De Revisor. Jaargang 36

[p. 103]

medewerkers in dit nummer

A.H.J. Dautzenberg (Heerlen, 1967) studeerde economie en taal- en letterkunde. Hij publiceerde het interviewboek Doodspraak, ontmoetingen. Samen met Herman Brusselmans schreef hij Het Grote Gerard Reve Alfabet. Gedichten van hem verschenen onder meer in Meander, Brabant Literair en Film-Valley. Daarnaast publiceerde hij verhalen en artikelen in De Groene Amsterdammer, Humo, Knack, Varagids, Frontaal Naakt, Brabant Literair en Hollands Maandblad.

Fenno Groenwold (Alkmaar, 1979) is opgegroeid in Sint-Pancras. In 1996 begon hij de vooropleiding hoorn aan het conservatorium van Amsterdam. Na een aanrijding in 1996, met niet-aangeboren hersenletsel tot gevolg, behaalde hij in 1999 het havodiploma. Hierna studie wijsbegeerte aan de Universiteit Leiden, na een jaar gestaakt wegens concentratieproblemen. In 2008 heeft hij een schrijfcursus gevolgd, bij Graa Boomsma. Zijn voornemen voor 2009 is: schrijf een boek, en het verhaal ‘Spelen met passie’ is hiervan het eerste hoofdstuk.

Arnold Heumakers (1950) heeft geschiedenis gestudeerd en is vervolgens kritieken en beschouwingen gaan schrijven voor de Volkskrant en nrc Handelsblad. Sinds 1986 recenseert hij op geregelde basis nieuwe Nederlandse literatuur, in het bijzonder romans, verhalen en essays. Zelf is hij, naast zijn werk voor de krant, actief als essayist. Hij heeft enkele essaybundels gepubliceerd, waaronder Schoten in de concertzaal (1993), De fatale cirkel (1997) en De schaduw van de vooruitgang (2003).

Suzanne Holtzer is hoofdredacteur Nederlandse literatuur bij uitgeverij De Bezige Bij. Zij studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam en was redactielid van het letterkundig tijdschrift Optima.

Sjoerd de Jong (1960) is plaatsvervangend hoofdredacteur van nrc Handelsblad. Hij studeerde filosofie in Amsterdam. Hij publiceerde Spijtwraak (2006) over Nederland na Pim Fortuyn. In 2008 verscheen Een wereld van verschil, een filosofisch onderzoek naar cultureel relativisme.

Yves van Kempen (1944) schreef de roman-inverhalen Koningin-moeder (1999) en was mederedacteur van Querido's leesclubgids (2006). Hij publiceerde verhalen en essays in onder meer Bzzlletin, De Gids, De Revisor, Ons Erfdeel en Raster.

Chris Keulemans (Tunis, 1960) is schrijver en journalist. Zijn laatste roman De Amerikaan die ik nooit geweest ben (2004) verscheen bij Augustus. Nu wordt hij artistiek directeur van de Tolhuistuin, centrum voor cultuur en horeca in Amsterdam-Noord.

Fouad Laroui (1958) is een in Marokko geboren Nederlandse schrijver. Hij studeerde wis-, natuur- en bouwkunde in Parijs en woont sinds 1990 in Amsterdam. Hij werkt aan de UvA bij de vakgroep Franse taal en cultuur. De romans die inmiddels in Nederlandse vertaling zijn verschenen zijn Kijk uit voor parachutisten, Judith en Jamal en zijn debuut De tanden van de topograaf (Prix Albert Camus). Hij publiceerde twee dichtbundels. Onlangs kwam zijn roman De rijkste vrouw van Yorkshire uit.

Rutger Martens (Eindhoven, 1980) studeerde in 2006 af als neerlandicus bij Moderne Letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen met een afstudeerscriptie over de historische roman. Hij is sinds 2007 werkzaam als lezinggever, interviewer van schrijvers en presentator op literaire festivals en momenteel onder de naam www.leesgierig.nl bezig met het opzetten van een literatuursite. Daar-

[p. 104]

naast is hij lid van het kunstenaarscollectief Confusie en het zojuist opgerichte Atelier Van den Wildenberg, waarin jonge kunstenaars de grenzen tussen de verschillende kunstdisciplines aan de kaak stellen.

Anthony Mertens (1946-2009) was neerlandicus. Twintig jaar lang was hij als docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In dezelfde periode werkte hij als criticus bij De Groene Amsterdammer, later werd hij redacteur bij uitgeverij Querido. In 2006 verscheen Lezen, man!, een bundel essays en kritieken; in 2008 gevolgd door Zwaluwziek, een deels autobiografisch werk over geestelijk en lichamelijk herstel na een herseninfarct. Hij was vaste columnist van De Revisor. Hij overleed op zaterdag 4 april van dit jaar.

Martijn Mertens (1975) studeerde Nederlands en filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij was redacteur van het letterkundig tijdschrift Bunker Hill. Tegenwoordig is hij teammanager bij een softwarebedrijf.

Bert Natter (1968) is schrijver en oud-uitgever. Hij debuteerde in 2008 met de roman Begeerte heeft ons aangeraakt. Eerder publiceerde hij in De Revisor een essay over Het nichtje van Mozart van Willem G. van Maanen. Najaar 2010 moet zijn volgende roman verschijnen onder de titel Hoe staat het met de liefde?

Charl-Pierre Naudé (Zuid-Afrika, 1958) is dichter. Zijn eerste dichtbundel, Die nomadiese oomblik, verscheen in 1995. In 2007 kwam zijn bundel In die geheim van die dag uit. Voor deze bundel ontving hij de MNet-prijs en de Protea-prijs.

Carel Peeters (1944) is redacteur letterkunde van Vrij Nederland. Hij publiceerde o.a. Echte Kennis. Essays over literatuur en filosofie (1991), Gemaakt op zondag: over Vladimir Nabokov (1994), De denkersclub. Sceptische kronieken (2004) en Gevoelige ideeën. Over de andere verlichting (2008). Van 1987 tot 1992 was hij bijzonder hoogleraar in de literaire kritiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Allard Schröder (1950) is schrijver en vertaler. Hij schreef onder meer Raaf (Halewijnprijs 1995), Grover (eci-prijs voor het jaar 2001), De hydrograaf (ako Literatuurprijs 2002), Favonius en De econome. Onlangs verscheen Amoy. Hij is recensent van Vrij Nederland en redacteur van De Revisor.

Peter Theunynck (1960) is dichter en tekstschrijver. In 1997 debuteerde hij met Berichten van de Pan-american Airlines & Co. In 1999 volgde De bomen zijn paars en de hemel, in 2003 de bundel Man in Manhattan. In datzelfde jaar publiceerde hij Bijzonder heden, een fotoboek van Norbert Maes over het leven in gehandicapteninstellingen, met gedichten en teksten van zijn hand. In 2006 verscheen de bundel Traangasmaatschappij. Momenteel werkt hij aan een biografie van Karel van de Woestijne en een nieuwe bundel: Naar een nieuw zeeland (2010).