Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ridder metter swane (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ridder metter swane
Afbeelding van Ridder metter swaneToon afbeelding van titelpagina van Ridder metter swane

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.95 MB)

Scans (7.41 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Editeur

G.J. Boekenoogen



Genre

proza
poëzie

Subgenre

ridderroman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ridder metter swane

(1931)–Anoniem Ridder metter swane–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe de koninck gheboodt een hernas te maecken voor sijnen soone Helias,

Om te kampen teghen den verrader Macharis, ende int bosch quam totten heremijt.

NAe dese woorden die sy onderlinghe hadden gehadt, soo dede de coninck in een eerbaer camer setten sijn coninginne, lovende Godt almachtich. Doen vertelde hy al't gheene dat hy ghehoort had van sijn moeder Matabrune, waer af sy ontstack in haer aensichte, ende kreeg grooten vaerGa naar voetnoot2), maer nochtans meende sijt te bedecken met haer

[pagina 44]
[p. 44]

valscheyt, maer de coninck en achte haer woorden niet maer hy geboot datmen Macharis vanghen soude want hem dochte dat al verraderije was. Daer na beval hy datmen een hernas soude doen maecken nae den lijve van Helias, die soo schoon ende stout was, dat elck hem beminde met ghoeder herten. Dit al gedaen zijnde, maeckte de coninck gereetschapGa naar voetnoot1) om te jaghen, ende was seer verblijdt van deser tijdinghen, ende vertrock heymelijck totten heremijt int bosch om selve te hooren de waerheyt van t'gene dat hem de jonghelinck geseyt hadde. Als hy den heremijt ghevonden had vertelde hy hem t'gheene dat hem de jonghelinck geseyt had. Ende de heremijt seyde hem weder den tijdt ende dach dat hy de seven kinderen ghevonden hadt int bosch ende al datter gheschiet is, dat heeft den jonghelinck gheseydt. Doen kreegh de coninck grooten rouwe in sijn herte, om t'groot ongelijck dat hy sijnder koninghinne soo langhen tijdt ghedaen hadde, om de verraderijen, ende seyde.

 
O Eerweerdighe gheminde vrouwe,
 
Hoe soud ick u in eenige vouweGa naar voetnoot2),
 
Genoch doen voor die groote ontrouwe
 
Daer my verraderije toe heeft ghebracht.
 
O moeder vol dootlijck fenijns by uwen schouweGa naar voetnoot3)
 
Brenge ick mijn coninghinne in rouwe,
 
My dunckt dat ick totter doot verflouwe,
 
Mijn kinders sijn in swaenen verkeerdt o goddelijcke kracht,
 
Hoe mach yemant soo valsch zijn bedacht
 
Verraderije te stichten ende ghekijf
 
Daer eendrachticheydt behoorde te zijn gheacht.
 
Maer valsche tonghen ende verraders gheslacht,
 
Stichten discoort tusschen man ende wijf.
[pagina 45]
[p. 45]
 
T'fy hebdy int bedde der tribulatienGa naar voetnoot1)
 
Doen liggen ghy verraderlijcke natienGa naar voetnoot2),
 
Mijn coninghinne die stondt in mijnder gratien,
 
Wreedelijck ghedeckt onder t'decksel der tranen,
 
Die geneuchte, solaes tot elckx spatien,
 
Behoorde te hebben sonder perturbatien
 
Met my als haer herte tot eender fundatien,
 
Tfy meer dan tfy, tfy druckigh vermanen,
 
O Heer vergeeft my mijn onrecht wanen,
 
Ende ghy edel Beatris my rout dit bedrijf,
 
Denckt dat verraders valscheydt t'allen banen
 
Veel leets bedrijven, vreucht sy uytplanenGa naar voetnoot3),
 
Sy stichten discoort tusschen man ende wijf.
 
 
 
Ghy weet wel opperste Godt vermogenGa naar voetnoot4)
 
Hoe ic gedaen hebbe by valsche bedrogen
 
Die my aengebracht valsche logen,
 
Dus vergeeft my mijn onwetenheden:
 
Wt my selven en heb ick noyt gesogen
 
Al heb ickt by valschen rade geplogenGa naar voetnoot5)
 
Ick bid u om gratie met meniger bede,
 
Ick wil geerne beteren mijn wreede zeede
 
Tegen u o Godt met ziel met lijf,
 
MinctGa naar voetnoot6) Heere de verraders int lijf en lede
 
Sy minnen twist, sy haten vrede,
 
Sy stichten discoort tusschen man ende wijf.
 
 
 
Prince.
 
 
 
Princelijcke coninck ter hoochster erven,
[pagina 46]
[p. 46]
 
Verhoort doch mijn bede met woorden stijf
 
Wilt tvalsche verraders bloet verderven
 
Want van hun komt nimmermeer heels beklijfGa naar voetnoot1),
 
Sy stichten discoort tusschen man ende wijf.

Ende soo druckelijck nam hy oorlof aen den heremijt dien hy dede gheven veel goeds om te doen maken een kercke, ter eeren Gods in ghedenckenisse vande kinderen die daer op ghevoet waren, ende doe quam hy wederom om te volbrengen den dach van kampen die gheordineert was tusschen den jonghen Helias, ende den valschen verrader.

voetnoot2)
Angst
voetnoot1)
Toebereidselen
voetnoot2)
Manier
voetnoot3)
Schuld
voetnoot1)
Kommer
voetnoot2)
Bond van verraders
voetnoot3)
Wegruimen, vernietigen
voetnoot4)
Machtig
voetnoot5)
Hier ontbreekt een regel
voetnoot6)
Deer, doe schade
voetnoot1)
Heil, voorspoed

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken