Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Revisor. Jaargang 24 (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Revisor. Jaargang 24
Afbeelding van De Revisor. Jaargang 24Toon afbeelding van titelpagina van De Revisor. Jaargang 24

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Revisor. Jaargang 24

(1997)– [tijdschrift] Revisor, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

Door de jaren heen
1957-1967



illustratie

[pagina 14]
[p. 14]

Jan Bor
Hier en nu, daar en toen

Begonnen ze nou eind 1962, toen de eerste single van de Beatles werd uitgebracht: Love me do? Want de jazz die ik daarvoor, als ik 's nachts het ouderlijk huis uitglipte, in de duister verlichte Phonobar aan het Thorbeckeplein hoorde, maakte deel uit van een heel ander tijdperk. Een verleden tijd. De Beatles brachten echter een nieuwe en open sound: niet dat existentieel-zware en sombere van veel jazz, maar een toekomstige tijd. Voor het eerst hoorde ik hun muziek tijdens een feestje op de zolderkamer van een Amsterdamse schone; gedraaid op zo'n klein, wankel plastic pick-upje. Niet dat ik er toen al veel aan vond. In elk geval herinnert een verkreukte zwart-wit foto waarop ik samen met een vriendje, beiden met wapperende haren, op het dak van haar huis in Amsterdam zit, aan deze gebeurtenis.

Of begonnen die jaren, althans voor mij, op het atelier van die even zonderlinge als uitzonderlijke kunstenaar Wim de Haan in de Utrechtsedwarsstraat nummer 13. Dat was gevestigd in een voormalige drukkerij - van de Wereldbibliotheek geloof ik. Je kwam er door twee duistere trappen, waar de schimmelgeur je tegemoet kwam en je je over stapels ongeopende post en andere troep een weg moest banen, op te klimmen. Vervolgens betrad je een andere wereld, een universum buiten het gewone bestaan. Temidden van de grootste chaos en rotzooi - ijzeren kettingen, verroeste en nauwelijks nog te identificeren voorwerpen, verweerde houten planken en nog weer andere junk - rezen de altaren, kruisen en assemblages als fallische, vreesinboezemende, bijna levende gestalten op. De Haans atelier was een environment, een omgekeerde en omgeturnde wereld. Een plaats waar een onwereldse stilte heerste. Ik kwam er vanaf de herfst van 1963, toen we bevriend raakten. Ook op die plek waren de jaren zestig volop in de maak.

Ik geef onmiddellijk toe dat De Haan natuurlijk maar één van de schilders, schrijvers, dichters, assemblagemakers en ‘happenaars’ was die de toenmalige tijdgeest zo precies vertolkten. Anderen waren Johnny van Doorn de Selfkicker, Hans Verhagen en natuurlijk de dichtende, zwierende en swingende, tollende, trippende en trillende Simon Vinkenoog, en zo kun je nog een tijdje doorgaan. Ter inleiding tot een happening die ook eind 1962 plaatsvond, schreef hij: ‘A beautiful thing is going to happen, a happening! Er gaat iets prachtigs gebeuren: een Gebeuren’. En wat is dat, zo'n Gebeuren? Punt 4 van de tien kenmerken die hij ervan opsomde luidt: ‘Het gebeurt hier en nu!’

[pagina 15]
[p. 15]

Het gebeurde dus daar en toen (aan de Prinsengracht 145 op 9 december 1962). En een hele reeks ‘Gebeurens’, gedocumenteerd en ongedocumenteerd, zouden volgen. Te zamen maakten ze de periode van verwarring, chaos, opstand, rebellie, revolte en revolutie die nu de jaren zestig worden genoemd. Deze omwenteling voltrok zich op het gebied van de muziek en de beeldende kunst, en werd al zichtbaar in de twee mooiste exposities die het Stedelijk Museum ooit heeft gehad: Bewogen Beweging en Dylaby in respectievelijk 1961 en 1962. De happening-gebeurens van Robert Jasper Grootveld in zijn antirook-tempel en rond het Lieverdje culmineerden in Provo en daarmee kreeg de omwenteling een politieke kleur. Maar omdat ik niet zo politiek was ingesteld, maakte ik die revolutie van een gepaste afstand mee. Provo sloeg over naar Parijs en Mai Soixantehuit sloeg weer over naar Amsterdam. Daarmee was de omwentelingsgolf naar de universiteiten overgewaaid. Maar ook daar heb ik me afzijdig van gehouden. (Denk eens aan al die marxisten en communisten die later hun Apologie moesten schrijven.)

Timothy Leary preekte nog weer een andere revolutie, die van de psychedelica: ‘Acid is ecstasy, and ecstasy is good for you.’ Zijn boodschap vond gehoor in de tempels van de tegencultuur, Paradiso aan de Weteringschans en Fantasio aan de Prins Hendrikkade.

Daar zakte je weg in de matrassen op de grond, rookte je een joint, liet je je wiegen op de psychedelische muziek en raakte je sowieso al stoned van de lichtshows waar halfnaakte nimfen hun buikdansen voor opvoerden. Dat was de scene (lees: sien).

Uiteindelijk vond de laatste omwenteling die nog helemaal bij de jaren zestig hoorde plaats toen Fantasio in het najaar van 1969 was gemetamorfoseerd in meditatiecentrum De Kosmos. Ter gelegenheid van de opening van het nieuwe centrum schreef Ruud Tegelaar, de meest calvinistische freak uit die tijd: ‘Het is uit met de pret, knip je haren maar af, trek mensenkleren aan, scheer je en gooi die rommel die om je nek hangt maar weg. Het slaat nergens op.’ Nu werden we uitgenodigd om onze blik naar binnen te keren en onze hoogste bewustzijnstoestanden te onderzoeken. Daar waren de cursussen en workshops van het centrum op gericht. Binnen de kortste keren was het bevolkt door allerhande yogi's, boeddhistische monniken, magiërs, theosofen en antroposofen, xoelapepelaars, tarotleraren, l-Chingmeesters, Zenmeesters, tai-chimeesters, kabbalisten, hermetisten, rozekruisers, sarangispelers, tablaïsten, soefi's, krishnamurtianen, macrobioten, Hare Krishna-adepten en astrologen. Ik heb ze voor een deel zelf naar binnen getroond.

 

De jaren zestig - en dan heb ik het alleen nog maar over Amsterdam gehad terwijl het overal plaatsvond - waren dus een periode van mentale revolutie. Maar, vraag je je nu af, waar is het allemaal goed voor geweest? En wat is ervan overgebleven? Zeker, het geloof in extase, hogere bewustzijnstoestanden en verlichting is achteraf natuurlijk allemaal vlucht gebleken - overigens wel een aangename escape. Maar daarmee kan die hele-

[pagina 16]
[p. 16]

periode toch niet als één grote luchtbel worden afgedaan?

Nee, ik geloof dat we nu pas beginnen in te zien tot welke omwenteling ze in het denken heeft geleid. Die begon met de zelfkritiek van de wetenschap in het boek van wetenschapsfilosoof Thomas S. Kuhn uit 1962, The Structure of Scientific Revolutions. Hij liet zien dat er in de keuze voor een bepaald wetenschappelijk paradigma altijd een irrationeel element schuilgaat. Deze kritiek heeft er vervolgens toe bijgedragen dat we nu in een nieuwe fase van wetenschappelijke revolutie verkeren.

Zo schrijft Stephen Toulmin in dat prachtige boek van hem, Cosmopolis: ‘De jaren zestig en zeventig lieten een vernieuwing van de aanval op de “mechanistische” onmenselijkheid van de newtoniaanse wetenschap zien, zoals die al 150 jaar eerder door William Blake in Engeland en Friedrich Schiller in Duitsland ontketend was’. (En verder natuurlijk door zoveel romantici.) Die aanval op het mechanistische denken, dat de mens tot een radertje in de grote machine van de natuur reduceert, was inderdaad een van de grote bijdragen van toen. Het blijkt nu effect te sorteren. Want in de natuurwetenschap is in dat opzicht een ware aardverschuiving aan de gang, die een radicale afrekening en verwerping van het mechanistische paradigma betekent.

Ilya Prigogine is een van de pioniers in deze omwenteling, waarin de studie van chaos en complexiteit en van onomkeerbare processen centraal staat. De materie, zegt hij al in zijn samen met Isabelle Stengers geschreven Order out of Chaos, begint in omstandigheden ver uit evenwicht te ‘zien’. Want in die omstandigheden werken de moleculen samen en vormen ze structuren, zogeheten dissipatieve structuren. Daarmee tonen ‘de recente ontwikkelingen van de natuurkunde en de scheikunde van niet-evenwichtssystemen aan dat de pijl van de tijd een bron van orde kan zijn’.

Deze nieuwe fysica vat de natuur niet langer op als een grote machine. Integendeel, overal in de natuur spelen creatieve processen een rol en deze veronderstellen de ‘pijl van de tijd’ ofwel een onomkeerbare tijd. Aldus maakt het mechanistische paradigma plaats voor dat van het scheppende heelal (Davies). En, zegt Prigogine in zijn nieuwste boek, daarin ‘presenteert de natuur ons het beeld van de schepping, van het niet te voorziene nieuwe.’

Dat is natuurlijk een hele stap voorwaarts. Maar daarnaast is er nog een andere, zij het veel geleidelijker, omwenteling gaande die rechtstreeks uit de jaren zestig voortvloeit. Deze heeft alles te maken met de ‘oosterse renaissance’ die toen, door onder anderen Han Fortmann, werd opgemerkt en beschreven en die zovelen naar het Oosten deed trekken. Vanwaar deze ‘journey to the East’? Deze was zeker ook een reactie op het mechanistische wereldbeeld en de consequenties daarvan. In de woorden van een van de grote kenners van het Zenboeddhisme, Heinrich Dumoulin: ‘De eenzijdige cerebrale ontwikkeling van de westerse beschaving schijnt de hoofdverdachte te zijn in een opeenvolging van rampen die, zo wordt gevreesd, het voorspel vormen tot een uiteindelijke cata-

[pagina 17]
[p. 17]

strofe. De tweede helft van deze eeuw heeft een reactie daartegen laten zien. Onder de vele stromingen die een tegenwicht bieden en als tegengif worden beschouwd behoort Zen tot de meest veelbelovende...’

Deze langzame revolutie zal echter niet tot een nieuw inzicht in de natuur of de materie leiden; veeleer gaat het om een nieuw inzicht in het bewustzijn. Newton met zijn mechanistische opvatting van de natuur en Descartes met zijn reductie van het bewustzijn tot het ineengeschrompelde en onruimtelijke cogito hebben gefaald, dat weten we inmiddels. Door die reductie te niet te doen en ons te bepalen tot het hier en nu - de happening van het moment - beseffen we hoe dicht we bij de natuur staan en zelf natuur zijn. Zelfs het onderscheid tussen de natuur en onszelf, object en subject, is een gemaakte en kunstmatige. Of zoals Bert Schierbeek De tuinen van Zen begint: ‘Er bestaat een vorm van beschouwen, waarin subject en object samenvallen in een voor het intellect oncontroleerbaar “niets”.’

Inderdaad, hier en nú, in de onmiddellijke gewaarwording van het veranderende moment, is het onderscheid er niet. Maar dit ononderscheiden zijn van subject en object laat zich uiteraard niet objectiveren of kennen.

 

De jaren zestig zijn dus niet voor niets geweest. Maar waar eindigde deze periode van omwenteling, die ook een deel van de jaren zeventig besloeg? Voor mij op het moment toen ik, eind 1976, met verschrikkelijke krampen in m'n buik en een gevoel dat ik de volgende dag eerder dood dan levend aan zou komen, op de trein naar Warschau stapte. Via Moskou, een lange en doodsaaie reis door Siberië (alleen maar sneeuw en berkenbossen) en een boottocht over de Japanse Zee, kwam ik uiteindelijk in Kyoto aan. Daar dan klopte ik hartje winter op de poort van een heuse Zentempel. Vervolgens brak een periode van afzien en contemplatie aan. Wat ik er heb geleerd? Ach, dat verlichting ook maar een idee is. In de woorden van de grote Chinese meester Rinzai: ‘Ontwaken en nirwana zijn als palen om ezels aan vast te binden!’ Dat besef was dan het definitieve afscheid van de jaren zestig.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken