De Revisor. Jaargang 36

[p. 7]

[2009/4 & 5]

van de redactie

Al twee keer eerder heeft De Revisor in de afgelopen jaren een nummer uitgebracht dat aan de muziek was gewijd. De eerste keer in samenwerking met het Orpheusproject van de Nederlandse Bachvereniging, de tweede keer nam de redactie zelf het initiatief voor wat uiteindelijk uitmondde in De avond van het liefdeslied.

Nu hebben zeven dichters en schrijvers en zeven componisten op verzoek van Micha Hamel, die behalve componist, dichter en dirigent ook het artistieke geweten van de Nederlandse Muziekdagen is, samen een aantal werken geschreven. In dit nummer krijgt u tekst en uitleg. Het resultaat kunt u beluisteren op de twee cd's die bij dit nummer geleverd worden. De namen van de zeven samenwerkende duo's vindt u in de inhoudsopgave.

Maar eerst laat Allard Schröder zijn licht schijnen over tekst

[p. 8]

en muziek, kijken Jan Vriend en Sander van Maas naar het luisteren en schetst Micha Hamel de contouren van de nieuwe muziek.

In het grijze katern staat alles zoals gewoonlijk zwart op wit.

In de nieuwe rubriek Ars poetica leest Piet Gerbrandy poëzie voor ons - wat hij in het vervolg steeds zal doen. Dit keer die van Jacob Groot, voor de lezer van De Revisor geen onbekende.

Nieuw is ook De Literaire Spectator, waarmee Herman Franke de plaats van Anthony Mertens zal innemen.

In de rubriek Het maaiveld leest Mark Leenhouts Tommy Wieringa's Caesarion, Bertram Mourits de poëzie van Nachoem M. Wijnberg en Toef Jaeger Godverdomse dagen op een godverdomse bol van Dimitri Verhulst.