Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Revisor. Jaargang 3 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Revisor. Jaargang 3
Afbeelding van De Revisor. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Revisor. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Revisor. Jaargang 3

(1976)– [tijdschrift] Revisor, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

Willem de Ruiter & Wim Stange
Hermans zijn eigen Wittgenstein

Voor de auteurs was het verschijnen van de Tractatus-vertaling van Hermans de reden dit filosofische meesterwerkje, voor de eerste maal, zeer grondig door te ploegen. Na het ontdekken van enkele vertaal- en drukfouten besloten we zelfstandig en onafhankelijk een eigen vertaling te maken (hetgeen een week noeste arbeid betekende) en deze grondig met Hermans vertaling te vergelijken. Het aantal fouten, meningsverschillen, overbodige vrije vertalingen, die elke bladzijde bleken te ontsieren was zo schrikbarend groot, dat het onmogelijk leek enige orde in onze kritiek te brengen. Dit artikel is het resultaat van onze poging.

Hermans citeert in het Nawoord van zijn vertaling een opmerking van Wittgenstein zelf over het vertaalprobleem:

‘Het vertalen van de ene taal in de andere is een wiskundige opgave en het vertalen van een lyrisch gedicht b.v. in een vreemde taal is volledig analoog aan een wiskundig probleem.... maar een methode, een systeem om tot de oplossing te komen, was er niet.’ (blz. 155/156) Nu is de Tractatus in geen enkel opzicht lyrisch proza te noemen (Hermans benadrukt dit op blz. 158), maar eerder het tegenovergestelde. ‘Ik geloof dat het kristalhelder is’, merkte Wittgenstein tegenover Russell op (blz. 157). Hierdoor zal het vertaalprobleem aanzienlijk eenvoudiger worden en wordt het mogelijk enkele vertaalprincipes aan te geven. (Zoals je bijv. van een eenvoudig natuurkundig probleem vrijwel volledig kan beschrijven hoe je tot een oplossing moet komen, iets wat bij werkelijk wetenschappelijke vraagstukken onmogelijk lijkt). Tijdens het vertalen werd het ons steeds duidelijker, dat we handelden volgens drie principes, die we dankzij een uitvoerige diskussie met Teus de Jong1*, nu als volgt kunnen formuleren:

 

1 Het streven naar een zo letterlijk mogelijke vertaling.

Onze vertaling was gebaseerd op een bijna woord voor woord omzetting van het Duits in het Nederlands. Om minder mooie zinnen, die hierdoor ontstonden, bekommerden we ons niet, daar we meenden dat Hermans deze problemen wel zou hebben opgelost. Het aantal plaatsen, waar een letterlijke vertaling mislukt is overigens zeer gering, dit in tegenstelling tot de alom verkondigde opvatting, dat de Tractatus onvertaalbaar zou zijn. Een opvatting die meestal het gevolg is van het idee dat de Tractatus een soort gedicht zou zijn. De Tractatus is en blijft een boek over logica2*. Waarom bijv. vertaalt Hermans ‘Festsetzung’ in 3.316 e.v. met ‘fixatie’ in plaats van met ‘vaststelling’? Een uitvoerige opsomming van al deze merkwaardige vertalingen staat in de foutenlijst, gelabeld met een*. Natuurlijk bestaan er tussen al deze*-gelabelde vertalingen weer subtiele verschillen, die vanwege de gewenste beknoptheid niet zijn gerubriceerd.

 

2 Handhaaf zoveel als mogelijk dezelfde vertaling voor hetzelfde woord.

Uitgaande van de veronderstelling dat de Tractatus een buitengewoon nauwkeurig geschreven boek is (Hermans merkt zelf op blz. 160 op dat het ‘al zijn werk van de laatste zes jaar’ zou omvatten. Zes jaar om 20.000 woorden op te schrijven!), is dit principe zeer plausibel. In de Tractatus komen tal van woorden voor die een fundamentele rol in het boek spelen: ‘Tatsache’, ‘Gegenstand’, ‘Sachverhalt’, ‘Form’, ‘Bedeutung’, ‘Bezeichnung’, ‘Darstellung’, etc. In de volgende paragrafen laten we zien dat Hermans met verschillende van deze begrippen uiterst onzorgvuldig omspringt en daardoor talloze overbodige verwarringen veroorzaakt. Hermans heeft zelf opgemerkt, dat ‘Sachverhalt’ een volkomen nieuw begrip is en dat een vertaling met ‘stand van zaken’ niet beter is dan met ‘piet’. Het is echter wel van uitzonderlijk belang de eenmaal gekozen vertaling, in dit geval ‘connectie’ te handhaven en het woord de kans te geven ingeburgerd te raken in het filosofisch taalgebruik. Dit geldt ook, weliswaar in mindere mate, voor de woorden: ‘Darstellung’, ‘Zuordnung’.

 

3 De vertaling moet zoveel als mogelijk dezelfde diskussies over de interpretatie uitlokken als de oorspronkelijke tekst.

Dat wil zeggen, er mogen enerzijds geen interpretatieproblemen verdoezeld worden, anderzijds mag de vertaling niet aanleiding geven tot geheel nieuwe interpretatieproblemen. Dit is het principe dat Hermans zelf lijkt te formuleren en waartegen hij zo gruwelijk heeft gezondigd. ‘Ik wil een Nederlandse tekst verschaffen die zo veel mogelijk gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke.’ (blz. 161)

Een illustratie van dit principe is het duidelijkst te geven door de vertaling van ‘Bezeichnung’ en ‘Bedeutung’ te beschouwen.

[pagina 65]
[p. 65]

De inconsequente vertaling van Hermans zal niet de vraag: ‘Wat heeft Wittgenstein hier bedoeld?’ oproepen, maar de vraag: ‘Waarom heeft Hermans dit zo vertaald?!’ Als Hermans niet wist wat hij met deze begrippen aan moest, had hij ze beter met ‘Klaas’ resp. ‘Koos’ kunnen vertalen. Een voorbeeld van het interpretatieprobleem vinden we in 3.24 en 3.261. In 3.24 staat: ‘Dass ein Satzelement einen Komplex bezeichnet,...’ Hermans: ‘Dat een volzinselement een complex aanduidt,...’. We weten dat een ‘Satzelement’ een ‘Zeichen’ is, en dat er in 3.322 sprake is van ‘Bezeichnungsweisen’.

Nu vertaalt Hermans 3.261: ‘Jedes definierte Zeichen bezeichnet über jene Zeichen... Zwei Zeichen, ein Urzeichen, und ein durch Urzeichen definiertes, können nicht aufdieselbe Art und Weise bezeichnen.’ met ‘Elk gedefinieerd teken heeft betekenis via die tekens... Twee tekens, een oerteken en een door oertekens gedefinieerd teken, kunnen niet op dezelfde manier betekenis hebben.’

De vraag of bijv. ‘Bedeutung’ de operatieve betekenis en ‘Bezeichnung’ de denotatie van een woord is, kan door Hermans vertaling niet zinvol meer gesteld worden.

 

Ondanks de talloze problemen waarmee een Tractatus-lezer gekonfronteerd wordt, is tenslotte een ding duidelijk: het enige wat de mens tot zijn beschikking heeft om iets over de wereld te zeggen is de taal, in deze taal is het zeer gemakkelijk onzinnige dingen te beweren. Wittgenstein kwam o.a. tot de conclusie, dat om zinvol te kunnen spreken er één en niet meer dan één volledige analyse van een volzin moest zijn (3.23). Vervolgens

illustratie

bezit de volzin een bepaalde logische vorm, die we onmogelijk expliciet kunnen formuleren, en die de volzin met de wereld gemeen heeft. De logische eigenschappen van de taal nu tonen de logische eigenschappen van de wereld. Dit is naar onze opvatting een door vrijwel iedereen geaccepteevde grondstelling van de Tractatus. De vertaling van Hermans (6.12 en 4.031) draait deze grondstelling precies om. De Wiener Kreisinterpretatie van de Tractatus schijnt Hermans niet geheel onbeïnvloed te hebben gelaten. De vertaling van Hermans suggereert n.l. dat we experimenten moeten verrichten om zinvolle uitspraken te kunnen samenstellen. Kortom: de grondslag van het logisch empirisme.

 

In de beide ons bekende recensies van de Hermans-vertaling wordt geen woord kritiek geuit. Kennelijk hebben de heren de Buch[2] en Ree[1] te weinig tijd gehad om een paar steekproeven te nemen. De Buch merkt zelfs op: ‘het lijkt me een uitstekende vertaling,...’. Beide auteurs merken wel op, dat de toegankelijkheid van de Tractatus door de vertaling niet bevorderd zou zijn. Inderdaad. Integendeel zelfs!

Vorm

De vorm (van een voorwerp, van een connectie) is een van de belangrijkste - en tevens de moeilijkste - begrippen uit de Tractatus. De passage 2.0141, waarin Wittgenstein dit begrip invoert, is, helaas, door Hermans verkeerd vertaald. Daarvoor al vertaalt hij twee passages, die met het begrip vorm te maken hebben slordig:

2.0123: ‘...Möglichkeiten seines Vorkommens in Sachverhalten.’ Hermans: ‘...manieren waarop het mogelijkerwijs in connectie kan voorkomen.’ Beter: ‘...mogelijkheden van zijn deeluitmaken van connecties.’

2.014: ‘Die Gegenstände enthalten die Möglichkeit alles Sachlagen.’ Hermans: ‘De voorwerpen bevatten de mogelijkheid deel uit te maken van alle toestanden.’ Beter: ‘De voorwerpen bevatten de mogelijkheid van alle toestanden.’ (Uit Hermans vertaling zou volgen, een voorwerp kan in elke connectie voorkomen.)

De passage waar het om gaat luidt. 2.0141: ‘Die Möglichkeit seines Vorkommens in Sachverhalten ist die Form des Gegenstandes.’ Hermans: ‘De mogelijkheid deel uit te maken van connecties is de vorm van het voorwerp.’ De juiste vertaling is: ‘De mogelijkheid van zijn deeluitmaken van connecties is de vorm van het voorwerp.’

Zou uit Hermans vertaling niet volgen dat elk voorwerp dezelfde vorm bezit? (omdat ieder voorwerp de mogelijkheid bezit deel uit te maken van connecties!).

Nog twee andere plaatsen waar Hermans vertaling verwarring veroorzaakt:

2.171: i.p.v. ‘waarmee het formele overeenkomst heeft’: ‘waarvan het de vorm heeft.’

2.18: i.p.v. ‘hoe ook gevormd’: ‘van welke vorm ook’.

[pagina 66]
[p. 66]

Zin en volzin

Wat is de zin van een volzin? Wittgenstein zegt in 4.01: ‘De volzin is een beeld van de werkelijkheid’. En in 2.221: ‘Wat het beeld voorstelt is de zin van het beeld’. De zin van een volzin is dus: hetgeen de volzin voorstelt (dit is een al dan niet bestaand feit). Om verwarring te voorkomen, moet men ‘Sinn’ (een der sleutelbegrippen van de Tractatus) altijd met ‘zin’ vertalen, en niet, zoals Hermans vaak doet met ‘betekenis’ (b.v. in 3.23). Voor de vertaling van ‘Satz’ moet men ‘volzin’ reserveren. (Hermans is ook hier niet consequent: dan gebruikt hij ‘volzin’, dan ‘zin’, dan ‘uitspraak’ en dan weer ‘stelling’.) Een klein probleem hierbij is dat ‘Satz’ ook soms met ‘stelling’ vertaald kan worden. De vertaler zou echter een en ander als volgt in een noot kunnen toelichten.

Wittgenstein definieert taal als de totaliteit van de volzinnen (4.001). Een volzin is een waarheidsfunktie van elementaire volzinnen. Bepaalde volzinnen zijn waar voor alle waarheidsmogelijkheden van de elementaire volzinnen. Dit zijn de tautologieën. Andere volzinnen zijn voor geen enkele waarheidsmogelijkheid van de elementaire volzinnen waar. Dit zijn de contradicties. Tautologie en contradictie zijn, zo zegt Wittgenstein, geen beeld van de werkelijkheid, ze zeggen niets, zij hebben geen zin, zij zijn zinloos (zie b.v. 4.461)3*. Het zijn geen ‘eigenlijke’ volzinnen, het zijn ‘ontaarde’ volzinnen. (4.466: ‘Tautologie en contradictie zijn de grensgevallen van de tekenverbinding, namelijk haar ontbinding.’)

Terzijde hier een opmerking: We gebruiken de benaming ‘eigenlijke’ en ‘ontaarde’ volzinnen. Woorden die men in de Tractatus niet zal aantreffen. We beseffen het gevaar van het lukraak invoeren van nieuwe begrippen. Daar Wittgenstein zelf echter in de Notebooks spreekt van ‘so-called’ en ‘real’ propositions wagen we het om de termen ‘eigenlijk’ en ‘ontaard’ te gebruiken.

Nu onderkent Wittgenstein ook nog ‘onzinnige volzinnen’. Dit zijn noch ‘eigenlijke’ volzinnen, noch tautologieën, noch contradicties. Het zijn tekenverbindingen, waarin aan bepaalde tekens geen betekenis is gegeven.

Het door Wittgenstein ingevoerde onderscheid kan als volgt worden samengevat: er zijn zinvolle volzinnen, die een beeld van de werkelijkheid zijn en die waar of onwaar kunnen zijn, b.v. ‘Hermans vertaalde in 1975 Wittgenstein's Tractatus’. Er zijn zinloze volzinnen zoals: ‘het regent of het regent niet’ en er zijn onzinnige volzinnen zoals: ‘Socrates is identiek’ of ‘De oorsprong van het Zijn is het Niets’. Over deze laatste soort merkt Wittgenstein op (4.003): ‘De meeste volzinnen en vragen die over filosofische zaken zijn opgeschreven, zijn niet onwaar, maar onzinnig.’

Hermans begrijpt een en ander blijkbaar niet helemaal. In zijn Aantekeningen (blz. 170) merkt hij (heel grappig) op:

‘Het gegeven voorbeeld toont dat men met behulp van de conjunctie gemakkelijk een groot aantal contradicties kan voortbrengen. Aangezien politieke redevoeringen, sociologische leerboeken ed. hoofdzakelijk uit conjuncties bestaan, doet zich de mogelijkheid voor dat het erin beweerde grotendeels onzin is.’

Hermans wil kennelijk zeggen, dat in politieke redevoeringen enz. heel gemakkelijk contradicties kunnen voorkomen. Het beweerde nu zou hierdoor onzinnig zijn. Zoals boven uiteengezet is dit woord uitsluitend bestemd voor volzinnen waarin bepaalde woorden geen betekenis hebben. Een contradictie is niet onzinnig, maar zinloos! (vgl. 4.4611). (De reden dat politieke redevoeringen enz. vaak onzin zijn, is dat eraan bepaalde tekens (woorden) geen betekenis is toegekend.)

Wat zijn nu onder de volzinnen de stellingen volgens Wittgenstein? Die zijn er niet, zegt hij, er zijn slechts ‘eigenlijke’ volzinnen (ware en onware uitspraken der natuurwetenschappen) en ‘ontaarde’ volzinnen (tautologieën en contradicties). En om dit te onderstrepen heeft een consequente vertaling van ‘Satz’ met ‘volzin’ de voorkeur (dus in plaats van ‘logische stelling’: ‘logische volzin’ en in plaats van ‘wiskundige stelling’: ‘wiskundige volzin’ en natuurlijk nooit ‘zin’ of ‘uitspraak’ maar altijd ‘volzin’).

Blunders

1): In 6.12 zegt Wittgenstein:

‘Dass die Sätze der Logik Tautologien sind, das zeigt die Formalen - logischen - Eigenschaften der Sprache, der Welt’.

De vertaling van Hermans luidt:

‘Dat de stellingen van de logica tautologieën zijn, wordt geloond door de formele - logische - eigenschappen van de taal en van de wereld.’

Daarmee draait hij precies om wat Wittgenstein zegt!

De juiste vertaling luidt:

‘Dat de volzinnen van de logica tautologieën zijn, toont de formele - logische - eigenschappen van de taal, van de wereld.’

2): 4.031: ‘Im Satz wird gleichsam eine Sachlage probeweise zusammengesetzt.’

De vertaling van Hermans luidt:

‘In de volzin wordt een toestand als het ware experimenteel samengesteld.’

Dit moet zijn:

‘In de volzin wordt een toestand als het ware bij wijze van proef samengesteld.’

N.B.: experimenteel = erfahrungsmässig, experimentell.

De vertaling van Hermans draait de opmerking van Wittgenstein precies om. Volgens Hermans moeten we kijken naar onze ervaringen en daaruit de volzinnen samenstellen. Wittgensteins opmerking hangt samen met zijn constatering, dat een volzin een nieuwe zin moet kunnen mededelen (4.03). In de volzin gebruiken we oude uitdrukkingen, met behulp waarvan we, als probeersel een nieuwe toestand beschrijven. Vergelijken met de werkelijkheid moet uitsluitsel geven over de waar- of onwaarheid van de volzin. Pas dan gaat de ervaring een rol spelen.

[pagina 67]
[p. 67]

3): In de Aan tekeningen merkt Hermans op (blz. 183):

‘In de Prototractatus komt onder no. 4.44602 de bewering voor: ‘Analytische volzinnen zijn tautologieën’, die in de voor publicatie bestemde versie van de verhandeling is weggelaten.’

Nu lezen we in 6.11: ‘Die Sätze der Logik sagen also Nichts. (Sie sind die analytische Sätze)’. Hermans vertaalt als volgt: ‘De stellingen van de logica zeggen dus niets. (Het zijn analytische volzinnen).’ Maar moet in de vertaling het woordje ‘de’ niet toegevoegd worden: ‘Het zijn de analytische volzinnen’?

In dat geval beweert Wittgenstein niets anders dan: tautologie is analytische volzin en analytische volzin is tautologie. Dan zou het weggelaten stuk uit de Prototractatus al in 6.11 vervat zijn.

4): Het is jammer dat Hermans het belang van het bepalend lidwoord zo onderschat. Dit is op z'n minst merkwaardig voor een literator, die zich bewust moet zijn van de dramatische kracht van zelfs, laten we zeggen, een komma. In 5.1361 maakt Hermans namelijk een analoge fout als boven beschreven en mist daardoor geheel de originaliteit van Wittgensteins bewering: ‘Der Glaube an der Kausalnexus ist der Aberglaube.’ Hermans vertaalt: ‘Het geloof aan het causale verband is bijgeloof.’ Wittgenstein zegt n.l. zelf in een brief aan C.K. Ogden: ‘I didn't mean to say that the belief in the causal nexus was one amongst superstitions but rather that superstition is nothing else than the belief in the causal nexus. In the German this is expressed bij the definite article before “Aberglaube”.’ [4]

5): In 5.14 bedenkt Hermans voor de bewering: ‘Folgtein Satz aus einem anderen, so sagt dieser mehr als jener, jener weniger als dieser.’ de volgende eigenaardige constructie: ‘Als een volzin uit een andere volgt, dan zegt hij meer dan de andere en de andere minder dan deze.’ Laten we een eenvoudig voorbeeld bekijken: Uit ‘Hermans is een slecht vertaler en een goed schrijver.’ volgt: ‘Hermans is een slecht vertaler.’ Nu zou deze volzin meer zeggen dan de oorspronkelijke, hetgeen echter het schrijverschap van Hermans zeer tekort zou doen. De juiste vertaling luidt: ‘Als een volzin uit een andere volgt, dan zegt de laatste meer dan de eerste, de eerste minder dan de laatste.’

6): 5.155: ‘Die Einheit des Wahrscheinlich keitssatzes ist:’

Hermans vertaalt:

‘De eenvoudigste vorm van de waarschijnlijkheidsstelling is:’ Wittgenstein hield zich echter niet bezig met de eenvoudigste vorm van de waarschijnlijkheidsstelling. (Er is reeds in ruimer verband opgemerkt dat Wittgenstein het bestaan van stellingen ontkende.) Hij was niet geïnteresseerd in de wet van de grote aantallen (beschreven in 5.14) als waarschijnlijkheidswet, maar als voorbeeld om de algemene kenmerken van volzinnen uit de waarschijnlijkheidsleer te kunnen onderzoeken. Hij wees op het feit dat, wil het mogelijk zijn een volzin van de waarschijnlijkheidsleer te formuleren, deze die en die vorm moet hebben. (5.156: ‘Zij houdt een algemene beschrijving van een volzinsvorm in.’). De vertaling van Hermans suggereert, dat er moeilijkere (en mogelijk ook andere) vormen van waarschijnlijkheidsstellingen zijn. De strekking van Wittgenstein 's bewering is echter dat alle volzinnen van de waarschijnlijkheidsleer tot de door hem beschreven vorm kunnen worden teruggebracht.

In dit geval is de letterlijke vertaling, waardoor bezinning op het merkwaardige gebruik van het woord ‘eenheid’ mogelijk wordt, weer de beste: ‘De eenheid van de waarschijnlijkheidsvolzin is:’

Bedeutung en bezeichnung, darstellung en zuordnung

De vertaling van Hermans van deze technische uitdrukkingen, die de bouwstenen van de Tractatus vormen, is zo verschrikkelijk chaotisch, dat het de lezer, die niet regelmatig de moeite neemt de Duitse tekst te raadplegen, volkomen moet gaan duizelen.

Heeft Hermans het belang van een nauwkeurig vertalen van deze begrippen niet begrepen? Waren Hermans verschillende passages onduidelijk? Zijn vertaling doet het vermoeden.

Meestal vertaalt hij ‘bedeuten’ met ‘betekenen’, maar ook met ‘beduiden’ (4.243) en ‘bedeutungsvoll’ met ‘zinvol’ (5.233). Aan ‘bezeichnen’ wordt een waslijst van Nederlandse equivalenten toegevoegd: ‘betekenen’ (vele malen), ‘aanduiden’ (vele malen), ‘beduiden’ (4.1272), ‘bedoeld worden’ (3.317), ‘kenmerken’ (3.322), ‘kenschetsen’ (4.063), ‘verwijzen’ (4.063).

Chaos troef en dat terwijl het toch zo eenvoudig is: vertaal ‘Bedeutung’ met ‘betekenis’ en ‘Bezeichnung’ met ‘aanduiding’. Darstellung is een belangrijk begrip, dat samenhangt met de

[pagina 68]
[p. 68]

hele afbeeldingstheorie. In het beeld, in de volzin wordt de werkelijkheid voorgesteld. Niet eenmaal geeft deze vertaling aanleiding tot moeilijkheden. Hermans vertaalt (zoals ook opgemerkt door De Vries [3]):

voorstellen (b.v. in 3.0321), poneren (2.201), voorstelling geven (2.202), weergeven (4.011), verbeelden (4.1), belichamen (6.124), uitdrukken (b.v. in 4.012), dit is onmogelijk, want Wittgenstein gebruikt zelf herhaaldelijk het woord ‘ausdrücken’ (4.121), beschrijven (b.v. in 4.021), dit is onmogelijk, want Wittgenstein gebruikt zelf het woord ‘beschreiben’ en geeft het verschil tussen deze twee begrippen in 6.124 aan.

Wat betreft de vertaling van ‘Zuordnung’ veroorzaakt het nederlandse ‘toevoeging aan’ op geen enkele plaats een moeilijkheid en geeft dit begrip bovendien ook het beste aan wat er bedoeld is, dus niet: correlatie (2.1514, 2.1515), bijeenvoegen (4.44), verbinden (5.526), koppelen (5.542 (3x)), vallen onder (6.1203), afhangen (6.1203).

Hermans' aantekeningen

Het idee van Hermans om de technische uitdrukkingen van de symbolische logica toe te lichten in de Aantekeningen is heel goed, de uitwerking ervan niet altijd. Zo is de opmerking bij 4.45 helemaal fout. 4.45 luidt:

‘Für n Elementarsätze gibt es Ln mögliche Gruppen von Wahrheitsbedingungen’.

In de aantekening bij 4.45 zegt Hermans: Ln = 2n. Zijn waarheidsmogelijkheden dan dezelfde als de waarheidsvoorwaarden? Nee! Beschouw n elementaire volzinnen. Ieder van hen kan de waarheidswaarde W of O hebben. Het aantal waarheidsmogelijkheden is dus 2n. Nu kunnen we aan ieder van de waarheidsmogelijkheden een W of O toevoegen. Een bepaalde toevoeging van W en O aan de rij van (2n) waarheidsmogelijkheden is een groep waarheidsvoorwaarden. Het aantal van die groepen is 22n.

Is er sprake van een eenvoudige drukfout? Nee, want Hermans heeft in een aantekening bij 4.42 al besproken dat voor n = 2, Ln 16 is. Het nadrukkelijk vermelden van de afwijkende formule voor Ln doet vermoeden, dat Ln hier een andere betekenis heeft als in 4.42, hetgeen niet het geval is.

Zoals bekend kan men met behulp van waarheidstafels heel gemakkelijk uitmaken of een ingewikkelde volzin een tautologie is of niet. Wittgenstein geeft in 6.1203 een tweede variant: in plaats van rangschikking in tabellen geeft hij waarheidsmogelijkheden door haakjes aan. Bijv. voor n = 2:

illustratie

De vertaling van Hermans is slordig. ‘Zuordnung’ kan beter worden vertaald met ‘toevoeging aan’ in plaats van met ‘vallen onder’ of ‘afhangen’. (En ‘W's en O's’ moet zijn ‘W en O’). In de aantekening bij 6.1203 is de slordige formulering ‘conjunctie van W en O’ gebruikt.

Hermans geeft op blz. 171 voor n = 2 de 16 mogelijke groepen van waarheidsvoorwaarden, ieder verduidelijkt door een Venn-diagram. Onder de tabel geeft hij een aantal tautologieën, contradicties en zgn. logische wetten uit de traditionele logica met de aantekening op blz. 170: ‘Wittgenstein is de ontdekkervan het feit dat de logische wetten tautologieën zijn.’ (de opmerking van De Vries dat het onderscheid tussen tautologieën en logische wetten verwarrend is, is dus misplaatst).

Helaas zijn op blz. 171 een groot aantal fouten in de formules geslopen. Hermans heeft uit zijn tabel als volgt een aantal tautologieën willen samenstellen. Hij vormt implicaties van de vorm. ⊃ (p ∨ q) waarbij op de plaats van de punt die propositie wordt ingevuld, die in de tabel bij de vierde waarheidsmogelijkheid een O krijgt toegevoegd (omdat van p∨q aan de vierde waarheidsmogelijkheid O is toegevoegd en aan de rest W). We krijgen dan de volgende tautologieën:

(p ∨ q) ⊃ (p ∨ q)

p ⊃ (p ∨ q)     (p. ∼ q) ⊃ (p ∨ q)

q ⊃ (p ∨ q)     (q. ∼ p) ⊃ (p ∨ q)

(p.q) ⊃ (p ∨ q)     (q ≡ ∼ q) ⊃ (p ∨ q)

Iets dergelijks voor de contradicties. Hermans had dit zeker even kunnen toelichten.

(In tegensyelling tot wat de Vries beweert is Hermans' verklaring van de operator N ( ) niet onjuist, hoogstens slordig, en bevat 6.001 in de Duitse tekst geen drukfout.)

In de Aantekeningen wordt een uitleg over het gebruik van punten als interpunctie, wat enkele malen in de Tractatus voorkomt, gemist (b.v. in 5.513, 5.5321, 6.1201). Wat bijvoorbeeld

 

‘q:p ∨ ∼ p’ of ‘(∃x).fx.⊃.fa:∼(∃x,y).fx.fy’

 

betekent wordt nergens uitgelegd.

[pagina 69]
[p. 69]

Foutenlijst

*: een overbodig vrije vertaling of meningsverschil.

: een fout

†: een ernstige fout.

nr Wittgenstein Hermans W & W
1.11 * bestimmt gedefinieerd bepaald
2.011 * wesentlich inherent wezenlijk
2.121 * zeitliche dingen die met de tijd te maken hebben voorwerpen in de tijdGa naar eind0
2.0201 in diejenigen Sätze in volzinnen in die volzinnen
2.0211 Sinn hat zinvol is zin heeft
2.06 Nichtbestehen niet bestaan niet-bestaan (e.v.)
2.11 * stellt vor verbeeldt stelt voor
2.1515 * berührt aanraakt beroert
2.16 * gemeinsam gemeen gemeenschappelijkGa naar eind1
2.18 überhaupt zonder meer tenminste
3.04 * seine Wahrheit bedingte zijn waarheidsvoorwaarde is zijn waarheid zou vereisen
3.11 Lautzeichen geluidsteken fonetisch tekenGa naar eind2
3.141 * artikuliert geleed geartikuleerdGa naar eind3
3.2 des Satzzeichens van de volzin van het volzinsteken
3.23† Die Forderung der Möglichkeit... ist die Forderung... De gepostuleerde mogelijkheid... is het postulaat... De mogelijkheid... te eisen, is het eisen...
3.316 * Festsetzung fixatie vaststelling (e.v.)
3.42 etc. enz. etc.
4.001 * Die Gesamtheit der Sätze ist die Sprache De volzinnen alle bij elkaar vormen de taal De totaliteit van de volzinnen is de taalGa naar eind4
4.0031† gezeigt aangetoond getoondGa naar eind5
4.0141 ganz - totaal
4.025 in eine andere in de andere in een andere
4.0311 den Sachverhalt de toestand de connectieGa naar eind6
4.0312 nicht niets niet
4.032 * logische gegliedert ist uit logische segmenten bestaat logisch geleed is
4.0411 wollten - wilden
4.0641† kann ihn ihm nicht geben kan ik hem niet geven kan hem die niet geven
4.0641† zeigt schon toont aan toont alGa naar eind7
4.0641 * Ort positie plaatsGa naar eind8
4.1121 * Nur alleen maar alleen
4.12 können - kunnen
4.122 den internen Relationen interne relaties de interne relaties
4.122 * in gewissem Sinne in een zekere geest in zekere zin
4.122† jenen Sachverhalten darstellen und von jenen Gegenständen handeln zulke connecties uitdrukken en over zulke eigenschappen gaan die connecties voorstellen en over die voorwerpen gaan
4.1241 die andere aber jene Eigenschaft en de andere een andere eigenschap maar de andere die eigenschap
4.1252 * Reihen reeksen rijenGa naar eind9
4.1271† alle ihre Werte besitzen die al haar waarden kan bezitten die al haar waarden bezitten
4.2211 * unendlich komplex eindeloos samengesteld oneindig complex
4.2211 müsste es moeten er zonden er moeten
4.43 Abzeichen teken kentekenGa naar eind10
4.442 * als Reihe horizontaal als rij
4.45 * Gruppen rijen groepenGa naar eind11
4.5 der allgemeinster Satzform nur ihr Wesentliches... van de algemeenste volzinsvorm alleen het meest essentiële ervan... van de meest algemene volzinsvorm alleen het essentiële ervan...
  Dass es eine allgemeine nämlich Dat er een meest algemene - Dat er een algemene namelijk
5.11 * eines bestimmter Satzes van een zekere andere volzin van een bepaalde volzin
5.135 * irgendeiner van een van een of andere
5.143 das Gemeinsame dat gemeenschappelijke het gemeenschappelijke
5.15 Wrs die Anzahl Wis het getal Wis het aantal
5.151 derjenigen W' W's van die W's
5.25 * charakterisiert kenmerkt karakteriseert
5.253† rückgängig machen omkeren te niet doen
5.13† doch weliswaar toch
5.44 eben vanzelfsprekend juist



illustratie

[pagina 70]
[p. 70]

nr Wittgenstein Hermans W & W
5.45 * ihre Stellung zueinander klar machen duidelijk maken hoe ze tot elkaar staan hun positie t.o.v. elkaar duidelijk maken
5.451 * es wäre kein Grund vorhanden er zou geen reden wezen er zou geen reden aanwezig zijn
5.452 † ein folgenschweres Ereignis een gebeurtenis met consequenties een gebeurtenis met ernstige gevolgen
5.46 nur mögliche Kombinationen von Klammern mogelijke combinaties van haakjes combinaties van haakjes, die maarmogelijk zijn
5.472 allgemeinsten algemeenste meest algemene
5.473 * Bestimmung afspraak bepaling
5.501 * Gesetzes, nach welchem wet, waarvolgens wet, volgens welke
5.513 so dus zo
5.526 * Und dies x ist a En dit x is a En deze x is a
5.5302 * genügt nicht is niet voldoende voldoet niet
5.5352 wäre er nicht auch wahr zou hij dan niet ook waar zijn zou hij niet ook waar zijn
5.501 Formenreihe formele reeks vormenrijGa naar eind12
5.535 * soll sagen wil zeggen behoort te zeggen
5.55 möglichen Formel der Elementarsätze mogelijke elementaire volzinnen mogelijke vormen van de elementaire volzinnen beslist
5.551 entscheiden opgelost beslist
5.552 * dass sich etwas so und so verhält dat iets zich zus en zo verhoudt dat dit en dat het geval isGa naar eind13
5.62 zur Entscheidung der Frage tot de vraag tot de beslissing over de vraag
5.634 überhaupt - maar
6.002 wie ein Satz gebaut ist van een zin van de bouw van de volzin
6.111 * nichts weniger als uiterst weinig allesbehalve
6.111 jener iedere die
6.111 Anzeichen teken aanwijzingGa naar eind10
6.1222† nicht bestätigt werden können, ebensowenig, wie even weinig bevestigd kunnen worden als niet bevestigd kunnen worden, evenmin alsGa naar eind14
6.1232 jener - die
6.124 * naturnotwendig natuurlijk noodzakelijk absoluut noodzakelijk
6.127 wesentlich Grundgesetze werkelijke grondwetten wezenlijk grondwetten
6.232 beiden - beide
6.2322 Die Identität der Bedeutung De identieke betekenis De identiteit van de betekenis
6.233 Anschauung intuïtie aanschouwingGa naar eind15
6.2331 * Vorgang verloop proces
6.2331 eben - juist
6.3211 rein rein zuiver
6.341 quadratisch rechthoekig vierkant
6.341 * Netzwerk graadnet netwerk
6.341 einheitliche Form uniform uniforme vorm
6.341 beliebige - willekeurige
6.342 * gegebener bepaalde gegeven
6.3432 irgendwelchem een een willekeurige
6.3611 * Vorgang gang van zaken gebeurtenis
6.3611 * Vorgang verlopen van iets gebeurtenis
6.3611 solle zou zal
6.3612 ausschliessen soll wordt uitgesloten behoort uit te sluiten
6.37 * dem Eines een ding het ene
6.371 * Naturerscheinungen natuurlijke verschijnselen natuurverschijnselen
6.372 so dus zo
6.372 * sic sommigen zij
6.372 * sie beide groepen zij
6.43 dadurch - daardoor
6.4312 verbürgt zeker gegarandeerd
6.45 das mystische het mystieke het mystieke gevoel

Wij danken Teus de Jong en prof. S.J. Doorman voor hun vele nuttige suggesties.

1*Teus de Jong is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de vakgroep filosofie van de T.H. te Delft.
2*Errit Petersma: Hermans blijft Wittgenstein claimen, De Revisor II/1. ‘Wittgensteins Tractatus is mijns inziens even onvertaalbaar als een gedicht ‘0.00’ van Gerrit Achterberg en een boek vol Schönbergpartituren of regels van de propositielogika.’
3*In de recensie van Leopold de Buch [2], wordt weer onzorgvuldig omgesprongen met dit begrip: ‘“Mijn stellingen zijn verhelderend omdat hij die me begrijpt, tenslotte erkent dat ze onzinnig zijn..” (6.54). De gevolgen zijn belangrijk. Wittgensteins eigen filosofie is zinloos, en hij erkent dat.’
Is Wittgensteins filosofie een tautologie?
[1]Hans Ree: De kooi van Wittgenstein, Haagse Post, 15nov. 1975.
[2]Leopold de Buch: Het gekwelde gelijk, Boekenbijlage VN, 22nov. 1975.
[3]Ir. G.H. de Vries: Wittgenstein vertaald en verkracht, Intermediair, 19 maart 1976
[4]Ludwig Wittgenstein: letters to C.K. Ogden. Routledge & Kegan Paul, London and Boston.

eind0
Het betreft hier geen klokken, maar de vorm van een voorwerp. Helaas heeft in het Nederlands ‘tijdelijk’ ook de betekenis ‘van korte duur’, anders kon dit woord gebruikt worden.
eind1
Hermans vertaalt dit soms ook met ‘gemeenschappelijk’.
eind2
zie ook 4.011 en 3.321.
eind3
zie ook 3.251. In 4.032 vertaalt Hermans ‘logische gegliedert ist’ met ‘uit logische segmenten bestaat.’ Ons voorstel is ‘artikuliert’ met ‘geartikuleerd’, ‘gegliedert’ met ‘geleed’ te vertalen.
eind4
zei 4.11.
eind5
Aangetoond suggereert dat het om een bewijs zou gaan.
eind6
In tegenstelling tot 4.023 hier geen reden ‘Sachverhalt’ met ‘toestand’ te vertalen.
eind7
Onderscheid tussen tonen, bewijzen en zeggen verdwijnt.
eind8
Reserveer ‘positie’ voor de vertaling van ‘Stellung’.
eind9
De vertaling van ‘Reihe’ met ‘rij’ en ‘reeks’ wisselen elkaar af.
eind10
Er wordt iets anders bedoeld dan ‘Zeichen’.
eind11
In 4.46 vertaalt Hermans door ‘groepen’.
eind12
In 4.1273 vertaalt Hermans met ‘vormenreeks’.
eind13
‘“Es verhält sich so und so” doesn't mean “Things are combined in such and such a way” but - ...it means something like “such and such is the case”’ [4]
eind10
Er wordt iets anders bedoeld dan ‘Zeichen’.
eind14
In Hermans vertaling is er sprake van dezelfde mate van weerlegging als bevestiging.
eind15
Bedoeld is: inzicht met behulp van visuele middelen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Ludwig Wittgenstein, Tractatus logico-philosophicus


auteurs

  • Willem de Ruiter

  • Wim Stange