Ga naar voetnoot1642
 
Men moet wel pinen om gewyn.Ga naar voetnoot1643
[pagina 86]
[p. 86]
 
Ic hebse wech die dair saten voren.”Ga naar voetnoot1644
1645[regelnummer]
Dus liet hem Ysegrim verdoren,Ga naar voetnoot1645
 
Dat hi die hoenre te veer in sochte.
 
Ic zach dat ic hem honen mochte
 
En stieten, dat hi over voerGa naar voetnoot1648
 
En quam gevallen op die vloer;
1650[regelnummer]
Want die haenbalc was zeer smal,
 
So dat hi viel enen groten val,
 
Dat si ontsprongen, al die dair sliepen.Ga naar voetnoot1652
 
Die zommich totten vierwart liepenGa naar voetnoot1653
 
Om te weten wat duer dat gat
1655[regelnummer]
Gevallen wair, si en wisten wat.
 
Si stonden ende onstaken lucht.Ga naar voetnoot1656
 
Een ygelic die was beduchtGa naar voetnoot1657
 
Doe sy en sagen. Doe wart hi oeckGa naar voetnoot1658
 
Geslegen, gewont, al totter doot.
1660[regelnummer]
Ic hebben gebrocht in menniger noot,
 
Meer dan ic kan genoemen.
 
Ic souder noch wel door comen,Ga naar voetnoot1662
 
Waert dat ic dair wat om dochte,Ga naar voetnoot1663
 
Veel meer dan icker voort brochte.Ga naar voetnoot1664
1665[regelnummer]
Ic selse u efter wel ontbijnden.Ga naar voetnoot1665
 
Ende oec heb ic myt vrou Eerswijnden,
 
Syne wive, dat bedreven,Ga naar voetnoot1667
 
Ic woudet achter wair gebleven -Ga naar voetnoot1668
[pagina 87]
[p. 87]
 
Het is my leet, mer tiss gedaen -
1670[regelnummer]
Want si dair scande off had ontfaen
 
So veel, dats my seer verdriet.’
 
‘Oom, dit en versta ic nyet:
 
“Ic heb mysdaen myt synen wive.”
 
Ghi biecht recht of gi een scyveGa naar voetnoot1674-
1675[regelnummer]
In die hant hielt after meed aen te gaen.
 
Het is al buten mijn verstaen.Ga naar voetnoot1676
 
Ic en weet waer gi die tale keert.’Ga naar voetnoot1677
 
‘Kyr, lieve neve, her Grymbeert,Ga naar voetnoot1678
 
Wair dat niet scande groot,
1680[regelnummer]
Dat ic die reden seide al bloot?Ga naar voetnoot1680
 
Ic heb geslapen bi mijnre moeyen.
 
Ic bin u oom, u souds vernoeyen,Ga naar voetnoot1682
 
Spraeckic van vrouwen dorperheit.Ga naar voetnoot1683
 
Neve, ic heb u nu geseit
1685[regelnummer]
Al dat ic kan gedencken nu.
 
Absolveert my nu, dat ic bidic u,Ga naar voetnoot1686
 
Ende set my dat u duncket goet.’Ga naar voetnoot1687
 
Grymbert was listich ende vroetGa naar voetnoot1688aant.
 
Ende brac een rijs van eenre hageGa naar voetnoot1689
1690[regelnummer]
Ende sprac: ‘Oom, nu slaet drie slage
 
Op u huut myt deser gheerde.Ga naar voetnoot1691
 
Dair na legt se neder op die eerde
 
Ende sprinct dair driewarff over aen eenGa naar voetnoot1693
[pagina 88]
[p. 88]
 
Sonder snevelen off bugen been.Ga naar voetnoot1694
1695[regelnummer]
Dan kuste se vriendelic, sonder nijt,
 
In teiken dat gi gehoorsam zijt.
 
Dese penitencie ic u set.Ga naar voetnoot1697
 
Hier mede sidi van alre smet
 
Quijt ende van allen sonden
1700[regelnummer]
Die gi ye gedeed voor dese stonde,Ga naar voetnoot1700
 
Want ic vergeefse u altemael.’
 
Reynaert was blide van deser tael
 
Ende dede dat hem sijn neve riet.Ga naar voetnoot1703
 
Doe sprac Grymbert: ‘Oom, nu siet
1705[regelnummer]
Dat gi voort aen doet goede werken.
 
Leest u salmen ende gaet te kerken.Ga naar voetnoot1706
 
Vast ende viert die heilige dagen
 
Ende wijst die wegen die u vragen.Ga naar voetnoot1708
 
Aelmissen sel di gevenGa naar voetnoot1709
1710[regelnummer]
Ende versweren u bose leven,Ga naar voetnoot1710
 
Roven, stelen ende verraden,
 
So suldi comen tot genaden.’
 
Dit geloofde hem al Reynaert.Ga naar voetnoot1713
 
Doe gingen si te hove waert.
1715[regelnummer]
Besiden den wech dair sy ronnenGa naar voetnoot1715Ga naar voetnoot1715aant.
 
Stont een clooster van swarten nonnen,Ga naar voetnoot1716
 
Dair mennich ganss ende hoen
 
Ende mennige hen ende cappoen
 
Dair plagen te wesen bynnen mueren.
[pagina 89]
[p. 89]
1720[regelnummer]
Dit wiste die felle creature.Ga naar voetnoot1720
 
Reynaert sprac totten dass:
 
‘Hier besiden over dit passGa naar voetnoot1722
 
Dair leit onse rechte straet.’
 
Ende myt dusdanigen beraetGa naar voetnoot1724
1725[regelnummer]
Leide hi hem neven der mueren,Ga naar voetnoot1725
 
Dair die hoenre bider schueren
 
Ghingen weiden haer ende daer.Ga naar voetnoot1727
 
Der hoenre wart Reynaert gewaer.
 
Sijn ogen begonden al om te gaen.
1730[regelnummer]
Buten hem allen ginck een haen
 
Die vet was, groot ende jonck.
 
Dair na gaff Reynaert enen spronck
 
So dat hem die plumen stoven.
 
Grymbert sprac: ‘Gi dunct my doven.Ga naar voetnoot1734
1735[regelnummer]
Onsalich oom, wat wildi doen?Ga naar voetnoot1735
 
Wildi weder om een hoen
 
In alle die grote sonden slaen,Ga naar voetnoot1737
 
Dair gi u biecht off hebt gedaen?
 
Dat mach u zeer wel rouwen.’
1740[regelnummer]
Reynaert sprac: ‘In rechter trouwen,
 
Ic hads vergeten, wel lieve neve.
 
Bidt God dat hijt my vergeve.
 
Ic en doet voort nemmermeer.’Ga naar voetnoot1743
 
Doe deden sy weder enen keerGa naar voetnoot1744
1745[regelnummer]
Over ene smale brugge.
 
Hoe dicke sach Reynaert over ruggeGa naar voetnoot1746
 
Weder dair die hoenre gingen.Ga naar voetnoot1747
 
Hy en conde hem selven niet bedwingen.
[pagina 90]
[p. 90]
 
Hy en most sijn oude sede plegen:Ga naar voetnoot1749
1750[regelnummer]
Al had men hem thooft off geslegen,aant.
 
Het had ten hoenre wart gevlogenGa naar voetnoot1751
 
Also verre alst had gemogen.Ga naar voetnoot1752
 
Grymbaert zach wel dat gelaetGa naar voetnoot1753
 
Ende hi sprac: ‘Vuyl, onreyne vraet,Ga naar voetnoot1754
1755[regelnummer]
Hoe laet gi u ogen ommegaen.’
 
Reynaert sprac: ‘Neve, tis mysdaen
 
Dat gi myt uwen overlopende woordGa naar voetnoot1757
 
My uut mynen gebede dus stoort.Ga naar voetnoot1758
 
Laet my lesen een pater noster te troosterGa naar voetnoot1759
1760[regelnummer]
Voor der hoenre zielen vanden clooster
 
Ende gansen ter genaden
 
Die ic dicke heb verraden,
 
Doe icse desen nonnen
 
Mit mijnre listen off heb gewonnen.’
1765[regelnummer]
Grymbert balch hem, mer ReynaertGa naar voetnoot1765
 
Had altijt thooft ten hoenre waert
 
Tent sy quamen ter rechter stratenGa naar voetnoot1767
 
Die sy te voren hadden gelaten.Ga naar voetnoot1768
 
Dair keerden sy ten hove waert.
1770[regelnummer]
Och hoe zeer beefde Reynaert,
 
Doe hi ten hove began te naken,Ga naar voetnoot1771
 
Dair hi zeer in waende mysraken.Ga naar voetnoot1772

voetnoot1381
hagedochte: hol, spelonk
voetnoot1383
moyen: tante
voetnoot1384
vernoyen: verontrusten
voetnoot1385
sprak hij, over de slechte opinie die men over u heeft
voetnoot1388
vertrecken: uitstellen, talmen; vromen: baten
voetnoot1391
verbeiden: verzuimen (te komen)
voetnoot1392-
dan zeg ik dat u geen toekomst meer hebt
voetnoot1395
uw huis volledig omsingeld
voetnoot1396
voort: voor het
voetnoot1397
gerecht: opgericht; rat: martelinstrument, vgl. 554
voetnoot1399
Beide: zowel
voetnoot1401
moechdi: kunt u (ook)
voetnoot1404
cond: kunt, bent in staat tot
voetnoot1405
licht: waarschijnlijk
voetnoot1406
dick: dikwijls
voetnoot1407-
zo veel gebeurd, dat u ontsnapte aan hen allen
voetnoot1410
u hebt toch vaker met dit bijltje gehakt
voetnoot1413
dair: nl. aan het hof; gebrec van: behoefte aan; rade: raad, advies
voetnoot1415
onder: hier: recht in
voetnoot1416
talen: woordkunst, spreekvermogen; plien: plegen, benutten
voetnoot1418
mach... staen: kan niet buiten mij
voetnoot1419
bedect: beseft
voetnoot1420
fel: slecht gezind, vijandig
voetnoot1421
zo denkt hij er niet over
voetnoot1422
syn: plan, advies
voetnoot1423
sluut: berust, ligt
voetnoot1425
Dair: waar; versamen: samenkomen
voetnoot1426
ramen: bedenken
voetnoot1427
vonde: vondsten, slimmigheden
voetnoot1428
dies hem bewijnden: die het proberen
voetnoot1429
tgaet voren: die domineert, wint
voetnoot1431
dair: nl. aan het hof
voetnoot1433
gemeen: gemeenschappelijk, samen
voetnoot1434
mogen: kunnen
voetnoot1438
reden... geve: verantwoording afleg
voetnoot1442
ik red me zo goed en zo kwaad als het kan
voetnoot1443
porren: op weg gaan
voetnoot1445
als het erop aan kwam
voetnoot1447
want: als; niet bet en mach: niets beters kan doen
voetnoot1448
verdrach: het ondergaan
voetnoot1450
bevele u: beveel in uw zorg aan
voetnoot1451
bewaret: verzorgt, behoedt
voetnoot1454
granekijn: snorhaartjes
voetnoot1455
mulekijn: muiltje
voetnoot1456
sclachten: lijken op
voetnoot1459
yement: hier: wie dan ook
voetnoot1461
gans: gunt; ontga: ontkom
voetnoot1462
dan zal ik mijn uiterste best doen
voetnoot1465
oorloff: afscheid
voetnoot1466
ruumde: verliet
voetnoot1471
onberaden: onbeschermd
voetnoot1476
sorch: ben bezorgd
voetnoot1483
mysdaen: misdaden
voetnoot1484
hoe het ook met mij zal gaan
voetnoot1485
te claere: des te zuiverder
voetnoot1488
verloven: afzweren; saen: vlug
voetnoot1490
des: om die reden
voetnoot1493
(potjeslatijn): ik beken u, vader, moeder
voetnoot1496
in boete gaen: boete doen
voetnoot1502
hem: hen
voetnoot1503
Ende want: vooral omdat
voetnoot1506
icken: ik hem; slaen: slaan, mishandelen
voetnoot1510
of ze nu met meer of met minder waren
voetnoot1511
altijd pakte ik ze hem af
voetnoot1516
spaede: pas na lange tijd; verwynnen: overheen komen
voetnoot1521
hiet: noemde
voetnoot1522
I. die geen verwant van me is
voetnoot1523
maecten: maakte hem; ter Elmaren: in het klooster Elmare
voetnoot1524
begeven: ingetreden
voetnoot1526
cloc lynen: klokkentouwen
voetnoot1527
bijnden: binden
voetnoot1529
Dat: omdat; ummer: absoluut
voetnoot1531
lude: luidde; uuttermaten: buitensporig
voetnoot1532
bider straten: op straat (dus buiten de kerk)
voetnoot1533
worden... vaer: daar bang van werden
voetnoot1534
waenden; dachten; dat (< dat et): dat het
voetnoot1537
my begeven: intreden in het klooster
voetnoot1538
wel na: bijna
voetnoot1539
off bernen: afbranden
voetnoot1540-
zo dicht op de huid, dat zijn vel tot strak om zijn lijf samenkromp
voetnoot1542
Daarna bracht ik hem ertoe, tot zijn ellende
voetnoot1545
tes (< te des): naar de; Vyanoys: plaatsnaam
voetnoot1546
Vermedoys: Vermandois in Noord-Frankrijk
voetnoot1548
spiker: voorraadschuur
voetnoot1549
baec: zij spek
voetnoot1550
op te saden plach: mee verzadigde
voetnoot1551
kelre: kelder (van de schuur)
voetnoot1554
in cupen: in kuipen (nl. gepekeld)
voetnoot1560
Dat: omdat; hem (...) benam: hem dat onmogelijk maakte
voetnoot1563
sat: verzadigd, volgevreten
voetnoot1564
maecte: veroorzaakte; geluut: (hulp)geroep
voetnoot1565
geruchte: alarm
voetnoot1566
hoe... brochte: hoe ik dat voor elkaar bracht
voetnoot1568
Over: aan
voetnoot1569
cappoen: gecastreerde (dus extra vette) haan
voetnoot1570
een dat: een van de
voetnoot1572
ter vaert: snel; prant: greep
voetnoot1575
slach: sla dood
voetnoot1576
waen: denk; nye man: nooit iemand
voetnoot1578
ye man: ooit iemand
voetnoot1579
ende... toe: en nog wel onder mijn eigen ogen
voetnoot1581
ontvoer: ontsnapte
voetnoot1583
stiet: stootte tegen; vlooch: omviel
voetnoot1584
myt stemmen hooch: luidkeels
voetnoot1585
va: vang
voetnoot1588
die het slechtste met mij voor hadden
voetnoot1590
vernam: zag, bemerkte
voetnoot1593
daarom moest ik het tegen mijn zin achterlaten
voetnoot1594
mijnre straten: mijns weegs
voetnoot1595
dair: waar
voetnoot1596
boren: tillen, rapen
voetnoot1597
Heeften: heeft hem (Y.); gerynck: snel
voetnoot1602
toen wierpen zij zich allemaal op hem
voetnoot1606
gebuer: buren
voetnoot1607
cont: bekend
voetnoot1611
overdoot: schijndood
voetnoot1612
aen hem scoot: op hem toesnelde
voetnoot1613
sleepten: sleepte hem
voetnoot1615
graft: greppel
voetnoot1618
ontvoer: ontkwam
voetnoot1619
Synt: daarna; verwerff: kreeg gedaan
voetnoot1620
een jaer omtrent: een vol jaar
voetnoot1621
convent: voorwaarde
voetnoot1622
hoenre: kippen
voetnoot1628
en daar was een luik (klep) vlak bij
voetnoot1632
croop: zou kruipen
voetnoot1633
vuer: voor zich
voetnoot1634
sijn gevoech: naar wens, voldoende
voetnoot1635
ende loech: lachend
voetnoot1636
vaer: vrees
voetnoot1637
haer en daer: hier en daar, om zich heen
voetnoot1638
vermelt: foutief ingelicht
voetnoot1639
boert: leugen; telt: vertelt
voetnoot1640
want wat ik ook zoek, ik vind niks
voetnoot1641
wats gesciet: wat is er aan de hand
voetnoot1642
kruip een beetje verder naar binnen
voetnoot1643
pinen: zich inspannen; gewyn: winst
voetnoot1644
ik heb (de kippen) die vooraan (nl. dicht bij de klep) zaten, al weggehaald
voetnoot1645
hem (...) verdoren: zich voor de gek houden
voetnoot1648
en duwde hem, zodat hij voorover viel
voetnoot1652
Dat: zodat; ontsprongen: wakker schrokken
voetnoot1653
sommigen liepen naar het vuur toe
voetnoot1656
onstaken lucht: maakten licht, staken fakkels aan
voetnoot1657
iedereen was bevreesd
voetnoot1658
en: hem
voetnoot1662
door comen: meer aan toe (kunnen) voegen
voetnoot1663
Waert dat: indien
voetnoot1664
voort brochte: al vertelde
voetnoot1665
ik zal het u later nog wel eens vertellen
voetnoot1667
dat: datgene
voetnoot1668
ik wilde dat het niet gebeurd was
voetnoot1674-
of... gaen: lett.: of u een schijf in de hand houdt om er achteraan te gaan (vgl. knikkeren); fig.: alsof u iets achterhoudt
voetnoot1676
verstaen: begrip
voetnoot1677
waer... keert: waar u het over heeft
voetnoot1678
Kyr: (uitroep) o Heer (van “Kyrie”)
voetnoot1680
dat ik onverbloemd sprak
voetnoot1682
u souds vernoeyen: het zou u moeten ergeren
voetnoot1683
van vrouwen dorperheit: dubbelzinnig: zowel “over de grofheid van vrouwen” als “grof over vrouwen”
voetnoot1686
Absolveert my: geef mij de absolutie (= vergiffenis)
voetnoot1687
set my: leg mij een penitentie (= boetedoening) op
voetnoot1688
vroet: verstandig
voetnoot1689
rijs: tak; hage: struik
voetnoot1691
gheerde: tak
voetnoot1693
driewarff over aen een: driemaal achter elkaar overheen
voetnoot1694
snevelen: struikelen; bugen: buigen, krommen
voetnoot1697
set: opleg
voetnoot1700
ye: ooit; stonde: uur
voetnoot1703
riet: aanraadde
voetnoot1706
salmen: psalmen, gebeden
voetnoot1708
die u vragen: aan degenen die het u vragen
voetnoot1709
Aelmissen: aalmoezen, giften
voetnoot1710
versweren: afzweren
voetnoot1713
geloofde: beloofde; al: allemaal
voetnoot1715
Besiden: naast, terzijde van
voetnoot1715
ronnen: (hard) liepen
voetnoot1716
swarten nonnen: nonnen met zwarte habijten (Benedictinessen of Augustinessen)
voetnoot1720
creature: schepsel
voetnoot1722
pass: weg
voetnoot1724
beraet: misleiding
voetnoot1725
neven: langs
voetnoot1727
weiden: scharrelen, voedsel zoeken
voetnoot1734
doven: krankzinnig zijn
voetnoot1735
Onsalich: verdorven
voetnoot1737
slaen: terugvallen
voetnoot1743
doet: doe het
voetnoot1744
toen keerden ze weer terug
voetnoot1746
over rugge: achterom
voetnoot1747
Weder dair: terug naar waar
voetnoot1749
hij moest zich wel op zijn oude manier gedragen
voetnoot1751
had: zou... zijn
voetnoot1752
gemogen: gekund
voetnoot1753
gelaet; gedrag
voetnoot1754
vraet: vraatzuchtige
voetnoot1757
overlopende woord: overdadige woordenvloed
voetnoot1758
uut (...) stoort: afleidt van
voetnoot1759
pater noster: onzevader (gebed); te trooster: tot troost
voetnoot1765
balch hem: was boos
voetnoot1767
Tent: tot
voetnoot1768
gelaten: verlaten
voetnoot1771
naken: naderen
voetnoot1772
mysraken: slecht vergaan

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken