Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Revisor. Jaargang 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Revisor. Jaargang 2
Afbeelding van De Revisor. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Revisor. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Revisor. Jaargang 2

(1975)– [tijdschrift] Revisor, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]

Dagboek getekend Lucassen

28 Maart

Heb het mededelingen- dubbelnummer 8 en 9 van het Centraal Museum Utrecht, dat verzorgd werd door S. Huismans enige keren ingekeken. Het is geen geringe prestatie door dit boekje heen te komen, is niet te lezen. Een opeenstapeling van onbeduidende flauwekul met wat verborgen en laffe insinuaties, die aan elkaar gebreid worden in een stijl - woordschijterij - als van de bekeerde junkie en beatnikschrijver W. Burroughs. Voordat ik verder ga, wil ik voorop stellen, om misverstanden te voorkomen, dat ik niets heb tegen racunes, ook niet tegen de racunes van S. Huismans - ben zelf zo racuneus als de pest -, maar zeg dan wel openlijk wat je tegen mensen hebt en doe dat niet op zo'n achterbakse stiekeme achter-de-ellebogenmanier, zoals hij dat doet. Ik had geen idee dat S. Huismans zo'n gluiperig broekschijtertje was, valt mij tegen van die gesublimeerde underdog (lector aan de Rijksakademie in Amsterdam - 3 dagen per week - en nog twee dagen per week docent, waarvan 1 dag aan de Akademie te Enschede en 1 dag aan de Akademie in Den Bosch) met zijn eeuwige crisiskoppie boven zijn altijd weer nieuw gekochte oude en te ruime crisisoverjassen. Daarbij beweegt hij zich graag voort op een daarbij passende hoge ouderwetse, maar degelijke transportfiets.

Wat ik wel moet toegeven is dat zijn proza een eerste klas roddelverhaaltje is, H. van der Meyden waardig. S. Huismans is, wat ook blijkt uit dit boekje, iemand die zich nogal voorstaat op zijn uitgebreide feitenkennis en zijn uitstekende beheersing van de Franse, Duitse, Engelse en Nederlandse taal. Hierin vertoont hij een grote overeenkomst met die slijmerd (zijn collega) T. Kurpershoek.

Bij dat soort fetisjisten gaat het niet om wat je zegt (zij hebben dan ook niets te zeggen) maar om hoe je het zegt. Ik heb sterk het vermoeden dat als dit type mens iets leest, zij niet lezen wát er staat, maar alleen op zoek zijn naar de hoeveelheid taal- en stijlfouten die zij kunnen vinden. Succes dus bij het lezen van dit stukje, de uitslag hoor ik met de tijd nog wel.

Ik zou aan de literatuur van S. Huismans niet zo zwaar hebben getild, wanneer hij belangrijke kunst zou maken, van een goed kunstenaar neem ik veel, maar tegen een artiest die zulke middelmatige etsjes maakt ben ik minder tolerant. De meester van de gevoelige lijn; zijn etsjes zijn al even nietszeggend als zijn geschrijf. Typerend voor deze nietszeggendheid is, dat je moeiteloos van een ets er twee, drie, vijf of tien kan maken of er vijf andere aan vast kan plakken, zonder dat dit te zien is of iets zal veranderen. De vormen, figuren, objecten binnen een ets van S. Huismans krijgen nooit een beeldende en visuele relatie; hangen als droog zand aan elkaar. Wat de relatie moet vormen is de anekdotische inhoud in zijn werk, die goed beschouwd alleen maar neerkomt op wat vage associaties, al even kwasie-literair en vrijblijvend als zijn stukje proza.

7 April

Ik heb al eens eerder geschreven dat ik niet zo gek ben op mensen. De enige mensen die ik wel een beetje aardig vind - wat voor grote slijmerds er dan ook tussen zitten - zijn mensen, die mijn werk kopen. Trouwens: zij zijn ook de enige mensen die iets van kunst begrijpen.

8 April

Hierbij een regeltje bekentenisliteratuur.

Ik ben heterosexueel.

9 April

Er worden vandaag de dag heel wat beelden en schilderijen gemaakt, maar weinig is kunst.

[pagina 39]
[p. 39]


illustratie

10 April

De schreeuw.

1 Mei

Vanavond rond half tien uitgeput thuisgekomen. Heb ook de laatste dagen weer veel last van mijn hoofd. Ik zal de laatste tijd te veel en te lang hebben gewerkt; uit ellende de televisie aangezet (wat verstrooiing), een programma over vrouwenemancipatie. Op het moment dat het beeld doorkwam, viel ik als het ware met mijn neus in de boter: een keurige wat oudere en zeurderige dame met een kuisheidsgordel in de handen geklemd vertelde welk een ellende een dergelijk ding kan veroorzaken en had veroorzaakt. Ik had nooit eerder een kuisheidsgordel gezien, ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat ik zeer gefascineerd heb zitten kijken. Heel lang heb ik gedacht dat de kuisheidsgordel nooit heeft bestaan, dat het een literair bedenksel was, romantische dichters en zo, of het produkt van de fantasie van wat overspannen oude vrijsters. Waar ik na afloop van dit programma aan moest denken, was dat die vrouwen (in ieder geval op dit moment), die zich met de gelijkheid van de vrouw bezighouden bijna altijd van die engerds zijn, niet om aan te zien. Vaak ook zijn het ongewassen puistekoppen types met vuile nagels, heb ik goed kunnen controleren in die hippe artiestencafé's, waar nogal wat van die dolle mina's rondscharrelen. Wat een afschuwelijk en tragisch misverstand om te denken: als je er maar goor uitziet, in een voddenzak gehuld, dat je gelijk bent aan de man. Trouwens dit verschijnsel vind je niet alleen bij die dolle mina's, is erg in bij veel progressieven en andere linkse wereldverbeteraars; hoe viezer hoe mooier. Ik ga daarom toch maar liever naar mijn favoriete dancing, waar vaak beeldschone meisjes rondlopen. Als ik daar wat rondloer is het mij duidelijk dat zulke meisjes helemaal niet geïnteresseerd en bezig zijn met wat voor soort van emancipatie dan ook, zij hebben wel wat anders aan hun hoofd.

2 Mei

Ook vanavond naar de televisie gekeken. Een documentatiefilm met de titel: Levensbron. Deze film had als onderwerp de SS organisatie Levensbron, die in 1936 werd opgericht. Wat deze organisatie voor ogen stond was een zuiver arisch ras te kweken. Dat moest gebeuren door een uitgelezen groep SS-ers, die bij een daarvoor ook uitgeselecteerde groep blonde blauw-ogige vrouwen kinderen verwekte. Daarnaast werden er raszuivere kinderen uit andere landen weggevoerd om in Duitsland in Levensbronhuizen opgevoed te worden - gegermaniseerd - ter verbreiding van het edele en zuivere germaanse ras. Wat de ideeën waren en wat er beweerd is door de SS-ers, die aan dit project hebben meegewerkt is onvoorstelbaar.

[pagina 40]
[p. 40]

Mensen die zulke dingen bedenken moeten tegen het debiele aan of debiel zijn, hoewel ik mij afvraag of dat wel de juiste benaming is, goed beschouwd niet veel te lovend is. Als ik niet zou weten dat dit alles echt gebeurd is, wanneer ik alleen maar (als veronderstelling dus) geconfronteerd zou worden met dergelijke ideeën, zou ik mij een beroerte hebben gelachen en gedacht hebben: iedere baviaan z'n verstandelijke vermogens zijn groter dan die van deze mensen. Wat mij duidelijk werd door deze film is, dat deze keerzijde van de massale afslachtingen door de duitsers de kern is geweest van die afslachtingen. Deze idiote ideeën over inferieure en zuivere rassen met de al even idiote en op niets gebaseerde bewijzen hiervoor. Een troost is de zekerheid te hebben, dat ieder moment in Nederland, Rusland, Amerika of waar dan ook een idioot naar voren kan komen om soortgelijke ideeën met groot succes te verkondigen. In deze droevige en noodlijdende wereld kan aan van alles en nog wat gebrek zijn, maar aan infantiliteit en stompzinnigheid is geen gebrek, ze zijn in ruime overvloed aanwezig, iedereen kan er zijn buik tot barstens toe aan vol vreten.

14 Mei

Fundamentele schilderkunst, een kunst die niets draagt en helaas ook door niets gedragen wordt, is alleen maar witter wast witter dan wit.

Wanneer ik een estheet zou zijn, zou ik twee schilders van het groepje, dat op het moment onder de noemer fundamentele schilderkunst in het SM exposeert goeie kunstenaars vinden.



illustratie

[pagina 41]
[p. 41]


illustratie

[pagina 42]
[p. 42]


illustratie

[pagina 43]
[p. 43]


illustratie

[pagina 44]
[p. 44]


illustratie

19 Mei

Nog een stukje naar aanleiding van de tentoonstelling Fundamentele Schilderkunst in het Stedelijk Museum. Het betreft het geval van die breier R. van Koningsbruggen. In de catalogus van deze tentoonstelling is een gestencilde mededeling toegevoegd, waarop men lezen kan dat R. van Koningsbruggen niet aan deze tentoonstelling wou deelnemen, maar dat ondanks dit er toch werk van hem met zijn toestemming aanwezig is op deze tentoonstelling. Dit is mogelijk gemaakt door de medewerking van de verzamelaar... (de naam van die sul ben ik vergeten) die het werk voor deze tentoonstelling bereidwillig in bruikleen heeft afgestaan. Dat noemen ze twee vliegen in één klap slaan. Echt moeders slimme jongen, die Van Koningsbruggen.

23 Mei

Het wordt steeds treuriger. Het laatste mededelingennummer van het Centraal Museum in Utrecht is nota bene verzorgd door die knoeier R. van Koningsbruggen. Eerst dat trutterige boekje van S. Huismans en nu, het kan niet op, een boekje van de hand van deze superspecialist. Ik vraag mij af wie op het geniale idee gekomen is hem te vragen zo'n bulletin te verzorgen. Deze meester van: hoe maak je twee schilderijen van één heeft een onthullend gesprekje gehad met C. en H. Blotkamp, waar dit mededelingennummer mee opent. Een prachtige opening, dit interview slaat werkelijk alles en dan bedoel ik niet zozeer de vragen als wel de antwoorden die hij op de vragen geeft. Wanneer R. van Koningsbruggen niet inziet dat het beter zou zijn als hij zou stoppen met het maken van zijn lullige schilderijtjes, kan hij in ieder geval mijn goed gemeende raad opvolgen voortaan zijn mond dicht te houden. Dan is het mogelijk dat er nog enige tijd kunstliefhebbers zijn, die zullen geloven dat wat hij maakt iets betekent.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Reinier Lucassen


datums

  • 28 maart 1975

  • 7 april 1975

  • 8 april 1975

  • 9 april 1975

  • 10 april 1975

  • 1 mei 1975

  • 2 mei 1975

  • 14 mei 1975

  • 19 mei 1975

  • 23 mei 1975